Tijd voor de jongere generatie

23 juni 2021

We zijn een land van makers, van ingenieurs, van doen. Zo is ons land groot geworden. Denk aan de inpolderingen die al eeuwen plaatsvinden. Maar ook aan de naoorlogse woningbouw, de Vinex nog jaren later en Ruimte voor de Rivier. Volgens prof. Sandra Schruijer (Universiteit Utrecht), hebben we een grote neiging om problemen te willen oplossen, het zit in ons DNA. Daar gaan we dan behoorlijk doelgericht op af. Tot op heden heeft dat geresulteerd in het landschap dat we om ons heen zien met een verdeling in bebouwd gebied, infrastructuur en groen. En vooral geen restruimte.

Plotseling lijkt er wat zand in de motor gekomen. Het pruttelt, het hapert en soms stopt het. Wat is er aan de hand? De problematiek is een stuk complexer geworden. Het is niet alleen maar woningproductie, of asfaltproductie, of woningnood en files oplossen. Elke handeling in de ruimtelijke opgave gaat nu gepaard met een opeenstapeling van ambities: duurzaamheid, circulariteit en participatie om er maar een paar te noemen. Afspraken op Europees niveau die een vertaalslag naar het landelijk niveau moeten krijgen. De regering lijkt handelingsonbekwaam. Maatschappelijke organisaties, zoals Urgenda, moet het naleven van de klimaatafspraken afdwingen. Hoe kan het dat we de voortvarendheid die wij in het verleden hadden, nu kwijt zijn?

In de wederopbouwperiode wilden we het land weer snel opbouwen; de situatie was urgent. Er was een sterke centrale aansturing en de markt had al snel producten ontwikkeld om een hoog tempo waar te maken. Veel woningen bouwen leidde niet alleen tot goede huisvesting van mensen maar ook voor werkgelegenheid. Ook tijdens de Vinex was er een sturende centrale overheid die een oplossing had gevonden voor de woningnood. Bij Ruimte voor de Rivier was de urgentie duidelijk een landsbelang: de veiligheid van de inwoners en het kunnen verzekeren van de binnenvaart.

Stokt de machine nu omdat de urgentie op het landelijk niveau ontbreekt? Ziet men door de bomen het bos niet meer? Voelt men zich niet de verantwoordelijke partij om oplossingen aan te dragen, moeten anderen het oppakken? Of is men bang voor de complexiteit, om zelf onvoldoende te kunnen scoren en daarmee onvoldoende zichtbaar te zijn bij volgende verkiezingen?

Misschien ligt de oplossing, daar waar de urgentie wordt gevoeld: bij de jongere generatie. We moeten hen de ruimte geven om aan oplossingen te werken, ruimte maken. Dat kan ertoe leiden dat zaken overboord moeten die de ‘oude wereld’ in stand houden. We kunnen bijvoorbeeld niet meer toe met alleen gas uit Groningen en elektriciteit van de energiereuzen. Onze diverse samenleving met complexe opgaven vraagt om diverse oplossingen naast elkaar en een veel grotere mate van flexibiliteit om ons sneller te kunnen aanpassen aan de volgende veranderingen. De jongere generatie is op allerlei vlakken bezig met coöperaties en coöperatieven. Denk aan het broodfonds maar ook coöperaties voor energie- en voedselvoorziening en de eerste wooncoöperaties. Zij voelen zich hier wel bij.

Daarnaast gaat het om een aanpassing van de grondhouding van de mensen die nu aan het stuur zitten. Niet beargumenteren waarom de ideeën van de jongere generatie niet kunnen, maar meedenken hoe we kunnen zorgen dat het wel kan. Zoals de houding van de uitnodigingsplanologie: uitnodigend en niet afwerend. Een andere blik op de zaak werpen.

Prof. Peter Luscuere (TU Delft) geeft daar een mooi voorbeeld van: niet denken in een negatieve footprint maar in een positieve footprint. Op die wijze gaan we werken naar meer dan een aflossing van onze milieuschulden, naar een positieve bijdrage aan onze planeet. Als je zo redeneert, dan zijn de klimaatdoelstellingen wel haalbaar. Je moet het samen met de jongere generatie doen. In de wetenschap dat samenwerking het juist moet hebben van de verschillen tussen de mensen. Niet bang zijn voor het verschil maar er juist mee werken, zoals Sandra Schruijer het omschrijft. Niet alleen bezig zijn met het behoud of verbetering van je eigen positie of partij, maar gaan voor het welslagen van het gezamenlijk project. Niet maximaliseren, maar optimaliseren. Doe dat met de jongere generatie, dan komen we er wel.

Author profile
Erna van Holland is directeur van COB-WEB advies. Zij is werkzaam in visievorming en participatie bij gebiedsontwikkelingen en in onderwijs o.a. als programmamanager bij de NRP Academie (opleiding van Nationaal Renovatie Platform).

Erna heeft meer dan 30 jaar ervaring opgedaan bij projectmanagementbureaus, een corporatie en projectontwikkelaars in het speelveld van de stedelijke vernieuwing. Gedurende deze periode zijn haar werkzaamheden in de projecten verschoven van bouw- en projectmanagement naar projectontwikkeling, gebiedsontwikkeling, proces-, valuemanagement en onderwijs. Sinds 2002 heeft ze haar eigen adviesbureau in stedelijke ontwikkeling, Cob-Web.

Haar werkwijze omschrijft ze ook wel als het spinnen van een web. Ragfijne verbindingen leggen tussen de stakeholders, inhoudelijke verbindingen tussen verschillende disciplines. En net als de draad van het web, vraagt dat om een natuurlijke combinatie van kracht en flexibiliteit, bestand tegen de vele invloeden van buitenaf. Met die lijnen bouwt ze aan netwerken en langs die lijnen wordt er gewerkt aan kennis maken, kennis delen en kennis ontwikkelen.

Author profile
Erna van Holland is directeur van COB-WEB advies. Zij is werkzaam in visievorming en participatie bij gebiedsontwikkelingen en in onderwijs o.a. als programmamanager bij de NRP Academie (opleiding van Nationaal Renovatie Platform).

Erna heeft meer dan 30 jaar ervaring opgedaan bij projectmanagementbureaus, een corporatie en projectontwikkelaars in het speelveld van de stedelijke vernieuwing. Gedurende deze periode zijn haar werkzaamheden in de projecten verschoven van bouw- en projectmanagement naar projectontwikkeling, gebiedsontwikkeling, proces-, valuemanagement en onderwijs. Sinds 2002 heeft ze haar eigen adviesbureau in stedelijke ontwikkeling, Cob-Web.

Haar werkwijze omschrijft ze ook wel als het spinnen van een web. Ragfijne verbindingen leggen tussen de stakeholders, inhoudelijke verbindingen tussen verschillende disciplines. En net als de draad van het web, vraagt dat om een natuurlijke combinatie van kracht en flexibiliteit, bestand tegen de vele invloeden van buitenaf. Met die lijnen bouwt ze aan netwerken en langs die lijnen wordt er gewerkt aan kennis maken, kennis delen en kennis ontwikkelen.

Column gegevens:

23 juni 2021

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze column

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.