Een gezond en adaptief platteland

Het klimaat verandert en dit heeft gevolgen voor de gezondheid van mens, plant en dier. Op het platteland zijn de gevolgen van klimaatverandering op gezondheid nog onvoldoende onderzocht. Naast klimaatverandering staat het landelijk gebied voor meer uitdagingen, denk aan de stikstofcrisis, de landbouwtransitie, de woningbouw en de werkgelegenheid. Om gezondheid op het platteland in de toekomst te garanderen zijn transformaties nodig van het huidige systeem.

Klimaatverandering heeft gevolgen voor het landelijk gebied, zoals wateroverlast, droogte, verzilting van drinkwater, afnemende biodiversiteit, gezondheidsrisico’s en onzekerheid over de opbrengst van tuin- en akkerbouw. Sommige gezondheidsgevolgen van klimaatverandering op de mens zijn direct voelbaar, bijvoorbeeld het eerder beginnen en langer duren van de seizoenen leidt tot meer klachten bij mensen met hooikoorts en allergieën (Martens, 2023). Andere gezondheidsgevolgen zijn op de lange termijn voelbaar, zoals een hoger risico op huidkanker door verhoogde blootstelling aan UV-straling. Ook heeft klimaatverandering effect op temperatuur en de verspreiding van infectieziekten. De mate van biodiversiteit is hierbij ook van belang. Hoe rijker en diverser een gebied is, hoe beter bestand het gebied is tegen veranderingen zoals klimaatverandering, ziekten en plagen (Martens, 2023).

Naast de fysieke gezondheidsgevolgen heeft klimaatverandering ook gevolgen voor de mentale gezondheid. Het ervaren van acute gebeurtenissen (zoals extreme weersomstandigheden), subacute gebeurtenissen (zoals langdurige droogte) of de algehele dreiging van klimaatverandering kan leiden tot mentale gezondheidsproblemen. Dit kan zich onder meer uiten in angst, stress en depressie (RIVM, 2023). Uit het onderzoek van Milieudefensie Jong en Ipsos uit 2023 blijkt dat 70% van de ondervraagde jongeren tussen de 16 en 30 jaar zich zorgen maakt over het veranderende klimaat. Een kwart van deze jongeren ontwijkt het nieuws over klimaatverandering zo veel mogelijk om de negatieve gevoelens te vermijden (Ipsos, 2023). Die zorgen over de toekomst spelen ook op het platteland, waar de stikstofcrisis veel boeren de bestaanszekerheid van hun bedrijf heeft ontnomen.

Landelijk gebied

Het landelijk gebied staat voor veel uitdagingen, denk aan de energietransitie, toekomstbestendige voedselproductie, woningbouwopgave en het herstel van biodiversiteit. Ook op het gebied van sociale voorzieningen en werkgelegenheid kunnen er uitdagingen zijn in de plattelands regio’s. In het MANTRA project richten wij ons op de regio’s Noordoost-Brabant, de Alblasserwaard en ’t Hogeland in Groningen. De uitdagingen van deze regio’s lopen uiteen.

De regio Noordoost-Brabant wordt gekenmerkt door intensieve veehouderij met verhoogde emissies van fijnstof en stikstof naar lucht en grondwater, en risico’s in verband met zoönosen die invloed hebben op de natuur en de gezondheid van mensen (denk aan de Q-koorts epidemie in 2009). De grootste regionale uitdaging is de landbouwtransitie naar een duurzame waardeketen (circulaire economie). De slechte luchtkwaliteit leidt tot een toename van het aantal mensen met ademhalingsklachten. De regio streeft met het ‘Schone lucht akkoord’ naar een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Grote hoeveelheden grondwater worden onttrokken door de landbouw, waardoor de grondwaterstand ernstig daalt. De bodems zijn sterk uitgeput, waardoor het gebied kwetsbaar is voor hevige regenval, hitte en droogte. Dit heeft ook invloed op de biodiversiteit die hierdoor afneemt.

