Gezonde leefomgeving: afsluiting en overzicht van de themareeks

Afgelopen zomer lanceerden wij een nieuwe themareeks over de gezonde leefomgeving op Rooilijn platform. Gezondheidsvraagstukken krijgen veel aandacht in het nieuws, beleid en wetenschap. Het meest recente voorbeeld is de publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning  door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2024), waaruit blijkt dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland zal oplopen tot ruim 64 procent in 2050. Ter vergelijking: in 2022 was dat percentage nog 50. Dergelijke gezondheidsproblemen in de samenleving zijn complex en worden door een veelvoud van factoren beïnvloed, zoals genetische aanleg, leefstijl en leefomgeving. In deze themareeks stond de relatie tussen gezondheid en de leefomgeving centraal.

Zoals beschreven in de redactionele inleiding bij de themareeks, kreeg de invloed van de sociaal-fysieke omgeving op gezondheidsgedrag en -uitkomsten voor het eerst nationale beleidsaandacht in 2008. In dat jaar werd het vierjarige programma ‘Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid’ (NAMG) gelanceerd door verschillende ministeries. Sinds de afronding van NAMG in 2012 zijn nationale, regionale en lokale beleidsprogramma’s en onderzoeken op het gebied van de gezonde leefomgeving in een stroomversnelling geraakt. Desalniettemin bestaat er nog veel onduidelijkheid over de vragen hoe gezonde leefomgevingen kunnen, en zouden moeten, worden gerealiseerd, en welke beleids- en inrichtingsmaatregelen het meest effectief zijn voor het verbeteren van gezondheidsuitkomsten.

De afgelopen maanden hebben bijna dertig auteurs uit de wetenschap en praktijk in totaal twaalf inzichtelijke, nieuwe en verfrissende bijdragen geleverd aan deze vraagstukken. Vanwege de complexiteit van het onderwerp, hebben zij zich gericht op specifieke onderdelen van de gezonde leefomgeving. Op het gebied van fysieke factoren hebben auteurs gekeken naar onderwerpen zoals groen in wijken,  degelijke huisvesting en voldoende mogelijkheden om te bewegen. Maar minstens zo belangrijk zijn de sociale aspecten van een gezonde leefomgeving. Er zijn grote sociaal-ruimtelijke verschillen in gezonde levensverwachting. Zo laat een recent rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving zien dat de laagst opgeleide mensen met de laagste inkomens gemiddeld zo’n zeven jaar korter leven dan hoger opgeleiden (PBL, 2022). Deze sociale ongelijkheid is ook ruimtelijk: de eerstgenoemde groep woont het vaakst in buurten met slechtere leefomgevingskwaliteit. Dit roept de vraag op hoe gezonde leefomgevingen toegankelijker gemaakt kunnen worden voor iedereen, en hoe mensen beter betrokken kunnen worden bij beleidsvorming en -uitvoering.

Om een duidelijk en beknopt overzicht te geven van de themareeks, ordenen wij de geschreven artikelen in dit afsluitende stuk aan de hand van onderstaande visualisatie (Figuur 1). Deze visualisatie is ontwikkeld door het RIVM (2024) en staat beschreven in de eerdergenoemde publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning.  Figuur 1 biedt professionals, beleidsmakers en wetenschappers een duidelijk overzicht van kernelementen en -thema’s waaraan gewerkt kunnen worden om de gezonde leefomgeving te bevorderen.

Het RIVM (2024) definieert een gezonde leefomgeving als “een leefomgeving die als prettig wordt ervaren, die uitnodigt tot gezond gedrag en waar de druk op de gezondheid zo laag mogelijk is”. Rondom deze definitie zijn vier thema’s uitgewerkt die centraal staan: 1) fysiek-ruimtelijke elementen die uitnodigen tot gezond gedrag; 2) de subjectieve ervaring van de leefomgeving; 3) de mate van bescherming tegen gezondheidsrisico’s en 4) samenwerkingen tussen verschillende organisaties, partijen en mensen om tot een gezonde leefomgeving te komen.

