Klimaatadaptie in de praktijk: de natuur als basis

4 februari 2021

Erik van Eekelen en Matthijs Bouw (red.) (2020)

Building with Nature: creating, implementing and upscaling nature-based solutions

nai010 publishers, Rotterdam
256 p.
ISBN 978-94-6208-582-4
€ 39,95

“Als het COVID-19 virus al een gedeelde wereldwijde uitdaging is, hoezeer geldt dit dan ook als we veerkracht willen realiseren tegen toekomstige schokken. Opkomende en ontwikkelingslanden zijn het minst voorbereid op de komst van het virus, net zoals ze het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering.” Het zijn de woorden van Ban Ki-moon, 8e secretaris-generaal van de Verenigde Naties en voorzitter van het bestuur van het Global Center on Adaptation, bij de opening van de Klimaatadaptatie Conferentie, januari j.l., waar Nederland gastheer was. Het zijn feitelijk dezelfde woorden als waarmee Henk Ovink, onze nationale watergezant, in het voorwoord van dit boek Building with nature inleidt; juist met deze corona-crisis worden we met de neus op de feiten gedrukt wat onze kwetsbaarheid betreft. Als het gaat om onze kusten, delta’s of rivieren, met dit boek wordt volgens Ovink een belangrijke bijdrage geleverd aan de zo noodzakelijke duurzame ontwikkeling, niet vanuit alleen een waterbouwkundig perspectief, maar ook bezien vanuit onder andere ecologie of het streven naar vitale samenlevingen. Een opgave die, zo sluit Ovink af, slechts succesvol kan zijn als we de natuur zelf als basis voor oplossingen zien.

Het boek heeft volgens de editors tot doel te inspireren, te laten zien op welke wijze, met de natuur als basis, Building with nature-principes kunnen worden toegepast. En daar slaagt het boek ruimschoots in. Zes hoofdstukken waarin denkbeeldige landschappen worden behandeld (zanderige en modderige kusten, meren, rivieren en estuaria, steden en havens), worden afgewisseld met verslagen van rondetafels, zoals die over het betrekken van een lokale gemeenschap in Indonesië bij het herstellen van mangrovebossen. Of een rondetafelgesprek over de belemmeringen die men moet zien te overwinnen bij de implementatie van natuur-inclusieve oplossingen. Het boek eindigt met de ‘lessons-learned’; wat zijn de basiselementen in deze aanpak? Hier komen onder andere het belang van een goede businesscase, de multi-stakeholder aanpak en een adaptieve management structuur aan de orde, aangezien Building with Nature-ontwerpen dynamisch zijn en onderhevig aan veranderende klimaatcondities.

Onderzoeker Martin Baptist meet de groei van de kwelder met een sedimentatie erosie balk (foto: Catrinus van der Veen)

Vooral de zes systematische beschouwingen van de landschappen zijn een sterk punt van het boek. Na een beschrijving van de landschappelijke context, met prachtige illustraties, worden stap voor stap verschillende concepten (interventies feitelijk) op aantrekkelijke wijze behandeld en onderbouwd. Daarna wordt benoemd wat de voordelen zijn voor het ecosysteem of voor de mens, worden de verschillende hulpbronnen en hun onderlinge relaties in kaart gebracht en worden te nemen maatregelen stap voor stap beschreven en geïllustreerd. Bij het hoofdstuk over steden bijvoorbeeld, worden suggesties voorgesteld voor natuurvriendelijker oevers, suburbane wetlands voor het verhogen van het waterbindend vermogen van de stad, groene corridors voor ecosysteem-herstel en drijvende vlotten in het stedelijk water. Het is niet moeilijk voorstelbaar dat hiermee bijgedragen wordt aan een meer duurzame, veerkrachtiger en meer klimaatadaptieve stad.

De kansen die de Building with nature-aanpak biedt voor de lokale samenleving worden goed zichtbaar in het intermezzo-hoofdstuk Community. Veel meer dan in landen als bijvoorbeeld West-Europa, zijn lokale gemeenschappen elders in de wereld direct verbonden met en vaak zeer afhankelijk van de natuur en het water. Aan de kust van Demak in Indonesië is kusterosie een groot probleem. Huizen en vruchtbare landbouwgrond, de infrastructuur en viskwekerijen verdwijnen en de lokale economie loopt veel schade op. En de mens is zelf de oorzaak; veel mangrovebossen moesten wijken voor nieuwe viskwekerijen. En juist die bossen dempten de werking van de zee en zorgden voor sedimentvorming en kustbescherming. Het zou voor de hand hebben gelegen dan heel concreet, met nieuwe aanplant van mangroveboompjes, direct het ecosysteem te herstellen. Maar dat werd niet gedaan. Men investeerde eerst in de gemeenschap. Onderzoekers en ingenieurs schoven in negen dorpen aan bij de bevolking. Ze luisterden en gingen het gesprek aan over hun problemen, hun hoop en hun plannen. Pas daarna werden de ideeën uitgewerkt met vertegenwoordigers van alle dorpen en werden diverse maatregelen voorgesteld en geïmplementeerd, waar nieuwe aanplant van bos er één van was. En door middel van trainingen en bijeenkomsten kregen mensen informatie over een diversiteit aan onderwerpen, aansluitend bij hun activiteit of bedrijfje. Volgens burgemeester Moh Natsir heeft het Building with Nature-project hoop gegeven voor de gemeenschap, die hierdoor heeft ervaren hoe met elkaar invulling kan worden gegeven aan die nieuwe, duurzame toekomst waarin men weer in het eigen levensonderhoud kan voorzien.

