Lokale inzet door ontmoeting

Veel bewoners willen actief betrokken zijn bij hun leefomgeving. Maar niet iedereen doet dat in gelijke mate. Hoe bereik je het sluimerende potentieel aan lokale inzet in een gemeente? Gevraagd worden door een bekende blijkt een belangrijke route naar actieve betrokkenheid. Maar hoe en waar ontstaan sociale netwerken in een dorp? Interviews met actieve inwoners geven meer inzicht in de rol die sociale netwerken spelen in de keuze om actief te worden en hoe en waar lokale sociale contacten ontstaan.

De overheid verwacht van burgers dat ze meer verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun leefomgeving nemen. Het onderzoek ‘Dichtbij Huis’ van het Sociaal Cultureel Planbureau (Vermeij & Steenbekkers, 2015) laat zien dat er een relatie bestaat tussen de grootte van het sociale netwerk en de lokale inzet van dorpsbewoners. Mensen die sterker sociaal verbonden zijn met hun dorp zetten zich vaker in als vrijwilliger binnen een vereniging of informeel initiatief. Voor een deel komt dit doordat lokale inzet vaak lokale contacten oplevert. Maar welke rol sociale netwerken spelen in de keuze om lokaal actief te worden is veel minder duidelijk. Eerdere onderzoeken hebben laten zien dat gevraagd worden naast willen en kunnen een belangrijke voorspeller voor participatie is (Brady e.a., 1995; Wijdeven e.a., 2013). Deze onderzoeken hebben echter weinig aandacht besteed aan de vraag of het uitmaakt door wie iemand gevraagd wordt voor een vrijwilligerstaak. Maakt het verschil of het verzoek komt van een kennis of een bestuurslid dat men niet persoonlijk kent? Dit artikel gaat in op deze vraag.

De onderzoekers van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) concluderen dat om het sluimerende potentieel aan lokale inzet in een dorp aan te spreken het belangrijk is om in beleid de nadruk te leggen op het uitbreiden van lokale sociale netwerken, in plaats van het versterken van bestaande netwerken. Hierdoor raken dorpsbewoners bij het dorpsleven betrokken die dat eerder nog niet waren. Nieuwe contacten brengen ook nieuwe vaardigheden en kennis mee, waarmee de groep participerende inwoners een betere afspiegeling van de dorpsbevolking gaat vormen (Vermeij & Steenbekkers, 2015). Maar hoe en waar sociale netwerken ontstaan in een dorp is verrassend weinig onderzocht (Van den Berg e.a., 2015). Dit artikel benut de ervaringen van dorpsbewoners om ook de volgende vraag te beantwoorden: Welke rol spelen ontmoetingsplekken in het dorp in het ontstaan en onderhouden van sociale contacten?

Om antwoord te geven op bovengenoemde vragen is gebruikgemaakt van een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam dat werd uitgevoerd in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De gemeente bestaat uit zeven dorpskernen, die in omvang uiteenlopen van 1200 tot 18.000 inwoners. 515 inwoners hebben meegedaan aan het onderzoek (respons 25%). Uitkomsten van deze enquête geven een beeld van de huidige actieve betrokkenheid van de inwoners en de mate waarin ze bereid zijn nieuwe vrijwilligersactiviteiten op zich te nemen. Daarnaast zijn interviews uitgevoerd met 12 inwoners van de gemeente die op verschillende manieren actief zijn in het dorp, bijvoorbeeld als lid van het bestuur van het dorpshuis of vrijwilliger in een Mamacafé. De namen van de geïnterviewden zijn gefingeerd.

