In een circulaire economie staat het efficiënter gebruiken van grondstoffen centraal. Dat geeft milieuwinst, bijvoorbeeld omdat minder nieuwe materialen zoals plastics en metalen nodig zijn, broeikasgasemissies kunnen afnemen en de verontreiniging van bodem, water en lucht afneemt. De Nederlandse economie telt nu zo’n 85.000 circulaire activiteiten die werk bieden aan circa 420.000 mensen. Maar er is nog geen zicht op de door het kabinet beoogde versnelde overgang naar een volwaardige circulaire economie. Hiervoor zijn veel meer nieuwe initiatieven nodig. Deze breken echter nog moeilijk door vanwege hardnekkige normen en gewoonten, onvoldoende beprijzing van milieugebruik, en wringende wet- en regelgeving. De overheid kan de overgang naar een circulaire economie versnellen door – naast recycling – meer in te zetten op het repareren, delen, leasen of circulair ontwerpen van producten. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in dit rapport. Met deze inventarisatie brengt het PBL voor het eerst de circulaire activiteiten in de Nederlandse economie in beeld. Ook analyseert het PBL welke belemmeringen de overgang naar een circulaire economie in de weg staan en welke vervolgstappen de overheid kan zetten om deze overgang te versnellen.
Sinds 2017 werkt hij enkele dagen per week als coördinator van het Platform Stad en Wijk. Een samenwerkingsverband van lectoraten van diverse hogescholen die zich door middel van praktijkgericht onderzoek bezighouden met maatschappelijke vraagstukken in stad en wijk.
Daarnaast werkt hij enkele dagen per week als kennismakelaar in Delft voor de gemeente, de Haagse Hogeschool, hogeschool Inholland en de TU Delft. Daar coördineert hij onder andere het opzetten en begeleiden van praktijkgericht onderzoek door studenten. Veelal in samenwerking met maatschappelijke partijen én wijkbewoners. Om zo onderzoek, beleid, onderwijs en praktijk met elkaar te verbinden en meer gebruik te maken van elkaars kennis en expertise.
Tevens doet hij onderzoek naar de openbare ruimte en dan met name naar de manier waarop kinderen deze ruimte gebruiken om buiten te spelen.
In het verleden was hij werkzaam als onderzoeker bij Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft), als adviseur bij KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing, als sociaal projectleider in de Haagse Schilderswijk en als senior beleidsmedewerker en teamleider bij woningcorporatie Haag Wonen.
In zijn vrije tijd schrijft hij in diverse media en op zijn blog Stadslente over de relatie tussen de geplande en geleefde stad. Met daarbij speciale aandacht voor de manier waarop mensen de openbare ruimte gebruiken. Ook is hij redacteur bij Rooilijn waar hij de rubriek 'recensies en signalementen' en 'columns' coördineert.
0 reacties