Pippi, de nieuwe Directeur Gebiedsontwikkeling Rotterdam

1 mei 2025

De huidige directeur Gebiedsontwikkeling gaat met pensioen en Rotterdam zoekt een opvolger. Voorwaar een uitdagende functie met een stevige interne en externe focus. In een stad die hard groeit met toonaangevende projecten, zoals Rijnhaven en Rotterdams Tij, en grootse ambities als resilient city – gezond, inclusief, productief, duurzaam en compact, zoals de omgevingsvisie uit 2023 vermeldt. Je springt dus op een rijdende trein die op koers ligt, maar er is ook een sturingsopgave. ‘Als directeur ga je samen met collega-directeuren van Stadsontwikkeling aan de slag met het herzien van de sturing en verdeling van taakgebieden. Dit, om te waarborgen dat zaken op het vlak van opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap overeenstemmen met wat de stad, het college en de organisatie in deze tijd van ons vragen.’ Dus hoewel de stad al verandert, behoeft het proces van stedelijke ontwikkeling zelf ook verandering. En daarmee is deze vacature een mooie aanleiding om daar dieper op in te gaan.

In 2015 bracht ik mijn openbare les met de titel ‘Veranderstad: Stedelijke gebiedsontwikkeling in transitie’ uit. Ik koos deze titel niet omdat steden veranderen, maar ‘omdat de stad veranderen anders gaat’, willen we kunnen omgaan met transitieopgaven. Het idee is simpel. Je kunt niet verwachten dat je andere uitkomsten krijgt, als je niet bereid bent om je werkwijze aan te passen. In tijden van transitie gaat het dan niet alleen om ombouwen – van bestaande werkwijzen – en opbouwen – van nieuwe werkwijzen -, maar ook om voort- en afbouw. En met name deze laatste veranderingen zijn niet meer alleen fijn, maar doen ook pijn, want het gaat om fundamenteel andere aanpakken, die de gangbare vervangen.

Om de titel van de omgevingsvisie ‘Rotterdam Veranderstad, werken aan een wereldstad voor iedereen’ waar te maken, zijn fundamentele veranderingen in de wijze van stedelijke ontwikkeling nodig. Gebiedsontwikkeling gaat niet meer alleen om het realiseren van nieuwe woon- en werkomgevingen – integraal planmatig of organisch – maar om het leveren van meervoudige prestaties, die ook effect hebben op de stedelijke ecologie en het sociaal domein. Voor iedereen: mens, dier en plant. En het gaat niet alleen om de nieuwe gebieden, maar ook en vooral om het realiseren van positieve effecten voor de bestaande stad, waar de meeste mensen, dieren en planten al leven. De gemeente ontwikkelt het Open Urban Platform Rotterdam. Dit is de start van een digitaal ecosysteem dat kan helpen om deze effecten in kaart te brengen. Met het Plan van Aanpak Duurzaam Doorbouwen delen gemeente, marktpartijen en corporaties kennis en leren van elkaar om samen klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.

De gemeente werkt voor haar ambities samen en maakt gebruikt van nieuwe technologie, maar zal ook moeten ingrijpen in de eigen werkwijzen. Om effecten buiten ruimtelijke en temporele plangrenzen mee te kunnen nemen in (financiële) afwegingen is aanpassing van rekenmethoden gewenst. De GREX voldoet niet meer en zal moeten veranderen in of vervangen worden door een andere monitoringsmethode, die rekent met opbrengsten en kosten buiten de ontwikkelfase en het ruimtelijke domein. Recent onderzoek van de gemeente laat zien dat life cycle-denken toepassen bij het realiseren van nieuwe gebieden tot andere afwegingen kan leiden.

In de vacaturetekst staat dat van de directeur ‘een actieve rol in het integraal en multidisciplinair benaderen en oppakken van opgaven’ wordt verwacht. Opgaven laten zich slecht direct in projecten vertalen. Gebiedsontwikkeling is een proces dat door het creëren van kaders en randvoorwaarden projecten mogelijk maakt. Proces en project komen bij elkaar in programma’s. Programmasturing geeft grip op opgaven en maakt het mogelijk om ook partners langdurig te verbinden. Zo ontstaat ruimte voor een transdisciplinaire benadering en benutten van de kracht van lokale collectieven. Ik denk aan coöperatieve gebiedsontwikkeling in het Keilekwartier en Energie van Rotterdam, de verenigde energiecoöperaties van de stad.

Zo bezien is de nieuwe directeur Gebiedsontwikkeling vooral een veranderaar, die op- en ombouwt. Maar ook leiderschap toont wanneer voort- en afbouwen pijn gaan doen. Visionair vooropgaan in de kopgroep dient gepaard te gaan met oprechte aandacht voor achterblijvers in de bezemwagen. Gelukkig is er in de vacaturetekst veel aandacht voor persoonlijke kenmerken: ‘Je geeft richting, ruimte en vertrouwen en kijkt doorlopend met je MT wat nodig is om te zorgen dat mensen tot hun recht en tot bloei komen. Je bent zichtbaar en benaderbaar, toont brede belangstelling voor de mensen en hun werk, hebt goed zicht op de meerwaarde van de diverse afdelingen, motiveert en brengt ook rust op de momenten dat de druk hoog is.’ Dat klinkt als een fijn mens, die zowel intern als extern anderen kan verbinden in vertrouwen. Vertrouwen dat we samen kunnen veranderen om door te ontwikkelen aan de wereldstad voor iedereen, Rotterdam!

En dan de hamvraag; wie moet er solliciteren? De gemeente zoekt een schaap met vijfpoten en daarom kan ik alleen maar denken aan Pippi Langkous, want die heeft zoiets nog nooit gedaan, en denkt dus..

 

Author profile
Gert-Joost Peek is lector gebiedsontwikkeling & transitiemanagement aan de Hogeschool Rotterdam. Daarnaast is hij research fellow bij ASRE, eigenaar van SPOT-ON Consulting, en voorzitter van Stichting I’MBINCK | Website

Column gegevens:
Auteur(s):Gert-Joost Peek

1 mei 2025

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze column

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.