Potentiële actieve inwoners

Meer dan de helft van de inwoners heeft zich het afgelopen jaar ingezet voor hun buurt of woonplaats, bijvoorbeeld voor een vereniging of een sociale activiteit in de buurt. De mensen die zich inzetten, besteden daar gemiddeld 12 uur per maand aan. Van de inwoners is 28% op dit moment niet actief, maar zou wel een nieuwe vrijwilligersactiviteit op zich willen nemen. Er is in deze gemeente dus inderdaad een aanzienlijk sluimerend potentieel aan actieve betrokkenheid. Deze potentiële actieve inwoners zijn met name te vinden onder de inwoners tussen de 18 en 45 jaar en onder nieuwe inwoners (5 jaar of korter woonachtig in de huidige woonplaats). Ook het SCP noemt nieuwkomers als een groep met veel potentieel, omdat ze vaak nieuwe capaciteiten meebrengen en hun recente verhuizing een positieve houding ten opzichte van het dorp laat zien. Dat ze zich iets minder inzetten dan de inwoners die al langer in het dorp wonen komt vaak omdat ze hun weg nog moeten vinden (Vermeij & Steenbekkers, 2015). De uitkomsten in de Utrechtse Heuvelrug laten zien dat de potentiële actieve inwoners minder sociale contacten in het dorp hebben dan de inwoners die al actief zijn. Waar de inwoners die actief zijn en ook bereid tot nieuwe activiteiten aangeven gemiddeld 182 mensen in hun woonplaats te kennen, kennen de potentiële actieve inwoners gemiddeld 57 mensen. Interessant is ook dat ze gemiddeld genomen minder tevreden zijn over hun contact met buurt- en dorpsgenoten dan actieve inwoners, wat lijkt aan te geven dat ze graag meer contacten in het dorp zouden willen hebben.

Gevraagd worden

Het merendeel van de geïnterviewde actieve inwoners is voor hun huidige vrijwilligersactiviteiten door een bekende uit het dorp gevraagd. Dit illustreert het belang van het onderdeel uitmaken van lokale netwerken voor het actief betrokken raken bij het dorp. Sommigen zijn door een goede bekende gevraagd om samen op een algemene oproep te reageren, bijvoorbeeld voor een nieuw bestuur. Joost, actief als voorzitter van een sportvereniging, vertelt:

“Het bestuur was over de houdbaarheidsdatum heen […]. Er waren echt noodvergaderingen: hoe gaan we dit oplossen? Toen was er een bekende van mij, een vrouw uit het dorp, die zei, dit is toch eigenlijk gênant, zullen wij dit samen gaan doen? Dan word jij voorzitter, ik secretaris. Dit was wel een soort sociaal appél. Ik dacht, eigenlijk […] heb ik er niet de tijd voor, maar als ik het niet doe weet ik niet hoe het met die vereniging verder gaat.”

Dit laat ook zien hoe gevraagd worden door een bekende kan helpen iemand over de streep te trekken om iets te doen. Het is belangrijk voor de actieve inwoners dat zij het goed kunnen vinden met de persoon die hen vraagt. Afhankelijk van wie hen vraagt, bepalen zij wel of niet positief op een verzoek te reageren. Dit is een aspect dat tot nu toe in de literatuur niet veel aandacht heeft gekregen. Voor sommigen is dit belangrijk omdat het de vrijwilligersactiviteit simpelweg leuker maakt. Anderen zien het als een voorwaarde voor een succesvolle samenwerking. Vertrouwen en het beschikken over de juiste capaciteiten worden daarbij ook als belangrijke elementen genoemd. Gevraagd worden door en samenwerken met een goede bekende biedt op die punten een bepaalde zekerheid. Dit speelt vooral een rol bij activiteiten die veel tijd of verantwoordelijkheid vereisen. Zoals Joost beschrijft:

“Je weet dat je een commitment aangaat voor 3 tot 4 jaar en ik weet ook dat de secretaris, voorzitter en penningmeester de mensen zijn die het bestuur dragen. Dat moet je niet gaan doen met iemand die je incapabel vindt of niet zo’n aardig persoon. […] Je gaat schouder aan schouder staan met mensen die je vertrouwt en waar je prettig samen mee werkt.”

Waar in eerder kwantitatief onderzoek wordt gesuggereerd dat sociale druk de reden is voor het vaker positief reageren op een verzoek van een goede bekende (Paik & Navarre-Jackson, 2010), komt dat in de interviews niet naar voren. De geïnterviewde inwoners geven aan in het verleden ook wel eens verzoeken naast zich neer te hebben gelegd.