In de regio ’t Hogeland in Groningen staat de kwaliteit van leven eveneens onder druk. De bevolking krimpt en vergrijst. De toegang tot de gezondheidszorg neemt af terwijl de vraag naar zorgverleners vergroot. Hierbij speelt mee dat ’t Hogeland een uitgestrekte gemeente is, waardoor het een uitdaging is om voorzieningen zoals onderwijs en zorg dichtbij te houden. Alhoewel er een sterk gemeenschapsgevoel is tussen de dorpelingen, staan lokale bewoners wantrouwig ten opzichte van de landelijke politiek als gevolg van de gevreesde vermindering van boeren en hun vee, evenals de aardbevingen in het gebied en het jarenlange gebrek aan overheidsingrijpen. Daarnaast kampt het gebied met verzilting van de bodem wat veroorzaakt wordt door droogte en lage grondwaterstanden. Dit bedreigt de vruchtbaarheid van de landbouwgronden. Ook het afnemende bodemleven en de afnemende biodiversiteit vormen een bedreiging voor de kwaliteit van de bodem.

De Alblasserwaard vormt het zuidelijke deel van het Groene Hart. Ongeveer 170.000 mensen wonen in dit gebied van circa 25.000 hectare, waarvan de helft uit veenweiden gebieden bestaat. Deze veenweiden gebieden worden ontwaterd om menselijke activiteiten mogelijk te maken, wat leidt tot CO2-uitstoot, bodemdaling en verlies van biodiversiteit. De CO2 uitstoot moet omlaag. De provincie werkt aan bodemdalingsremmende maatregelen en het herstellen van de biodiveristeit, waaronder de terugkeer van weidevogels zoals grutto, kievit, tureluur en scholekster. Toekomstige klimaatverandering, hevige regenval, hitte en droogte zullen leiden tot extra uitdagingen in het waterbeheer en de landbouw. De bodemdalingsremmende maatregelen en klimaatverandering zal boerenbedrijven en hun bedrijfsmodellen beïnvloeden. Al met al kan een grotere transitie noodzakelijk zijn, waarbij natte gewassen zoals lisdodden of de overgang van landbouwgebieden naar natuurlijke veenmoerassen nodig zijn. De toekomstige ontwikkeling van de regio zal de bevolking en hun manier van levensonderhoud beïnvloeden.

Transformaties

De problematiek van deze drie regio’s laten ieder zien dat gezondheid, klimaatverandering en de afname aan biodiversiteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Oppervlakkige aanpassingen van het huidige systeem zijn onvoldoende in staat om gezondheid voor mens, dier en plant naar de toekomst toe te garanderen. De uitdagingen vragen om een transformatieve aanpak. Deze benadering komt voort uit het besef dat de huidige status quo geen duurzame toekomst garandeert, en richt zich op bredere systeemveranderingen (Fedele e.a., 2019). Transformatieve klimaatadaptatie richt zich specifiek op het herzien van fundamentele aspecten binnen sociale, economische en ecologische systemen om beter bestand te zijn tegen klimaatrisico’s. De maatregel om het gebruik van pesticiden te verminderen richt zich bijvoorbeeld op het verbeteren of optimaliseren van het huidige systeem, zonder dat er fundamentele veranderingen worden doorgevoerd. In tegenstelling hiermee is een transformatieve maatregel gericht op het doorvoeren van veranderingen in systemen, structuren en processen.

Een voorbeeld van een transformatieve verandering is de Herenboeren. Stichting Herenboeren is in 2013 opgericht met de ambitie ‘om bij te dragen aan het realiseren van een natuurgedreven en volhoudbaar landbouw- en voedselsysteem in Nederland’ vanuit drie peilers: natuurgedreven, sociaalverbonden en economisch gedragen. Hiermee bieden ze een alternatief voor het huidige systeem. Door burgers eigenaar te maken van hun eigen voedselproductie wordt de zeggenschap over het voedsel weer teruggebracht bij boeren en burgers in plaats van de agro-industrie en supermarkten (Communicatiebureau de Lynx, 2024). Een ander voorbeeld van een transformatief initiatief zijn nieuwe duurzame bussinesmodellen voor boeren zoals het bouwen van ‘tiny houses’ in combinatie met natuurontwikkeling op voormalig landbouwgrond. Ook de Kamerbrief ‘Water en Bodem sturend’ kan als transformatief worden beschouwd, aangezien de manier waarop ruimtelijke opgaven worden opgelost fundamenteel verandert indien water en bodem leidend zijn.

