In het stadsessay ‘De stad en de auto: Op weg naar een auto-onafhankelijke mens’ duikt Martin van der Maas diep in de relatie tussen mens, stad en automobiliteit; een relatie die ons moderne leven op ingrijpende wijze heeft vormgegeven. Van der Maas, planoloog bij de gemeente Amsterdam en frequent columnist, stelt in het stadsessay de kritische vraag of onze samenleving niet te veel heeft opgeofferd ten gunste van de auto. Zijn betoog gaat verder dan alledaagse verkeerskwesties en zoekt naar de onderliggende mechanismen, historische ontwikkelingen en toekomstige perspectieven van deze ruimtelijke combinatie.
Het essay is opgebouwd uit vier delen die de lezer meenemen door de geschiedenis en problematiek: het huidige probleem, de historie, lessen uit het verleden en concrete voorstellen voor de toekomst. Van der Maas schetst een beeld van een Nederland waar het aantal auto’s exponentieel is gegroeid, van enkele exemplaren in 1945 tot bijna 9,5 miljoen in 2025. Hij benadrukt dat deze groei niet alleen te wijten is aan bevolkingsgroei, maar ook aan een toename van auto’s per persoon, wat Nederland het hoogste aantal auto’s per vierkante kilometer van Europa oplevert.
De auteur stelt dat stad en auto, hoewel afzonderlijk waardevolle menselijke voortbrengsels, in combinatie vaak tot problemen leiden, omdat auto’s twintigmaal zoveel massa hebben als mensen. De inrichting van de stad op autoverkeer gaat ten koste van stedelijkheid, een centrale these die door het hele essay heen loopt. Van der Maas introduceert het concept van de ‘autotuinstad’ om de naoorlogse stedelijke gebieden te typeren waar de auto het primaat heeft overgenomen.
Een cruciaal element in Van der Maas’ analyse is het parkeren. Hij betoogt dat parkeren, meer dan de architectuur of het rijden, bepalend is voor de stad. De auto staat ruim 95 procent van zijn tijd stil, wat een enorme ruimte-inefficiëntie met zich meebrengt. Met behulp van een “Automassa per Verplaatste Persoon” (AVP)-index illustreert hij de buitensporige groei van stilstaande automassa. De auteur bekritiseert de beschermde status van parkeerplaatsen en de manier waarop de kosten ervan worden weggemasseerd, waardoor ze ‘gratis’ lijken te zijn voor de gebruiker, maar indirect door de samenleving worden betaald.
In het sluitstuk van zijn essay formuleert Van der Maas zeven lessen en aanknopingspunten voor een auto-onafhankelijkere toekomst. “De sleutel is parkeren” is hierbij een centraal punt, waarbij hij pleit voor liberalisering van parkeernormen en -prijzen, en het investeren van parkeeropbrengsten in de wijk zelf. Hij roept op tot een verandering van denken en handelen, waarbij de mens en de stad weer centraal komen te staan, en auto-afhankelijkheid wordt verminderd, zowel psychisch, cultureel, economisch als praktisch.
Dit stadsessay, mede mogelijk gemaakt door de gemeente Amsterdam, biedt een prikkelende en kritische reflectie op een maatschappelijk relevant onderwerp. Zeker in een tijd waarin de ruimtevraag (in steden) steeds knellender wordt. Het daagt de lezer uit om door een andere bril te kijken naar de inrichting van onze leefomgeving en de plek die we de auto daarin geven.
Dit stadsessay past binnen de reeks stadsessays van Trancity en Valiz, twee samenwerkende uitgeverijen die zich richten op publicaties over de stad, stedelijke ontwikkeling en het publieke domein. Eerdere essays in de reeks behandelden onderwerpen als de duurzame toekomst van bebouwing (‘Beter dan sloop’ van Fred Feddes), de planologie van de lange termijn (‘Verantwoordelijk voor de toekomst’ van Peter Pelzer) en de rechtvaardige stad (‘Onderweg naar de rechtvaardige stad’ van Simon Franke en Wouter Veldhuis), waarmee ‘De stad en de auto’ een waardevolle aanvulling vormt op de bredere discussie over de stedelijke leefomgeving.
Na een studie milieukunde aan het Van Hall Instituut begon hij als beleidsmedewerker wonen bij de gemeente Leeuwarderadeel. Vervolgens is hij onder andere secretaris van de stadsregio Leeuwarden geweest, adviseur bij architecten- en adviesbureau KAW en beleidsadviseur wonen bij de gemeente Leeuwarden.
In zijn werk verweeft Remco opgaven in het woondomein met de stedelijke opgaven op het gebied van mobiliteit, economie en sociale (gebieds)ontwikkeling. Hij heeft de afgelopen jaren meerdere malen gepubliceerd over de woningmarkt, in onder ander de Cobouw en op Gebiedsontwikkeling.nu. Hij publiceert daarnaast regelmatig posts op LinkedIn.
0 reacties