De actieve inwoners vragen zelf ook bekenden voor vrijwilligerstaken of proberen via bekenden nieuwe mensen voor een activiteit te werven. Veel geven aan de ervaring te hebben dat een algemene oproep weinig oplevert, terwijl mensen persoonlijk benaderen de kans op succes aanmerkelijk vergroot. Een aantal geïnterviewden probeert bewust inwoners buiten het netwerk van actieve inwoners te bereiken en te laten aanhaken. Robert, bestuurslid van de Oranjevereniging, vertelt:

“Op Koningsdag zelf heb je veel vrijwilligers nodig. We zijn een initiatief gestart om vrijwilligers uit de kroeg op te pikken om ook eens van andere bronnen gebruik te maken. Er zijn drie nieuwe gezinnen bij mijn ouders in de straat komen wonen. Ik ben gewoon naar binnen gestapt en heb gezegd: je bent nieuw hier, vind je het leuk om op zo’n dag te komen helpen? Gelijk allemaal enthousiast. Dat werkt gewoon, dat is de enige manier.”

Het is voor de actieve inwoners geen probleem dat de rest van de groep waarmee wordt samengewerkt deels uit onbekenden bestaat. In veel gevallen werkt degene die de geïnterviewde vroeg voor de activiteit zelf ook mee, dat lijkt voldoende zekerheid te bieden. Doordat vaak wordt samengewerkt met mensen die men nog niet kende, leidt actieve betrokkenheid tot een uitbreiding van het sociale netwerk. De actieve inwoners noemen het leren kennen van nieuwe mensen ook als een positief aspect van actief betrokken zijn.

Een uitzondering op de hiervoor beschreven bevindingen vormen de leden van de zogenaamde dorpsnetwerken. Deze netwerken zijn in de verschillende dorpen gestart door de gemeente om als intermediair te functioneren tussen de gemeente en de dorpen. De leden van deze netwerken hebben gereageerd op een oproep van de gemeente tijdens een bijeenkomst. Ze vonden het geen bezwaar dat ze niet wisten met wie ze gingen samenwerken. Een mogelijke verklaring is dat het iets nieuws is dat geïnitieerd is door de gemeente, waardoor het minder als een grote verantwoordelijkheid voelt die een bestaande vertrouwensband vereist. Verder hebben de leden een duidelijke motivatie iets te willen doen voor het dorp en verwachten ze dat dat de leden van het netwerk onderling zal binden.

Ontmoetingsplekken

Maar waar en hoe ontstaan sociale contacten in het dorp? Er lijkt een onderscheid te zijn tussen plekken en gelegenheden in het dorp waar nieuwe contacten ontstaan en plekken waar men bekenden treft. Sommige plekken kunnen beide rollen vervullen. De actieve inwoners geven aan dat ze de mensen die ze in het dorp kennen, hebben leren kennen vanuit de straat of buurt, verenigingen waar ze lid van zijn, de kerk, gezamenlijke activiteiten, hun vrijwilligerswerk en in het café. Voor ouders zijn de kinderopvang of school en verenigingen of andere activiteiten van de kinderen plekken waar veel contacten ontstaan. Bij het bespreken van een aantal ontmoetingsplekken in het dorp zegt Jasper:

“Mijn indruk is dat je elkaar daar alleen maar treft omdat je elkaar al kent, in ieder geval dat geldt voor mij. Mij lukt het niet om een nieuw contact via zo’n informeel, toevallig contact op te bouwen. Bij mij is het zo dat het gaat via zo’n clubje, […] samen iets doen, dan bouw je een relatie op.”

Als voorbeeld noemt hij de jaarlijkse actie NL Doet: “Geweldige manier om sociale cohesie tot stand te brengen, want dan gebeurt er namelijk iets. Dan doe je dingen samen en dat heeft ook wel geleid tot een aantal nieuwe contacten.” De inwoners benoemen dat ze op straat, in de winkel of het dorpshuis en bij evenementen in het dorp mensen tegenkomen die ze al kennen. Juist doordat je elkaar na het leren kennen weer regelmatig tegenkomt ontstaat er een contact, in die zin hebben elkaar treffen op straat, bij voorzieningen en evenementen een versterkend effect op het ontstaan van sociale contacten. Zoals Martin zegt over de Jumbo en de markt:

“Dit is een redelijk actief punt, waar je regelmatig mensen tegenkomt die zeggen ‘hé, hoe gaat het met je’. Het is nuttig dat je mensen tegenkomt die je een tijd niet meer gesproken hebt. Je kunt even bijpraten, hoe het ermee gaat. […] Zo houd je je contacten binnen het dorp actief.”

