De suburbane stedelijkheid van de nieuwe stad

1 oktober 2017

Er is vaak beweerd dat het met Almere wel goed komt als het stadscentrum aantrekkelijker wordt en de regionale bereikbaarheid verbetert. Toch blijft de kritiek hardnekkig. Volgens Gerard Marlet ligt Almere op de verkeerde plek. Coen Teulings raadt het af om er te bouwen. Zef Hemel heeft het zelfs een nepstad genoemd. Maar wat voor stad is Almere eigenlijk? Een vergelijking tussen Almere, Cergy-Pontoise en Milton Keynes brengt de suburbane stedelijkheid van de nieuwe stad voor het voetlicht.

De vraag wat voor een soort plaats Almere is, is tot nu toe wisselend en aarzelend beantwoord. Almere is in het verleden wel eens vergeleken met Los Angeles: een uitgestrekte polynucleaire stad met eengezinswoningen in een lage dichtheid. Met het motto ‘complete stad’ geeft de gemeente Almere nu aan meer te willen lijken op de traditionele Nederlandse stad. Tegelijkertijd sluiten in de Structuurvisie (2009) stedelijkheid en suburbaniteit elkaar niet langer uit. Beiden worden versterkt als twee polen van een en dezelfde stad. Zo wil men het gemiddelde suburbane woonmilieu doorbreken door meer stedelijke en landelijke woonmilieus toe te voegen.

Nieuwe steden als Almere kunnen niet vanuit klassieke criteria van stedelijkheid als dichtheid en functiemenging worden begrepen. Ze zijn ontstaan en gegroeid in de spanningsverhouding tussen stedelijkheid en suburbaniteit (Reijndorp, 2007; Reijndorp e.a., 2012). Een combinatie van rustig wonen in een huis met een tuin met stedelijke voorzieningen en werkplekken binnen bereik moest de aantrekkingskracht van nieuwe steden uitmaken. De huiselijkheid en de rust van de buitenwijk, gaat samen met de openbaarheid van stedelijke plekken elders. Het begrip suburbane stedelijkheid beschrijft die ambivalente levenswijze én de ruimtelijke en functionele eigenschappen van een bepaalde ruimte. Daar komt nog bij dat Almere een meer heterogene bevolking krijgt naar leeftijd, huishoudens en herkomst (Tzaninis, 2016).

De verhouding tussen stedelijkheid en suburbaniteit is gradueel en dynamisch (Walks, 2013). Elke nieuwe stad overstijgt de tegenstelling tussen stad en suburb op een eigen manier. Om meer grip te krijgen op de suburbane stedelijkheid wordt in dit artikel een vergelijking gemaakt tussen Almere en de qua omvang en opzet vergelijkbare nieuwe steden Cergy-Pontoise bij Parijs en Milton Keynes bij Londen. De suburbane stedelijkheid van deze nieuwe steden was het onderwerp van een promotieonderzoek (Nio, 2016).

Bij een internationale vergelijking tussen steden is niet alleen de institutionele- en ruimtelijke context van invloed maar speelt ook de sociaal-culturele context een rol (Bacqué e.a., 2015). Voor het onderzoek naar de drie nieuwe steden is een analyse gemaakt van de planningsgeschiedenis en het debat over nieuwe steden. Daarnaast zijn zestig interviews gehouden met bewoners over hun dagelijks leven in deze drie steden. Net als uit ander onderzoek (SaintPierre, 2002; Clapson, 2004; Reijndorp e.a., 2012), blijkt onder andere dat het wonen in de nieuwe stad voor velen aantrekkelijk is vanwege de betaalbare (eengezins)woningen, het groene, rustige suburbane woonmilieu, de functionaliteit en het comfort met werklocaties en voorzieningen binnen bereik. Maar hoe verhoudt de suburbane stedelijkheid van Almere zich tot die van Cergy-Pontoise en Milton Keynes?