Elk van de twaalf artikelen die tussen juni en november 2024 zijn gepubliceerd op Rooilijn platform binnen de themareeks Gezonde Leefomgeving, kunnen onder één van deze thema’s worden ondergebracht. Hieronder geven wij een beknopt overzicht van de artikelen op basis van deze thema’s. We sluiten af met richtingen voor vervolgonderzoek.

Figuur 1. Elementen gezonde leefomgeving (RIVM, 2024, p. 12).

Fysiek-ruimtelijke elementen die uitnodigen tot gezond gedrag

Drie artikelen in de themareeks gaan in op de ruimtelijke en fysieke elementen van leefomgevingen die uitnodigen tot gezond gedrag. Naar aanleiding van het feit dat mensen in Nederland te weinig bewegen, bespreken deze artikelen ruimtelijke interventies die zouden kunnen bijdragen aan meer beweging.

In het artikel van Katja Bel, Joan Dallinga en Ingrid Rosbergen wordt de effectiviteit van een interactieve beweeginterventie op het beweeggedrag van ouderen geëvalueerd. Om ouderen die woonachtig zijn in zorginstellingen meer te laten bewegen in binnen- en buitenruimten, is een interactieve beweegroute ontwikkeld: de zogenoemde Walk in the ParQ (WITP). WITP bestaat uit een route met QR-codes die ouderen kunnen scannen met hun telefoon. Op de app krijgen zij vervolgens suggesties voor wandelroutes en kracht- en balansoefeningen.

De Haagse Hogeschool en de Hogeschool Leiden hebben observaties en korte interviews uitgevoerd met ouderen om de effectiviteit en duurzaamheid van WITP te onderzoeken. Hieruit  komt naar voren dat de interactieve beweegroute bewegen lijkt te stimuleren. Daarnaast blijkt dat WITP ook helpt om sociale ontmoetingen onder ouderen te bevorderen.

Het artikel van Merle Nordmann en Emil van Eck beschrijft eveneens de (potentiële) positieve effecten van veilig en goed ingerichte omgevingen op beweeggedrag. Dit artikel richt zich specifiek op de relatie tussen doorfietsroutes en beweging.

Om meer inzicht te krijgen in de causale relatie tussen de aanleg van fietsroutes en verhoogde fietsbewegingen, introduceren de auteurs het onderzoeksontwerp van  een lopend, meerjarige onderzoeksproject, genaamd  ‘Innovatieprogramma Active Living’ (IPAL). IPAL is gebaseerd op natuurlijke experimenten waarin interventie- en controlegroepen worden vergeleken. Door IPAL wordt het mogelijk om enerzijds de effecten van doorfietsroutes op gezondheid te kwantificeren, en anderzijds te identificeren bij welke groepen reizigers de aanleg van de doorfietsroute leidt tot gedragsverandering en bij welke groepen niet. Omdat het onderzoek in uitvoering is, zijn er nog geen concrete resultaten gepubliceerd. Wel legt het onderzoeksontwerp van IPAL de basis om meer inzicht te krijgen in oorzaak-gevolg relaties tussen ruimtelijke interventies en beweeggedag.

Milou van Muijden en Esther de Winter  geven aan dat  voor het creëren van gezonde leefomgevingen ook meer kennis over gedrag zelf nodig is. Zij introduceren in hun artikel daarom twee gedragstheorieën, toegepast op de ambitie voor een gezondere leefomgeving.

