Omdat het de meeste mensen ontbreekt aan kennis en tijd om het voortdurend zelf te doen, laten we de overheid in de gaten houden of de gebouwen in ons land veilig zijn. Als iemand wil gaan bouwen toetst de gemeente het plan. Het gebouw moet een stevige constructie krijgen, bestand tegen weer en wind en brand. Om te zorgen dat het gebouw in werkelijkheid net zo goed wordt als op papier, moeten de bouwvakkers het plan precies zo uitvoeren als gepland. Gebouwen slijten. Om ze veilig te houden, moeten eigenaren ze daarom regelmatig onderhouden. De gemeente kan eigenaren dwingen om onveilige gebouwen veilig te maken.
Vanuit eenzelfde wensdenken waaruit het idee voortkwam dat de woningmarkt af was, beschouwden gemeentes bouwtechnische veiligheid vanaf begin jaren negentig niet langer als prioriteit. Gemeentelijke Bouw- en Woningtoezichtafdelingen kregen structureel te weinig geld. Ze verloren kennis en faalden in het aantrekken van gekwalificeerde mensen. Sindsdien toetsen gemeentes alleen nog bouwplannen. Ze controleren slechts steekproefsgewijs of het werk zo wordt uitgevoerd als getekend. Alleen wanneer mensen gevaarlijke situaties melden, inspecteren gemeentes bestaande gebouwen. Het aantal onveilige gebouwen, en daarom de kans op ongelukken, neemt hierdoor toe.
In 2015 stelde minister Blok ongeveer tegelijkertijd met zijn plan voor tijdelijke huurcontracten voor om het bouwtoezicht dan maar te privatiseren. In die tijd namen mensen je nog serieus wanneer je beweerde dat marktpartijen overheidstaken beter en goedkoper konden uitvoeren. Mensen die zouden willen bouwen of verbouwen zouden zelf een bouwinspecteur van een bedrijf moeten inhuren. In plaats van de gemeente zou deze bouwinspecteur dan controleren of het bouwplan aan de wettelijke eisen voldeed. Met foto’s en video’s van de bouwplaats zou de bouwinspecteur toetsen of de bouwvakkers het plan uitvoeren volgens de tekening. De gemeente zou echter verantwoordelijk blijven voor de veiligheid van gebouwen en de handhaving daarvan. Hoe dat zou moeten zonder bouwplantoetsing, inspectie en met nog minder geld, blijft mistig.
Om twijfels weg te nemen, probeerde Blok de zelfregulering door de bouwsector uit. Al in augustus 2016 bleken de proefprojecten te leiden tot gevaarlijke situaties, zoals instortingsgevaar. In de tussenliggende zeven jaar werd niet veel geleerd: afgelopen jaar e-mailden de brandweercommandanten de Eerste Kamer over de mogelijke brandonveiligheid van de huidige proefprojecten. De minister koppelde de privatisering van het bouwtoezicht aan de nieuwe omgevingswet, die lang vertraagd was. Als het kabinet niet valt over stikstof zullen beide wetten in januari 2024 ingaan.
Inmiddels wil de meerderheid van de Tweede Kamerleden de in 2016 geïntroduceerde tijdelijke huurcontracten alweer afschaffen, vanwege de – grotendeels onvoorziene – grote negatieve gevolgen voor de bestaanszekerheid van huurders. Maar terwijl we op andere vlakken hebben geconcludeerd dat overheidstaken overdragen naar de markt niet definitief leidt tot goedkopere of betere resultaten, en wel tot grote problemen kan leiden, staat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen nauwelijks ter discussie. Gebouwen moeten veilig zijn voor mensen om in te wonen of te werken. De overheid moet daar voor ons toezicht op houden. Voor retro-experimenten met privatisering, marktwerking en New Public Management is veiligheid te belangrijk.
Carla Huisman is sociologe en gespecialiseerd in sociaal-ruimtelijke ongelijkheid. Ze doet onderzoek naar uiteenlopende zaken, zoals de groeiende onzekerheid in het wonen in Nederland en de invloed van ruimtelijke spreiding op de integratie van vluchtelingen. Carla werkt als postdoctoraal onderzoeker aan de UvA bij de onderzoeksgroep stadsgeografie, alwaar ze analyseert of burgers op gelijke voet en op democratische wijze met gemeentes kunnen samenwerken.
0 reacties