Figuur 1 Nieuwe steden in de regio (bron: Nio, 2016)

Figuur 1 Nieuwe steden in de regio (bron: Nio, 2016)

Milton Keynes

Milton Keynes bestaat dit jaar vijftig jaar. Deze New Town roept vooral associaties op met een Amerikaanse stad: eengezinswoningen in een zeer lage dichtheid, brede ontsluitingswegen en grote, landschappelijke parken als ruggengraat van de stad en een enorme overdekte shopping mall als centrum van de stad. Volgens critici faalt deze stad jammerlijk in stedelijk opzicht. Milton Keynes is het voorbeeld van een stad die naar de maatstaven van Jane Jacobs het tegendeel is van compact, gelaagd en multifunctioneel. Toch is deze nieuwe stad populair en ook economisch succesvol. De kracht van Milton Keynes is de uitgesproken suburbane opzet en de strategische ligging tussen Londen, Birmingham, Oxford en Cambridge. Er is veel werkgelegenheid, waarbij de kenniseconomie eruit springt. Na Londen heeft Milton Keynes de meeste ‘business start-ups’ in Engeland. Er zijn een paar grote werkgevers (zoals Open University en Network Rail). Milton Keynes is geen stad in de traditionele zin, maar een knoop in een regionaal netwerk. De nieuwe stedelijkheid wordt hier vooral bepaald door een mobiele suburbane levenswijze, connectiviteit, en de entrepeneurial spirit.

Inwoners hebben zich in Milton Keynes gevestigd vanwege de betaalbare woningen en de strategische ligging ten opzichte van werk, voorzieningen en goede scholen. In Milton Keynes wordt aan het private domein van de woning de meeste betekenis toegekend, wat the privateness of English life uitdrukt. Het dagelijks leven is sterk op huiselijke omgevingen gericht, van de eigen woning tot verenigingen en favoriete pubs. In Milton Keynes wordt het publieke domein – zoals in het stadscentrum – vooral ervaren als een private aangelegenheid. Voor velen slaat de balans door naar een individuele stad à la carte die is samengesteld uit een combinatie van bewust geselecteerde, veilige, sociaal homogene plekken en voorzieningen die makkelijk met de auto te bereiken zijn. Bewoners beoordelen Milton Keynes ook als comfortabel en praktisch. Door de gridstructuur is de interne ontsluiting van de stad voor de auto veel beter dan in Almere. Dat maakt dat bewoners deze radicaal ontworpen nieuwe stad op een voor buitenstaanders opvallend vanzelfsprekende wijze gebruiken en ervaren. De keerzijde van het succes van Milton Keynes is de grote afhankelijkheid van de auto. Met de omslag in het Britse nationale beleid richting compacte stad en met de overname van de uitgangspunten van de Urban Task Force heeft men de oorspronkelijke principes van het masterplan losgelaten.

Gridroad, Milton Keynes (foto: Ivan Nio)

Gridroad, Milton Keynes (foto: Ivan Nio)

Men probeert nu een breuk met het verleden te forceren. Aan de stadsranden zijn nieuwe uitbreidingswijken gepland (26.000 woningen in de komende 15 jaar), maar in een veel hogere dichtheid dan in de wijken uit de jaren tachtig en negentig. Geïnspireerd door het New Urbanism streven planologen en stedenbouwers naar een duurzamere stad.

Met hogere dichtheden en voorzieningen in nieuwe buurten wil men het autogebruik afremmen en de sociale cohesie versterken. Planners verwachten veel van het ruimtelijk deterministisch beïnvloeden van de suburbane levenswijze. Het op de auto gerichte Milton Keynes zou symptomatisch zijn voor een vervlogen moderniteit, iets waar de bewoners zich overigens weinig van aan trekken.

Deze stad laat zien dat een suburbane stad een eigen karakter kan hebben en vitaal kan zijn zonder traditioneel stedelijke vorm.

Cergy-Pontoise

Ook in Frankijk zien we dat welvaart en individualisering vanaf de jaren zeventig leiden tot een toenemende vraag naar eengezinswoningen. De Villes Nouvelles moesten de suburbanisatie in de regio Parijs beteugelen. De afkeer bij Franse professionals van suburbia is veel groter dan in Engeland. Het project van de Villes Nouvelles is eveneens een reactie op het echec van de monofunctionele grands ensembles. In Cergy-Pontoise bij Parijs is gekozen voor een sterk door de overheid gestuurde ontwikkeling van een regionaal knooppunt. Het stadscentrum moest een compact, multifunctioneel en levendig karakter krijgen. De nieuwe stad kreeg een universiteit, een groot overdekt winkelcentrum en culturele voorzieningen. Ook (hoofd)kantoren verhuisden vanuit Parijs naar de Ville Nouvelle. Cergy-Pontoise is een uitgestrekte polycentrische stad met – in vergelijking met Milton Keynes – zowel eengezinswoningen in relatief dicht bebouwde woonbuurten alsmede compacte kernen met appartementen. Het moest levendige centra krijgen en ruimte bieden aan het landschap als ruimtelijke drager. Het recreatiegebied Base-de-Loisirs is het hart van de Ville Nouvelle. Het landschap is doelbewust ingezet om de Ville Nouvelle een aire de campagne te verschaffen. Cergy-Pontoise maakt deel uit van een stedelijk veld dat bestaat uit een lappendeken van stadjes, dorpen, suburbs met vrijstaande woningen, wijken met sociale habitation à loyer modéré (HLM) flats en uitvalswegen met hypermarchés en perifere detailhandel. De Ville Nouvelle is het belangrijkste centrum in dit noordwestelijk deel van de Parijse regio.