De praktijk

Het is lastig in de praktijk om systeemveranderingen te bewerkstelligen. Klimaatverandering en andere transitie-uitdagingen zijn vaak bijzonder uitdagend omdat ze grenzen van traditionele beleidsdomeinen overschrijden, een breed scala aan actoren op verschillende schaalnivaus betrekken en er zijn geen simpele oplossingen voor (Termeer, Dewulf & Biesbroek, 2019). Bovendien leidt het bestaan van verschillende perspectieven op het probleem waaraan verschillende feiten en ideeën ten grondslag liggen tot een gebrek aan overeenstemming over oplossingen.

Een mogelijke oplossing en manier om te onderzoeken hoe we een systeemverandering kunnen bereiken is door middel van living labs. Dit is vaak een fysieke ruimte waarin met een diverse groep belanghebbenden (inclusief bewoners) gesproken wordt over de uitdagingen van een specifiek gebied. Het opzetten van living labs maakt het mogelijk om gebiedsgericht te experimenteren welke maatregelen bijdragen aan de gewenste toekomst, waarbij er ruimte is voor tegenstrijdige belangen en integrale beleidsafwegingen. De institutionele beperkingen worden in de living labs opgeheven en wordt gezamenlijk ontdekt wat de uitdagingen en oplossingen zijn om de gewenste toekomst te realiseren (Willems, Kuitert & Van Buuren, 2023).

Het opzetten van living labs geeft echter geen garantie voor het ontstaan van transformaties of transformatieve maatregelen. Participatieve processen hebben vaak de neiging de status quo en de kortetermijnbelangen van gemeenschappen en belanghebbenden te versterken en dit remt het transformatieve proces. Koning en van Dijk (2021) stellen dat utopieën een uitweg kunnen bieden door de focus te leggen op plaats, mensen, mogelijkheden en de verre toekomst, los van de huidige formele kaders. Utopieën kunnen de collectieve identiteit van huidige en toekomstige generaties versterken en vruchtbare onderhandelingen tussen sociale groepen en generaties bevorderen. Hierbij kunnen utopieën beschouwd worden als methode in plaats van een doel (Levitas, 2013). Deze methodiek kan op zijn beurt de richting, uitkomst en effect van interactieve beleidsvorming beïnvloeden (Muiderman e.a., 2020). Het gaat hierbij dus om het bouwen aan een gezamenlijk hoopvolle toekomst die geaard is in de gemeenschap en recht doet aan de waarden die men belangrijk acht.

De tijd dringt

De tijd dringt voor het landelijk gebied, waar gezondheid, klimaatverandering en biodiversiteit elkaar kruisen in een complexe problematiek. De uitdagingen in deze drie regio’s onderstrepen de noodzaak voor integrale, innovatieve oplossingen. Transformatieve klimaatadaptatie, gericht op fundamentele systeemveranderingen, biedt een veelbelovende weg vooruit. Alleen door een integrale, transformatieve aanpak, die wordt gedragen door burgers en belanghebbenden, kunnen we een duurzame, veerkrachtige toekomst voor het landelijk gebied waarborgen.

Gedurende het MANTRA project gaan wetenschappers aan de slag in de drie genoemde regio’s om klimaatadaptatiemaatregelen te ontwikkelen aan de hand van living labs en de utopieën methodiek. Er wordt onderzocht hoe de gezondheidseffecten van klimaatadaptatiemaatregelen bepaald kunnen worden, hoe de maatschappelijke impact van klimaatadaptatiemaatregelen afgewogen kan worden en welke bestuurlijke context nodig is om deze maatregelen te implementeren. Ook wordt het proces en de methodiek van de living labs geanalyseerd en bestudeerd. Tot op zekere hoogte vormen de drie regio’s unieke situaties en tegelijkertijd bieden ze overdraagbare kennis die elders al dan niet met aanpassingen kan worden gebruikt. Bezoek voor meer informatie over het MANTRA project de website van Platform31.