Wel wordt gezegd dat niet alle dorpsbewoners in gelijke mate open staan voor sociale contacten en bijvoorbeeld alleen naar de markt komen om te halen wat ze nodig hebben. Marijke beschrijft hoe ze als twee werkende ouders niet veel tijd hebben om bewust nieuwe mensen op te zoeken en al blij zijn de bestaande netwerken van henzelf en hun kinderen bij te houden.

Faciliteren van ontmoeting

Voor lokale inzet is het van belang dat veel dorpsbewoners deel uitmaken van lokale sociale netwerken. Gemeenten kunnen dit bevorderen door het faciliteren van ontmoetingsplekken en –gelegenheden. Voor het uitbreiden van lokale netwerken lijkt het belangrijk te focussen op plekken waar sociale contacten ontstaan, bijvoorbeeld verenigingen, cursussen en andere meer informele groepen of activiteiten georganiseerd door de inwoners zelf. Dit kan in de vorm van financiële ondersteuning, het bieden van een ruimte of andere praktische ondersteuning. Om uitbreiding van lokale netwerken te bevorderen is het van belang de nadruk te leggen op activiteiten met een open karakter die juist ook toegankelijk zijn voor mensen die nog niet een groot lokaal netwerk hebben en die moeite doen om deze groep te bereiken. Verenigingen en meer informele initiatieven kunnen wellicht nog meer dan ze nu al doen lokale netwerken benutten bij het werven van nieuwe vrijwilligers door mensen zoveel mogelijk persoonlijk en indien mogelijk via bekenden te benaderen.

Voorzieningen spelen een rol in het ontstaan en onderhouden van contacten. Het dorpshuis kan een belangrijke plek zijn waar nieuwe contacten ontstaan, omdat het ruimte biedt aan verschillende verenigingen en informele groepen en er allerlei activiteiten georganiseerd kunnen worden. Dit kwam ook naar voren in een onderzoek in Noord-Nederland (Elshof & Bailey, 2015). Hierbij is het van belang dat het een inclusieve plek is die qua uitstraling en inrichting aantrekkelijk is voor verschillende groepen inwoners en ook een plek die door de inrichting uitnodigt tot ontmoeting. Als keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van het in stand houden van voorzieningen lijkt het dorpshuis of een voorziening die een vergelijkbare rol kan vervullen een belangrijke voorziening te zijn om op in te zetten om ontmoetingen en daarmee lokale betrokkenheid te faciliteren.

(Dit artikel verscheen in Rooilijn  51(2), p. 116-121)

Author profile
Rixt is adviseur en onderzoeker bij KAW architecten.

Rixt Bijker (r.bijker@kaw.nl) is opgeleid als socioloog en cultureel geograaf en gepromoveerd op een naar de migratie naar minder polulaire plattelandsgebieden waarbij de kenmerken en motieven van de mensen die verhuizen centraal stonden. In 2016 en 2017 was zij als postdoc betrokken bij het onderzoeksproject ‘Goede contacten, sterke buurten?’ dat als doel had meer inzicht te krijgen in de keuze van mensen om wel of niet actief betrokken te zijn bij hun buurt of woonplaats, met name in de rol die sociale aspecten in die keuze spelen. Sinds 2018 werkt zij als adviseur en onderzoeker voor KAW architecten.

Author profile
Eveline is hoogleraar Stedelijke Economie aan Wageningen Universiteit

Eveline van Leeuwen (1978) graduated in Land Use Planning (MSc) at the Wageningen University in 2002 and obtained a PhD in Economics at VU Amsterdam on the thesis entitled "Towns today : Contemporary Functions of Small and Medium-sized Towns in the Rural Economy" in 2008. She is now affiliated to Wageningen University as professor and chairholder of the Urban Economics group.

Eveline has a broad interest in economic and social interactions between places at the regioal and urban level and how these interactions impact wellbeing/happiness; economic activities and participation. In her research, she focusses on the integration of micro- and macro approaches in the field of regional science. Linking agent-based modelling and microsimulation, with macro models is an important common thread. This novel approach was rewarded with two best paper awards and resulted in several invited presentations.

Currently, Eveline and her group are working on how social and physical neighbourhood characteristics contribute to individual level decisions. They focus on sustainable energy consumption and the uptake of renewable energy, local participation and social networks, and healthy lifestyles.