Base de Loisirs, Cergy-Pontoise (foto: Ivan Nio)

Base de Loisirs, Cergy-Pontoise (foto: Ivan Nio)

In Cergy is het dagelijks leven veel meer dan in Milton Keynes gericht op het publieke domein. Het publiek domein is vanzelfsprekend onderdeel van dagelijkse of wekelijkse praktijken (van het bezoek aan de bakker en markten tot uit eten gaan en picknicken). Plekken en voorzieningen worden vaak in termen van een eetlandschap beschreven. Bewoners benadrukken daarnaast de landschappelijke kwaliteiten van de Ville Nouvelle en directe omgeving. Wandelen door de bossen en langs de rivier of recreëren in het Base-de Loisir of een van de vele dorpen vormt de kern van een haast rurale ervaring. De inwoners van Cergy zijn veel meer dan Parijzenaars gericht op het privédomein van de eigen woning. Veel forenzen reizen voor hun werk naar La Défense of Parijs. De cultuur van Cergy-Pontoise wordt door de bewoners als open gekarakteriseerd in vergelijking met het knellende conformisme van de petite bourgeoisie en de tradities op het platteland.

Een gevoel van bevrijding komt tot uitdrukking in het laagdrempelige verenigingsleven en in het publieke domein. De wooncultuur balanceert tussen de openheid van de nieuwe stad en de geslotenheid van het Franse gezinsleven.

In Cergy-Pontoise is sprake van een continue zoektocht naar een nieuw publiek domein. Vanaf de jaren tachtig verwijzen stedenbouw en architectuur in de centrum- en uitgaansgebieden steeds meer naar de pre-industriële stadjes in het Ile-de-France. Er is geen grote uitbreidingsopgave meer. Er staan vooral herstructurerings- en verdichtingsprojecten op stapel (1300 woningen per jaar). Men bouwt voort op de polycentrische opzet door in centrumgebieden te verdichten. Er wordt ingezet op verstedelijking bij RER-stations en andere centra, waarbij men in een hoge dichtheid appartementen en stedelijke voorzieningen bouwt. Deze verstedelijking sluit vanzelfsprekender aan bij de geschiedenis, identiteit en cultuur van de Ville Nouvelle dan de verdichtingsstrategieën in het suburbane Milton Keynes.

Almere

In Almere is pragmatisch ingezet op een verstedelijkingsproces of groeimodel voor stedelijkheid. De stad moest geleidelijk stedelijker worden met voorzieningen, een stadscentrum en een diversere bevolking. Als we Almere vergelijken met bovenstaande twee nieuwe steden dan valt te concluderen dat hier de woningbouw veel centraler is gesteld. Werk en voorzieningen zijn altijd volgend geweest op het wonen, terwijl in Cergy-Pontoise en Milton Keynes veel sterker is gestuurd op werkgelegenheid, culturele voorzieningen, hoger onderwijs en een regionale positie.

In Almere vertoont het grote belang van de eigen woning gelijkenis met dat in Engeland. Het publieke domein heeft echter meer betekenis. Uit de gesprekken blijkt dat de meeste bewoners aan de ene kant veel waarde hechten aan de eigen woning, ruimte en het groen in de omgeving, maar ook dat men gesteld is op ‘levendige’ plekken, waarvoor men in de vrije tijd dan ook de hele regio bezoekt. De omgangsvormen in het publieke domein zijn in Almere weer minder eenduidig dan in Cergy-Pontoise. Het verschil tussen privaat en publiek, is in Nederland ook minder sterk dan in Engeland en Frankrijk. De combinatie van een cultuur van informaliteit, de onduidelijkheid over de omgangsvormen en de toegenomen sociale heterogeniteit zorgt er voor dat vooral de hoger opgeleide middenklasse in Almere kritisch is op het publieke domein. Het wonen in Almere is goed. Maar het is plat en het is leeg, zoals een van hen zei. Almere is indifferenter of heeft een impliciete meerduidigheid in vergelijking met Milton Keynes en Cergy-Pontoise. Almere heeft relatief weinig werkgelegenheid, maar net als Milton Keynes bovengemiddeld veel kleine ondernemers. De vitaliteit drukt zich ook uit in vele initiatieven voor zelforganisatie en zelfbouw, welke sterk gestimuleerd worden door de gemeente.