Een kanttekening bij het boek is overigens vervolgens wel dat het contrast wat groot is tussen dit en de andere hoofdstukken. De landschappelijke concepten en interventies lijken toch vooral vanuit een waterbouwkundige benadering te zijn ontworpen en ook in de intermezzo-hoofdstukken over Science en Teamwork zijn het vooral ingenieurs die participeren en aan het woord zijn. Dat is toch wel een gemiste kans.

Het boek maakt op allerlei fronten, met veel voorbeelden, inzichtelijk wat de potentie is van de gepresenteerde concepten en interventies. Dit voedt de nieuwsgierigheid naar de daadwerkelijke effecten, want die komen nog weinig aan bod. Kathelijne Wijnberg, hoogleraar Coastal Systems and Nature-Based Engineering, geeft dit ook aan in het rondetafelgesprek over wetenschap (p. 132): Er is nu vervolgens vooral behoefte te monitoren, zodat we kunnen leren welke oplossingen niet en welke juist wel blijken te werken”. Ook Kelly Elschot, onderzoeker kwelders, merkt op dat bij het project Kleirijperij in Groningen nu ook maatregelen nodig zijn die inzichtelijk maken wat de impact is. Juist daarmee kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan meer evidence-based ontwerp en planning. Een opgave die – zeker waar het gaat om functioneel ruimtelijk ontwerp – zeer relevant is. Een goede opmaat voor een vervolgboek.

Tot slot, het is niet voor niets dat Nederland gastheer was van de klimaatadaptatietop. Nederland is wat waterbouwkundige kennis en expertise betreft natuurlijk ongeëvenaard in de wereld. In die zin is dit boek zeker ook een prachtig stukje PR voor ons land. Van De Zandmotor voor de kust bij Ter Heijde tot de Marker Wadden in het Markermeer en van het reeds genoemde Kleirijp project in Groningen tot de Tweede Maasvlakte, het staat bol van de prachtige waterbouwkundige hoogstandjes waar ons land rijk aan is. En waar we trots op mogen zijn!

Noot redactie: meer informatie over dit thema vindt u in het artikel Nature-based solutions voor duurzame steden. Meer voorbeeldprojecten vindt u onder andere op de website van EcoShape.

Author profile
Dinand is lector Groene & Vitale Stad aan de Aeres Hogeschool

Dinand Ekkel is vanaf 2006 verbonden aan de Aeres Hogeschool Dronten en sinds 1 maart 2011 lector Groene & Vitale Stad op de locatie Almere. Hij studeerde in 1988 af Wageningen in de Zoötechniek en promoveerde in 1996 aan de Universiteit van Utrecht. Hij deed onderzoek naar de interactie tussen dieren en hun omgeving. Bestudering van gedrag en gezondheid van dieren geeft inzicht in de mate waarin de omgeving aansluit bij de behoeften van het dier. Op dezelfde wijze kijkt hij nu naar de mens. In zijn lectoraat bestudeert hij de interactie tussen de mens en de stedelijke omgeving. De natuur en het groen in de stad zijn onmisbare onderdelen van die omgeving en dragen positief bij aan de gezondheid en het welzijn van de stedeling. Maar hoeveel groen is nodig, waar moet het aanwezig zijn en hoe ziet het er uit? Dat zijn vragen die aan de orde komen in het lectoraat. Naast zijn functie als lector is Dinand Ekkel ook de teamleider van het Team Praktijkgericht Onderzoek in Almere.

Author profile
Dinand is lector Groene & Vitale Stad aan de Aeres Hogeschool

Dinand Ekkel is vanaf 2006 verbonden aan de Aeres Hogeschool Dronten en sinds 1 maart 2011 lector Groene & Vitale Stad op de locatie Almere. Hij studeerde in 1988 af Wageningen in de Zoötechniek en promoveerde in 1996 aan de Universiteit van Utrecht. Hij deed onderzoek naar de interactie tussen dieren en hun omgeving. Bestudering van gedrag en gezondheid van dieren geeft inzicht in de mate waarin de omgeving aansluit bij de behoeften van het dier. Op dezelfde wijze kijkt hij nu naar de mens. In zijn lectoraat bestudeert hij de interactie tussen de mens en de stedelijke omgeving. De natuur en het groen in de stad zijn onmisbare onderdelen van die omgeving en dragen positief bij aan de gezondheid en het welzijn van de stedeling. Maar hoeveel groen is nodig, waar moet het aanwezig zijn en hoe ziet het er uit? Dat zijn vragen die aan de orde komen in het lectoraat. Naast zijn functie als lector is Dinand Ekkel ook de teamleider van het Team Praktijkgericht Onderzoek in Almere.

Recensie gegevens:
Auteur(s):Dinand Ekkel

4 februari 2021

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze publicatie

1 Reactie

  1. Henk Nieboer

    Mooie recensie van het boek waarin het gedachtegoed van de partijen die het #buildingwithnature programma hebben uitgevoerd is vastgelegd!

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.