Blauw als basis

24 februari 2023

Je rijdt de stad uit en ziet blauw-wit-rode vlaggen, waar je ook komt. De boeren zijn boos. Er wordt vanuit Den Haag geroepen dat de veestapel gehalveerd moet worden. Boeren krijgen de schuld van de stikstofcrisis. ‘Dit kan niet waar zijn!’. Want, zij houden van het bedrijf dat ze van hun ouders overnamen. Zij houden van hun land, ze werken hard met hart voor hun werk. Dus zijn er demonstraties met tractoren en hangen de vlaggen met blauw boven. Ze laten zich niet klein krijgen door een elite uit de stad, door politici en bestuurders. Die hebben hen eerst vele jaren gestimuleerd om hun bedrijf te vergroten, te industrialiseren. Meer liters en kilo’s drukken de prijs en dat is nodig om te kunnen concurreren op de wereldmarkt. En nu zou dat ineens niet meer kunnen… ‘Dat kan niet waar zijn’.

De politici hebben met hun roep om halvering van de veestapel overigens wel een punt, want de stikstofnormen, door de EU gesteld, moeten gehaald worden. Daar was wel een uitspraak van de Hoge Raad in 2019 voor nodig want de heersende politieke krachten in Nederland hebben het voldoen aan de normen al lang voor zich uitgeschoven, onder meer via het in 2015 ingevoerde Programma Aanpak Stikstof, de PAS, die het voor veel bedrijven mogelijk maakte om stikstof te blijven uitstoten.

Wat is waar?

De bestuurders hebben gelijk, de metingen zijn waar, en die vormen de basis voor de normen. Maar de boeren hebben ook gelijk, want van een halve veestapel kan een boer niet rondkomen. Het lijkt een kwestie van alles of niets. Deze waarheid is te ongemakkelijk om waar te zijn. De discussie over doelen, cijfers en kaartjes leidt tot polarisatie. Het conflict laait op.

Wat is waar? Meten is weten. Natuurwetenschappers meten bijvoorbeeld de CO2-en stikstofgehalten in de lucht. Ze meten ook de uitstoot, en stellen de vraag: ‘waar zijn de bronnen?’. En ze meten de effecten op klimaatverandering en op afname van de biodiversiteit. Wetenschappers zijn onderzoekers, ze zoeken naar waarheid. Daarop baseert de politiek doelen en normen.

Er zijn ook andere vormen van onderzoek, bijvoorbeeld in de planologie, beleids- en bedrijfswetenschappen. Dan gaat het niet in de eerste plaats om metingen maar om evaluaties van projecten waaruit handelingsperspectieven voortkomen. Antwoorden op de vraag of het werkt, en hoe een goede benadering is. Van normen opleggen krijg je niet een vanzelf een ander bedrijf. Voor een omschakeling van de intensieve landbouw zijn andere verdienmodellen nodig. Hoe kan een bedrijf transformeren naar een duurzaam verdienmodel dat werkt? Met nevenactiviteiten die vergoed worden?

Daar hoor je in het boerendebat weinig over. Het is ‘dictatuur van een Haagse elite’ tegenover ‘complot-denken en opstand van boeren’. Maar het zou ook kunnen gaan over de stappen die boeren kunnen zetten om te blijven boeren, op een duurzame manier.

De voedselketen

Het is niet terecht en ook oneerlijk om hierbij alleen naar de boeren te kijken. Voor verandering van verdienmodellen die werken moeten ook andere spelers in de voedselketen bij het proces betrokken worden. Dat zijn bij voorbeeld de zuivel- en vleesfabrikanten, de producenten van krachtvoer, kunstmest en bestrijdingsmiddelen, de supermarkten, en niet te vergeten de banken die deze hele keten financieren. Zij zijn nu nog grote afwezigen in het boerendebat, maar zij verdienen veel meer en trekken aan de touwtjes in de hele keten. Hoe werkt de keten? En welke spelers kunnen welke rol spelen in de noodzakelijke transformatieprocessen? Hoe moeilijk het is blijkt uit het voorbeeld dat Wil Zonneveld in zijn column noemt, ontleend aan een programma van de Keuringdienst van Waarde. De supermarkt die duurzaam denkende klanten trekt met een ‘beter leven’ logo, maar boeren dwingt om onder de kostprijs te produceren. Duurzaam is duurder. Dat is ook een zeer ongemakkelijke waarheid. Hoe krijgen we die machtige internationale keten in beweging? Dat is zeer urgent. En wat kan daarbij de rol van Nederland zijn?