Dit artikel is onderdeel van de themareeks Gezonde leefomgeving

Author profile
Marrit is als promovenda werkzaam binnen onderzoeksinstituut Science in Society aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Marrit is als promovenda werkzaam binnen onderzoeksinstituut Science in Society aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Author profile
Dore is als promovendus werkzaam binnen onderzoeksinstituut Public Administration and Policy Group aan de Wageningen Universiteit.

Dore is als promovendus werkzaam binnen onderzoeksinstituut Public Administration and Policy Group aan de Wageningen Universiteit.

Author profile
Martine is als promovenda Planetaire Gezondheid werkzaam binnen onderzoeksinstituut System Earth Science aan de Universiteit Maastricht.

Martine is als promovenda Planetaire Gezondheid werkzaam binnen onderzoeksinstituut System Earth Science aan de Universiteit Maastricht.

Author profile
Pim is hoogleraar Planetaire Gezondheid en decaan van het Maastricht University College op de campus te Venlo.

Pim is hoogleraar Planetaire Gezondheid en decaan van het Maastricht University College op de campus te Venlo.

Literatuur

Communicatiebureau de Lynx. (2024). Wij zijn Herenboeren. Geraadpleegd op 18 juli 2024, van Herenboeren – Natuurlijk samen, bij Herenboeren

Fedele, G., Donatti, C. I., Harvey, C. A., Hannah, L., & Hole, D. G. (2019). Transformative adaptation to climate change for sustainable social-ecological systems. Environmental Science & Policy, 101, 116-125. Environmental Agency.

(2023). Grotere klimaatzorgen voor de generatie van morgen: Rapport voor Milieudefensie Jong (Project: 22087361). Milieudefensie Jong. Geraadpleegd op 18 juli 2024, Milieudefensie Klimaat 2023.

Koning, J., & van Dijk, T. (2024). Rehabilitating utopias: The importance of imagination to confronting our spatial challenges. Planning Practice & Research, 39(1), 136-155.

Levitas, R. (2013). Utopia as method: The imaginary reconstitution of society.

Martens, P. (2023). Planetaire Gezondheid: het recept voor een duurzame toekomst. Quintesse.

Muiderman, K., Gupta, A., Vervoort, J., & Biermann, F. (2020). Four approaches to anticipatory climate governance: Different conceptions of the future and implications for the present. Wiley Interdisciplinary Reviews: Climate Change, 11(6), e673.

(2023). Gezondheidseffecten van klimaatverandering: Actualisatie van de huidige klimaatrisico’s voor gezondheid (Nr. 2023-0324). RIVM. Geraadpleegd op 18 juli 2024, van Gezondheidseffecten van klimaatverandering Actualisatie van de huidige klimaatrisico’s voor gezondheid (rivm.nl)

Termeer, C. J., Dewulf, A., & Biesbroek, R. (2019). A critical assessment of the wicked problem concept: relevance and usefulness for policy science and practice. Policy and Society38(2), 167-179.

Willems, J. J., Kuitert, L., & Van Buuren, A. (2023). Policy integration in urban living labs: Delivering multi‐functional blue‐green infrastructure in Antwerp, Dordrecht, and Gothenburg. Environmental Policy and Governance, 33(3), 258-271.

Author profile
Marrit is als promovenda werkzaam binnen onderzoeksinstituut Science in Society aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Marrit is als promovenda werkzaam binnen onderzoeksinstituut Science in Society aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Author profile
Dore is als promovendus werkzaam binnen onderzoeksinstituut Public Administration and Policy Group aan de Wageningen Universiteit.

Dore is als promovendus werkzaam binnen onderzoeksinstituut Public Administration and Policy Group aan de Wageningen Universiteit.

Author profile
Martine is als promovenda Planetaire Gezondheid werkzaam binnen onderzoeksinstituut System Earth Science aan de Universiteit Maastricht.

Martine is als promovenda Planetaire Gezondheid werkzaam binnen onderzoeksinstituut System Earth Science aan de Universiteit Maastricht.

Author profile
Pim is hoogleraar Planetaire Gezondheid en decaan van het Maastricht University College op de campus te Venlo.

Pim is hoogleraar Planetaire Gezondheid en decaan van het Maastricht University College op de campus te Venlo.

20 augustus 2024

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op dit artikel

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

13385