De eerste theorie die zij bespreken, is de Theory of Planned Behaviour (TPB). TPB stelt dat drie belangrijke elementen menselijk gedrag beïnvloeden: attitude, subjectieve normen en waargenomen gedragscontrole. Bij het inrichten van de gezonde leefomgeving is het van belang om niet alleen naar de fysieke inrichting (hardware) te kijken, maar ook naar de onderliggende attitudes, normen en intenties van bewoners die gedragspatronen en -veranderingen helpen te verklaren. Ten tweede bespreken de auteurs de Cultural Theory of Risk. Deze theorie onderscheidt vier verschillende denkrichtingen op het gebied van gedragsverandering. Toepgast op de gezonde leefomgeving, veronderstelt het ‘fatalistische’ perspectief dat de relatie tussen gezondheid en leefomgeving te complex is om op te sturen. Het ‘hiërarchische’ perspectief veronderstelt  dat experts het beste weten welke interventies nodig zijn. Het ‘individualistische’ perspectief stelt persoonlijke keuzevrijheid centraal, en het ‘egalitaire’ perspectief heeft als doel om ongelijke kansen in de gezonde leefomgeving gezamenlijk aan te pakken. De auteurs laten zien dat alle vier de denkrichtingen invloed hebben op besluitvormingsprocessen rondom de gezonde leefomgeving.

De toepassing van TPB en de Cultural Theory op ruimtelijke gezondheidsvraagstukken laat zien dat een one-size-fits-all oplossing niet bestaat. Het stapelen van verschillende type maatregelen en het zorgen voor aansluiting op de bestaande normen in een wijk, zullen het succes van ruimtelijke interventies bepalen.

De subjectieve ervaring van de leefomgeving

Een gezonde leefomgeving nodigt niet alleen uit tot gezond gedrag, maar zorgt er ook voor dat bewoners zich kunnen ontspannen en zich veilig en prettig voelen. Een artikel richt zich specifiek op dit thema.

Het artikel van Pauline van den Berg, Bregje Schulten, Yuwen Zhao en Astrid Kemperman heeft betrekking op een leefomgeving die als aantrekkelijk en prettig wordt ervaren. Door middel van een online vragenlijst met daarin filmpjes van virtuele openbare ruimtes, onderzochten zij het effect van verschillende kenmerken (de aanwezigheid van bomen, gras, water, bankjes, verticaal groen, mensen, en verkeer) op emoties en gevoelens van eenzaamheid. Uit de resultaten blijkt dat gevoelens van eenzaamheid lager zijn in openbare ruimtes waar mensen, bomen, en gras aanwezig zijn. De kenmerken van de openbare ruimte zijn ook van invloed op de ervaren emoties (veiligheid, ontspanning, en opwinding). De auteurs concluderen daarom dat een levendige openbare ruimte met veel groen kan bijdragen aan positieve emoties en verminderde gevoelens van eenzaamheid.

Bescherming tegen gezondheidsrisico’s

Naast de vraag hoe we omgevingen kunnen creëren die uitnodigen tot gezond gedag en die als prettig en aantrekkelijk worden ervaren, wordt er veel onderzoek gedaan naar de vraag hoe we onze omgeving kunnen inrichten om inwoners te beschermen tegen gezondheidsrisico’s, zoals slechte luchtkwaliteit, geluidsoverlast, infectieziekten en wateroverlast. Deze vraag staat centraal in vier artikelen binnen de themareeks.

Het artikel van Lisanne Corpel, Jeroen Kluck, Stephanie Erwin en Lisette Klok  belicht ‘hete hangijzers’: maatschappelijke vraagstukken rondom hitteproblematiek in stedelijke gebieden. Het onderzoek geeft inzicht in  exceptionele hitte, nachttemperaturen en huisvesting van kwetsbare groepen. De onderzoekers benadrukken de noodzaak van hittebestendige woningen en stedelijke ruimtes, met nadrukkelijke aandacht voor de sociaaleconomische achtergrond van bewoners. Deze vraagstukken vormen een onderzoekagenda waarmee nieuw beleid en onderzoek kan worden opgezet.