Verdienmodellen

Dichter bij huis kunnen de eerste stappen naar andere verdienmodellen voor de boeren ook in samenwerking met andere spelers gezet worden. Gemeenten, natuurorganisaties, waterschappen en partijen uit de wereld van zorg en recreatie kunnen hierin een grote rol spelen. In het laatste nummer van PUUR, het tijdschrift van Natuurmonumenten, vertelt een boer uit de Achterhoek zijn verhaal. Zijn familiebedrijf is een melkveehouderij. Zij gebruiken geen krachtvoer voor de dieren en geen kunstmest op het land. Hun dieren zijn bijna 6 maanden buiten en daardoor zitten zij niet met een grote berg mest. Die mest gaat grotendeels op de akkers, oude es-gronden, die beheerd worden als drieslagstelsel. Dat betekent om de drie jaar granen, die naar de koeien gaan en naar een lokale bakker. Het andere jaar hakvruchten die stikstof uit de lucht binden, en dan een jaar braak. De akkers, net als de graslanden waar hun jongvee graast, pachten ze van Natuurmonumenten.

Het verdienmodel omvat ook een ‘biotel’, een hotel met 5 kamers, rechtstreekse verkoop via een boerderijwinkel en schooltuintjes voor twee basisscholen. Het voorbeeld laat zien dat je van een boerenbedrijf met twee gezinnen goed kunt rondkomen op een boerderij naast en mèt een Natura 2000 gebied.

Blauw als basis

Dit biedt natuurlijk nog geen houvast voor alle boeren in Nederland. Het is wel  een voorbeeld van alternatieve verdienmodellen. Die blijven voor boeren die willen blijven boeren te veel op de achtergrond in de publieke discussie. Daarbij gaat het natuurlijk niet om één oplossing, maar om nauwkeurig maatwerk per gebied en per bedrijf. Gemeenten, Provincies en Waterschappen staan dicht bij de bedrijven. Zij kunnen een belangrijke rol spelen.

Eén kansrijke nog onderbenutte rol is weggelegd voor waterbeheer. Voldoende water is van levensbelang. Schoon water, in de grond en in de sloten, plassen, kanalen en rivieren is essentieel voor iedereen als basis voor drinkwater, voedselproductie en natuur. Dat vraagt om waterberging in tijden van overvloed. Een vergoeding aan boeren voor goed waterbeheer met waterberging, zo mogelijk gekoppeld aan moeraszuivering, is daarom van groot belang. Dat levert in alle delen van het land veel verschillende mogelijkheden om boeren een inkomen te bieden en hiermee ontstaan alternatieven voor de grootschalige, intensieve voedselproductie die zoveel problemen oplevert. Ten onrechte wordt hierbij eenzijdig de aandacht gericht op schade in natuurgebieden. Het gaat om gezondheid en milieukwaliteit die van levensbelang is voor alle bewoners van dit land.

Dus niet ‘blauw boven’, maar ‘blauw als basis’. Dit idee is niet nieuw. Waterschappen zijn al enige tijd bezig met het idee van blauwe diensten. De STOWA, de stichting toegepast onderzoek waterbeheer, geeft er uitgebreid informatie over. In de afgelopen 10 jaar zijn er op veel plaatsen in het land proefprojecten opgezet en geëvalueerd. Maar de sprong van proefproject naar algemene toepassing is nog niet gelukt. Dat is overigens ook de ervaring met veel van de proefprojecten bij de 4e Nota Ruimtelijke ordening in de jaren 90. Ook hier bleek het erg moeilijk om het leerproces van  de mooie voorbeelden door te trekken naar de gangbare praktijk. Toch is dat essentieel. Pas dan kunnen we boeren een alternatief bieden.