Vanwege de doelstelling om 60.000 nieuwe woningen te realiseren tot 2030 is in Almere veel aandacht voor woonexperimenten zoals Het Homeruskwartier en Oosterwold. Maar een verzameling woningen, hoe vernieuwd in procesmatige zin en zelfgebouwd ook, leidt nog niet automatisch tot een meer aantrekkelijke suburbane stad. Almere heeft geen gunstige regionale positie zoals Milton Keynes. Het beschikt niet over de rijkdom aan stedelijke, dorpse en landschappelijke plekken zoals Cergy-Pontoise. Toch biedt de betrekkelijke onbestemdheid van Almere ook kansen om de eigen suburbane stedelijkheid te versterken. De verduurzaming van de stad staat nu voorop en biedt allerlei mogelijkheden om vorm te geven aan het eigen karakter. Het versterken van levendigheid is nog altijd sterk gericht op het stadshart, terwijl op verschillende plekken en op verschillende manieren zich een spontane ontwikkeling van stedelijkheid manifesteert. Almere zou dan ook meer te bieden moeten hebben dan alleen een comfortabele woning en alledaagse voorzieningen binnen het bereik van werkgelegenheid. Wat dat zou kunnen zijn, is te leren van de andere nieuwe steden.

Zelfbouw Almere (foto: Theo Baart)

Zelfbouw Almere (foto: Theo Baart)

Suburbaniteit vs. stedelijkheid

Het private domein van de eigen woning is de belangrijkste reden waarom bewoners zich in de nieuwe steden hebben gevestigd. Er is een hang naar een rustige, groene en ruime woonomgeving. Maar het dagelijks leven draait niet alleen om de eigen woning en huiselijkheid; velen willen in de nieuwe stad ook stedelijke voorzieningen, een ‘gezellige’ stedelijkheid zonder conflicten en werkgelegenheid. De houding tegenover de uitgestrekte ruimte van de nieuwe stad is ambivalent. In de vrije tijd voelt men zich vrij om zich per auto te verplaatsen naar allerlei plekken in de regio. Maar de organisatie van het dagelijks leven wordt ook beïnvloed door de uitgestrekte opzet en de noodzaak van automobiliteit. Vooral een grote afstand tot werkplekken trekt een zware wissel op het dagelijks leven.

Suburbane stedelijkheid gaat niet alleen over ambivalente levenswijzen, maar is ook een eigenschap van de ruimte van de nieuwe stad. Om de nieuwe steden aantrekkelijk te houden is naast bereikbaarheid ook nabijheid gewenst van werkgelegenheid, stedelijke plekken en een aantrekkelijk vrijetijdslandschap. Almere heeft het in dit opzicht lastiger dan Milton Keynes en Cergy-Pontoise. Almere ligt dichter bij Amsterdam dan Cergy bij Parijs en Milton Keynes bij Londen. Het ondervindt meer concurrentie van de hoofdstad. Er is in Almere minder werkgelegenheid en er zijn weinig regionale voorzieningen. Het ontbreekt aan de historische en ruimtelijke gelaagdheid van de andere nieuwe steden. Milton Keynes en Cergy-Pontoise hebben verspreid liggende vrijetijdsvoorzieningen (van horeca tot culturele voorzieningen) in oude kernen, in het groen en aan de stadsranden. Zulke plekken zijn er nog te weinig in Almere.

Wat nodig is, is het met overtuiging creëren van een nieuwe stedelijkheid die past bij een comfortabele, suburbane stad. Almere heeft recht op een eigen vorm van stedelijkheid. De karakteristieken van de buitenlandse nieuwe steden zijn niet zomaar één op één over te nemen. Almere kan niettemin aan aantrekkingskracht winnen door meer in te zetten op de culturele en publieke dimensie van stedelijke en landschappelijke plekken (zoals in Cergy) én door de suburbaniteit en eigen economische dynamiek meer te benadrukken (zoals in Milton Keynes). Suburbane stedelijkheid is te definiëren op verschillende schaalniveaus. Op regionaal schaalniveau kan Almere zich profileren als suburbane stad met de nadruk op suburbane en landschappelijke kenmerken. Op lokaal niveau is ruimte genoeg voor grotere verschillen tussen suburbane en stedelijke plekken. Het vereist minder fixatie op het stadscentrum. De stad zou haar subcentra meer moeten differentiëren en markeren. De stedelijkheid kan versterkt worden bij stationsgebieden, in stadsdeelcentra en op bedrijventerreinen. Naast stedelijke programma’s zijn het de over de nieuwe stad en in het groen verspreide kleinschalige voorzieningen die bijdragen aan de kwaliteit van de suburbane stad, zoals bijzondere horeca, een klein theater of een leuke plek voor de zondagmiddag.