De klimaatuitdagingen reiken verder dan stedelijke gebieden. Marrit van der Meer, Dore Engbersen, Martine Veenman en Pim Martens tonen aan dat op het platteland gezondheid, klimaatverandering en biodiversiteit onlosmakelijk met elkaar verweven zijn. Het artikel richt zich specifiek op hoe gezondheidseffecten van klimaatadaptatiemaatregelen bepaald kunnen worden, hoe de maatschappelijke impact van klimaatadaptatiemaatregelen afgewogen kunnen worden en welke bestuurlijke context nodig is om deze maatregelen te implementeren. De auteurs pleiten voor een transformatieve aanpak die zich richt op veranderingen in systemen, structuren en processen om de veerkracht van plattelandsregio’s te versterken.

Amanda Jacobs-Jansen, Thijs Groenveld en Lisanne Dierdorp  brengen met een praktijkonderzoek de gezondheidsimpact van Windpark Nij Hiddum-Houw in Friesland in beeld. De meerjarige gezondheidsmonitor brengt naar voren dat omwonenden grote last ervaren door veranderingen in het landschapsaanzicht, storende rode verlichting en geluidshinder van wieken. De auteurs concluderen dat bij de totstandkoming van windturbines- en parken in Nederland verder gekeken moet worden dan bestaande wettelijke kaders. De maatschappelijke en emotionele impact zoals beschreven in het artikel moet ook serieus genomen worden. Uit het onderzoek bleken persoonlijke contactmomenten essentieel om data te vertalen naar individuele ervaringen.

Evy de Kort onderstreept dit door te wijzen op het belang van interactie met alle betrokkenen in het ontwerp- en besluitvormingsproces rondom een gezonde leefomgeving. Een data-gedreven benadering gaat verder dan slechts meten. Het ontwerp- en besluitvormingsproces zou zich niet alleen op meetbare parameters moeten richten, maar ook op de kwalitatieve aspecten, zoals sociale interactie. Dit vraagt om een proces waarin samenwerking centraal staat: gezamenlijke doelbepaling, ontwerpen en herhaaldelijk toetsen, totdat er een breed gedragen ontwerp ontstaat dat volledig aansluit bij de vooraf gezamenlijk opgestelde doelstellingen.

Samenwerken aan een gezonde leefomgeving

De thema’s waarop gestuurd kunnen worden om gezonde leefomgevingen vorm te geven en te bevorderen, staan niet los van elkaar. Figuur 1 laat zien dat de thema’s vaak overlappen. Werken aan een gezonde leefomgeving vraagt daarom om een integrale aanpak. Verschillende artikelen in de themareeks onderschrijven ook dit belang van samenwerking tussen verschillende organisaties, partijen en mensen.

David Dooghe beschrijft een stappenplan dat gemeenten kan helpen om gezonde verstedelijking in het gemeentelijke beleid te versterken en gezondheidsdoelen te verankeren via omgevingswetinstrumenten, gebaseerd op het onderzoek Gezonde verstedelijking Brabant(stad) van TNO, bestaande uit de volgende stappen:

1) Een gezondheidsteam samenstellen;

2) Concretiseren van gezondheidsdoelen;

3) Koppelen van gezondheidsdoelen aan ruimtelijke opgaves;

4) Uitwerken van de koppelkansen en belanghebbende stakeholders in kaart brengen;

5) Omgevingsinstrumenten toepassen.

In zijn artikel conclueert David Dooghe dat door het betrekken van meerdere gemeentelijke afdelingen of externe partners, er vaak meer mogelijk is dan wat gemeenten vermoeden.

Ook Anna Jansen, Annette Duivenvoorden en Hadewych Cliteur benadrukken het belang van samenwerking tussen verschillende domeinen: “Om iedereen gelijke kansen op een gezond leven te geven, is zowel samenwerking tussen verschillende domeinen als een brede en lokale aanpak nodig”. Hun artikel, gebaseerd op onderzoek en praktijkervaring van GezondIn, gaat in op de toenemende gezondheidsverschillen tussen wijken in Nederland. Ze beschrijven een aantal waardevolle praktijklessen uit het wijkvernieuwingsproject ‘Sunny Selwerd’ in Groningen. Zo is het belangrijk om vanaf de start van een wijkaanpak zowel fysieke als sociale aspecten mee te nemen, domein overstijgend te werken en samen te werken met bewoners. Een dergelijke integrale benadering is belangrijk, omdat het aanpakken van gezondheidsproblemen in kwetsbare wijken via de leefomgeving geen one-size-fits-all oplossing kent, juist omdat bewoners en buurten zo verschillend zijn.