Blauwe diensten sluiten ook perfect aan op de blauwgroene netwerken uit het lagenmodel, een oud idee uit de ruimtelijke ordening, mooi gepresenteerd in de Nota Ruimte, het laatste deel van  de 5e Nota Ruimtelijke ordening. Nu zijn blauwgroene netwerken deel van het nationaal programma ‘Water en Bodem Sturend’. Dit programma geeft een goede richting aan maar blijft nogal abstract. Blauw als basis, als onderdeel van de bedrijfsvoering voor de boeren, maakt het concreter. Dit pleit dus ook voor blauw als brug, een echte drager die de kloof tussen ruimtelijke ordening en bedrijfsvoering kan overbruggen.

Zou het ontwikkelen daarvan niet een belangrijke stap kunnen zijn bij het zoeken naar een weg uit het diepe dal van de huidige crisis?

Noot van de redactie: deze column is geschreven als reactie op de laatste column van Wil Zonneveld. Ook bijdragen aan Rooilijn? Dat kan! Neem contact op via info@rooilijn.nl.

Author profile
Sybrand studeerde biologie in Utrecht en heeft gewerkt als onderzoeker bij de RU Utrecht (landschapsonderzoek), TU Delft (bouwkunde), en Alterra Wageningen.

Sybrand studeerde biologie in Utrecht en was in zijn werkzame leven actief als onderzoeker bij de RU Utrecht (landbouwonderzoek), TU Delft (bouwkunde) en Alterra Wageningen. Daarnaast heeft hij als gastdocent gewerkt in Venetië en Brussel.

Author profile
Sybrand studeerde biologie in Utrecht en heeft gewerkt als onderzoeker bij de RU Utrecht (landschapsonderzoek), TU Delft (bouwkunde), en Alterra Wageningen.

Sybrand studeerde biologie in Utrecht en was in zijn werkzame leven actief als onderzoeker bij de RU Utrecht (landbouwonderzoek), TU Delft (bouwkunde) en Alterra Wageningen. Daarnaast heeft hij als gastdocent gewerkt in Venetië en Brussel.

Column gegevens:

24 februari 2023

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze column

2 Reacties

  1. Carla Oldenburger (oldenburgers.nl)

    Hoi Sybrand, leuk van je te lezen. Om echt uit deze crisis te komen, is samenwerking en tot elkaar komen van boeren en wetenschappers hard nodig. Deze groepen moeten niet tegenover elkaar blijven staan of elkaar de rug toe keren, maar hebben elkaar heel hard nodig. Maar welke politieke partij staat volledig achter deze samenwerking en ziet dat hier de oplossing ligt? Het is de enige weg volgens mij, maar politiek gezien ook een zeer complexe weg. De boeren kunnen en willen best andere oplossingen zoeken, als dat in hun geval nodig blijkt te zijn en de kenners moeten daar vertrouwen in hebben en hen helpen oplossingen aan te dragen. De boeren zijn natuurlijk niet het enige probleem, ook de droogte draait op sommige plaatsen de natuur/biodiversiteit de nek om. Onze kinderen en kleinkinderen hebben gigantische problemen op te lossen. Ik probeer net als jij mee te denken en sta achter je ideeën.

    Antwoord
    • Sybrand Tjallingii

      Ha Carla,
      Goed om je reactie te zien! Inderdaad, boeren zijn niet het enige probleem, maar omdat ze land beheren kunnen ze wel een belangrijk deel van de oplossing zijn. Wetenschappers kunnen niet alleen helpen om grenzen te stellen maar vooral ook om richting te geven. Dat vraagt om een leren door doen proces en samenwerking tussen wetenschappers en boeren.

      Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.