Een vitale stad is niet persé een stad die tegemoetkomt aan het concept van de compacte stad. Het pleit voor een manier van kijken naar de nieuwe steden die veel meer uitgaat van het suburbane en om van daaruit aanleidingen te zoeken voor verstedelijking en stedelijkheid. Almere neemt een positie in tussen het meer suburbane Milton Keynes en het meer stedelijke Cergy. Voor bewoners heeft het behoud van de suburbane kwaliteiten van de buurt zoals rust, groen en ruimte, maar ook onderwijs en goede dagelijkse voorzieningen hoge prioriteit. Daarnaast moet de nieuwe stad de toenemende sociale verschillen faciliteren. Het publieke domein is de belangrijkste opgave voor het maken van verbindingen tussen de private wereld van de woningen en de openbaarheid van de stad. Een nieuw, gelaagd begrip van de suburbane stad is nodig. De nieuwe stad moet ruimte voor verstedelijking bieden en daar ook nieuwe vormen voor vinden met behoud van de kwaliteiten van de suburbaniteit.

Dit artikel verscheen in Rooilijn, 2017, jaargang 50, nummer 4.

Author profile
Ivan is zelfstandig onderzoeker en tevens senior onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam.

Zijn bureau - NIO Stedelijk Onderzoek - is werkzaam op het snijvlak van stadssociologie, stedenbouw en ontwerp. Hij verkent de wisselwerking tussen de geplande en de geleefde stad. De dynamiek van het stedelijk leven en de kracht en potentiële kansen van plekken zijn de leidende principes in zijn onderzoek. Door perspectieven te kantelen en te verbreden brengt Nio sociale aspecten van de gebouwde omgeving scherp in beeld. Met zijn observaties en reflecties op stedelijke vraagstukken biedt hij stedenbouwkundigen, architecten en beleidsmakers waardevolle en inspirerende inzichten.

 

Literatuur

Bacqué, M-H., M. Benson, T. Butler, E. Charmes, Y. Fijalkow, E. Jackson, L. Launay & S. Vermeersch (2015) The Middle Classes and the City. A Study of Paris and London, Macmillan, Basingstoke

Clapson, M. (2004) A Social History of Milton Keynes. Middle England/Edge City, Frank Cass, London

Nio, I. (2016) Moderniteit en suburbaniteit in de nieuwe stad: Almere, Cergy-Pontoise, Milton-Keynes, proefschrift, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam

Reijndorp, A. (2007) ‘Almere wil een echte stad zijn’, J. Berg, S. Franke & A. Reijndorp, Adolescent Almere: Hoe een stad wordt gemaakt, NAi Uitgevers, Rotterdam, p. 59-79.

Reijndorp, A., L. Bijlsma & I. Nio (2012) Atlas Nieuwe Steden. De verstedelijking van de groeikernen, Trancity*Valiz, Haarlem/Amsterdam

Saint-Pierre, C. de (2002) La fabrication plurielle de la ville. Décideurs et citadins à Cergy-Pontoise, 1990-2000, Créaphis, Paris

Tzaninis, Y. (2016) Building Utopias on Sand. The production of space in Almere and the future of suburbia, PhD Thesis, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam

Walks, A. (2013) ‘Suburbanism as a Way of Life, Slight Return’, Urban Studies, jg. 50, nr. 8, p. 1771-1488

Author profile
Ivan is zelfstandig onderzoeker en tevens senior onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam.

Zijn bureau - NIO Stedelijk Onderzoek - is werkzaam op het snijvlak van stadssociologie, stedenbouw en ontwerp. Hij verkent de wisselwerking tussen de geplande en de geleefde stad. De dynamiek van het stedelijk leven en de kracht en potentiële kansen van plekken zijn de leidende principes in zijn onderzoek. Door perspectieven te kantelen en te verbreden brengt Nio sociale aspecten van de gebouwde omgeving scherp in beeld. Met zijn observaties en reflecties op stedelijke vraagstukken biedt hij stedenbouwkundigen, architecten en beleidsmakers waardevolle en inspirerende inzichten.

 

Artikel gegevens:
Auteur(s):Ivan Nio

1 oktober 2017

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op dit artikel

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.