Randy Bloeme beschrijft in zijn artikel een aantal praktijklessen in het proces van de gemeente Amstelveen bij het opstellen van haar Visie Gezonde Leefomgeving. Randy Bloeme concludeert dat 1) een brede blik op gezondheid nodig is om het onderwerp toepasbaar te maken te maken voor zowel de sociale als fysieke beleidsdomeinen; 2) het belangrijk is om je te verdiepen in doelgroepen en buurten met hun eigen gezondheidsuitdagingen; 3) gemeentes zich het beste kunnen richten op de thema’s waar ze zelf lokaal het verschil kunnen maken; 4) dat werken aan de gezonde leefomgeving ook winst op andere thema’s oplevert (bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit en klimaatadaptatie); en 5) dat deze samenhang ook vraagt om afwegingen.

Tot slot onderstreept Sanne Vermeulen in haar artikel het belang van participatie van kwetsbare groepen. In een handreiking geeft ze aan dat het belangrijk is om al tijdens de planvormingsfase te starten met inclusieve participatie. Daarnaast pleit ze ervoor om sociale thema’s zoals mentaal welzijn, cohesie, inclusiviteit en sociale veiligheid meer centraal te stellen bij de inrichting van de leefomgeving. Hierdoor zou er ook meer samenhang tussen het fysieke en sociale domein kunnen ontstaan, wat “leidt tot veerkracht om te kunnen omgaan met hedendaagse en toekomstige uitdagingen”.

Richtingen voor vervolgonderzoek

De themareeks benadrukt de complexiteit van het realiseren van een gezonde leefomgeving. In Figuur 1  staan vier thema’s centraal die richting geven aan een gezonde leefomgeving. De besproken artikelen sluiten hierop aan en verkennen kansen en uitdagingen rond vraagstukken die raken aan fysieke, mentale en sociale gezondheid.

We weten nu dat een gezonde leefomgeving verder gaat dan alleen de fysieke en ruimtelijke inrichting. Het omvat ook hoe mensen hun omgeving beleven, de mate van bescherming tegen gezondheidsrisico’s en de kracht van samenwerking tussen verschillende domeinen en partijen. Samenwerking vormt de sleutel tot impactvolle veranderingen. Door kennis, methoden en inzichten vanuit verschillende disciplines samen te brengen, kunnen oplossingen worden ontwikkeld die bijdragen aan een integrale benadering van gezondheid.

Voor toekomstig onderzoek liggen er belangrijke vragen op tafel. Hoe kunnen sociale indicatoren worden vertaald naar meetbare en toepasbare fysiek-ruimtelijke kenmerken? Hoe versterken we de samenwerking tussen het sociale en ruimtelijke domein? En hoe zorgen we ervoor dat ruimtelijke verschillen in gezondheidsuitkomsten worden teruggedrongen?

De inzichten uit deze themareeks zijn essentieel om de volgende stappen te zetten met als doel om een leefomgeving te realiseren die gezondheid voor iedereen en op alle niveaus  – fysiek, mentaal en sociaal – bevordert.

Overzicht artikelen themareeks

Author profile
Pauline is senior onderzoeker binnen het lectoraat De Ondernemende Regio van Fontys Hogeschool in Eindhoven.

