Dit boek gaat over Haagse innovaties in de gebouwde omgeving, de weerstand daartegen en de sociaal-maatschappelijke context van vernieuwingsdrang.
Den Haag is bekend als stad van traditionele baksteenarchitectuur en consensuscultuur, maar kent ook een architectuur van moderniteit en innovatie. Deze laatste is weinig belicht in publicaties. Dit boek is daarmee een mooie aanvulling op de al bestaande publicaties over architectuur in Den Haag.
Het boek laat zien wat de intentie van de huidige moderniteit in wezen is: innovatie, nieuwe ontwikkelingen beproeven, in gang te zetten en geen angst te hebben om vooruit te kijken. Deze moderniteit komt gedeeltelijk voort uit technieken die rond 1920 al in de kinderschoenen stonden, zoals zonne-energie, stralingswarmte, lichtgewicht prefab, vrije en flexibele plattegronden, dubbel grondgebruik, nieuwe constructiemethodes, nieuwe vormen van communicatie, vervoer en de ‘economie van de natuur’.
Het boek start met het Nieuwe Bouwen van Jan Duiker, Jan Wiebenga en Jan Wils en eindigt bij de laatste innovaties zoals bruggebouwen boven de Utrechtse Baan, het vernieuwde Den Haag Centraal en de op de toekomst gerichte smart city- en duurzaamheidsconcepten in het Central Innovation District.
0 reacties