In addition, at the regional level, a project on the opportunities for regional food systems and the preferences of urban consumers will start early 2018.

(source: website Wageningen UR)

Author profile
Paul werkt als universitair docent bij de afdeling Ruimtelijke Economie van de Vrije Universiteit in Amsterdam

Paul Koster (1983) works as an assistant professor at the Department of Spatial Economics, Vrije Universiteit Amsterdam. He graduated at this department in Economics in 2007 and obtained his PhD in 2012 on a thesis entitled “The cost of travel time variability for air and car travellers”. He is also affiliated as a research fellow at the Tinbergen Institute.

Literatuur

Brady, H.E., S. Verba & K. Lehman Schlozman (1995) ‘Beyond SES: A resource model of political participation’, American Political Science Review, jg. 89, p. 271-294

Elshof, H. & A. Bailey (2015) ‘The role of responses to experiences of rural population decline in the social capital of families’, The Journal of Rural and Community Development, jg. 10, nr. 1, p. 72-93

Paik, A. & L. Navarre-Jackson (2010) ‘Social networks, recruitment, and volunteering: Are social capital effects conditional on recruitment?’, Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, jg. 20, p. 1-21

Van den Berg, P., T. Arentze & H. Timmermans (2015) ‘A multilevel analysis of factors influencing local social interaction’, Transportation, jg. 42, p. 807-826

Vermeij, L. & A. Steenbekkers (2015) Dichtbij Huis: Lokale binding en inzet van dorpsbewoners, SCP, Den Haag

Wijdeven, T., L. de Graaf, F. Hendriks & M. van der Staak (2013) Actief burgerschap: Lijnen in de literatuur, Tilburgse School voor Politiek en Bestuur, Tilburg University, Tilburg

Author profile
Rixt is adviseur en onderzoeker bij KAW architecten.

Rixt Bijker (r.bijker@kaw.nl) is opgeleid als socioloog en cultureel geograaf en gepromoveerd op een naar de migratie naar minder polulaire plattelandsgebieden waarbij de kenmerken en motieven van de mensen die verhuizen centraal stonden. In 2016 en 2017 was zij als postdoc betrokken bij het onderzoeksproject ‘Goede contacten, sterke buurten?’ dat als doel had meer inzicht te krijgen in de keuze van mensen om wel of niet actief betrokken te zijn bij hun buurt of woonplaats, met name in de rol die sociale aspecten in die keuze spelen. Sinds 2018 werkt zij als adviseur en onderzoeker voor KAW architecten.

Author profile
Eveline is hoogleraar Stedelijke Economie aan Wageningen Universiteit

Eveline van Leeuwen (1978) graduated in Land Use Planning (MSc) at the Wageningen University in 2002 and obtained a PhD in Economics at VU Amsterdam on the thesis entitled "Towns today : Contemporary Functions of Small and Medium-sized Towns in the Rural Economy" in 2008. She is now affiliated to Wageningen University as professor and chairholder of the Urban Economics group.

Eveline has a broad interest in economic and social interactions between places at the regioal and urban level and how these interactions impact wellbeing/happiness; economic activities and participation. In her research, she focusses on the integration of micro- and macro approaches in the field of regional science. Linking agent-based modelling and microsimulation, with macro models is an important common thread. This novel approach was rewarded with two best paper awards and resulted in several invited presentations.

Currently, Eveline and her group are working on how social and physical neighbourhood characteristics contribute to individual level decisions. They focus on sustainable energy consumption and the uptake of renewable energy, local participation and social networks, and healthy lifestyles.

In addition, at the regional level, a project on the opportunities for regional food systems and the preferences of urban consumers will start early 2018.

(source: website Wageningen UR)

Author profile
Paul werkt als universitair docent bij de afdeling Ruimtelijke Economie van de Vrije Universiteit in Amsterdam

Paul Koster (1983) works as an assistant professor at the Department of Spatial Economics, Vrije Universiteit Amsterdam. He graduated at this department in Economics in 2007 and obtained his PhD in 2012 on a thesis entitled “The cost of travel time variability for air and car travellers”. He is also affiliated as a research fellow at the Tinbergen Institute.

31 mei 2018

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op dit artikel

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.