Pauline van den Berg (p.vandenberg@fontys.nl) is senior onderzoeker binnen het lectoraat De Ondernemende Regio van Fontys Hogeschool in Eindhoven. Pauline's onderzoek richt zich op sociale en gezonde leefomgevingen, met als doel bij te dragen aan leefbare steden die uitnodigen om te bewegen, elkaar te ontmoeten, en waar mensen zich thuis voelen. Pauline heeft een MSc in Culturele Antropologie (Radboud Universiteit Nijmegen), een MSc in Architecture, Building and Planning (Eindhoven University of Technology, TU/e) en een PhD in Urban Planning (TU/e). Van 2012 tot 2023 werkte zij als universitair docent aan de TU/e. Pauline is gastredactrice voor de themareeks Gezonde leefomgeving van Rooilijn.

Author profile
Evy de Kort
Evy heeft een expertise in gezond stedelijk leven en brengt als adviseur bij Urban Sync de ruimtelijke en sociale aspecten van gezondheid in verbinding met elkaar.
Author profile
Emil is hoofdredacteur van Rooilijn en universitair docent Stedelijke Vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam.

Als universitair docent Stedelijke Vraagstukken verzorgt Emil onderwijs in de bacheloropleiding Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen (ISW) van de Universiteit van Amsterdam.

Emil’s onderzoek richt zich op de visies en ideologieën die ten grondslag liggen aan stedelijke (her)ontwikkelingen en hoe deze ontwikkelingen zich vertalen in de ‘geografie van het alledaagse leven’. Centrale thema’s die hierbij horen zijn sociaal-ruimtelijke ongelijkheid, gentrificatie, stigmatisering, racialisering en place-making.

Naast zijn werk als geograaf is Emil geïnteresseerd in journalistiek. Sinds november 2023 combineert hij zijn passie voor het vakgebied met schrijven als hoofdredacteur van Rooilijn.

Literatuur

Planbureau voor de Leefomgeving (2022) Gezondheidsachterstanden: Kijk ook eens naar de ruimtelijke uitsortering van mensen en voorzieningen, Den Haag.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2024) Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024: Kiezen voor een gezonde toekomst, Bilthoven.

Author profile
Pauline is senior onderzoeker binnen het lectoraat De Ondernemende Regio van Fontys Hogeschool in Eindhoven.

Pauline van den Berg (p.vandenberg@fontys.nl) is senior onderzoeker binnen het lectoraat De Ondernemende Regio van Fontys Hogeschool in Eindhoven. Pauline's onderzoek richt zich op sociale en gezonde leefomgevingen, met als doel bij te dragen aan leefbare steden die uitnodigen om te bewegen, elkaar te ontmoeten, en waar mensen zich thuis voelen. Pauline heeft een MSc in Culturele Antropologie (Radboud Universiteit Nijmegen), een MSc in Architecture, Building and Planning (Eindhoven University of Technology, TU/e) en een PhD in Urban Planning (TU/e). Van 2012 tot 2023 werkte zij als universitair docent aan de TU/e. Pauline is gastredactrice voor de themareeks Gezonde leefomgeving van Rooilijn.

Author profile
Evy de Kort
Evy heeft een expertise in gezond stedelijk leven en brengt als adviseur bij Urban Sync de ruimtelijke en sociale aspecten van gezondheid in verbinding met elkaar.
Author profile
Emil is hoofdredacteur van Rooilijn en universitair docent Stedelijke Vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam.

Als universitair docent Stedelijke Vraagstukken verzorgt Emil onderwijs in de bacheloropleiding Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen (ISW) van de Universiteit van Amsterdam.

Emil’s onderzoek richt zich op de visies en ideologieën die ten grondslag liggen aan stedelijke (her)ontwikkelingen en hoe deze ontwikkelingen zich vertalen in de ‘geografie van het alledaagse leven’. Centrale thema’s die hierbij horen zijn sociaal-ruimtelijke ongelijkheid, gentrificatie, stigmatisering, racialisering en place-making.

Naast zijn werk als geograaf is Emil geïnteresseerd in journalistiek. Sinds november 2023 combineert hij zijn passie voor het vakgebied met schrijven als hoofdredacteur van Rooilijn.

57 /

9 december 2024

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op dit artikel

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

13385