De herbestemmingsopgave is de afgelopen kwarteeuw steeds belangrijker geworden. Overal worden in onbruik geraakte gebouwen en gebieden nieuw leven ingeblazen. Herbestemming is niet langer voorbehouden aan restauratiespecialisten, maar vormt tegenwoordig ook de dagelijkse praktijk van architectenbureaus. Bij menig ontwerpbureau ontbreekt het echter aan kennis hoe met herbestemming om te gaan. Centrale vragen zijn vaak: wat moet blijven en wat mag weg? Vandenbroucke is opgeleid als restauratie-architect en heeft de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan bij verschillende collega’s en Vereniging Hendrick de Keyser. Sinds 2016 werkt zij als erfgoedspecialist bij Rijnboutt en ontdekte dat haar collega’s met ervaring in nieuwbouw en verbouw een andere taal spraken en ook op een andere manier naar een project keken. Dat heeft ertoe geleid dat zij een methodiek ontwikkeld heeft voor herbestemmingsprojecten. In Mag dit weg wordt deze methodiek toegelicht.
Waar het in die praktijk aan ontbreekt, is een werkbare methodiek. Hoe breng je de vakinhoudelijke invalshoek (cultuur- en bouwhistorie) en de operationele aanpak (bouwprogramma en gebiedsontwikkeling) samen? Hoe zorg je dat de kernkwaliteiten van een pand en de beoogde functie elkaar aanvullen en versterken en knelpunten intelligent worden opgelost?
Het gebouw moet zich voegen naar nieuw gebruik, en andersom. Ieder gebouw is anders, kent zijn eigen architectonische en bouwhistorische logica. Dit betekent dat de ontwerper zich moet verdiepen in de cultuurhistorische waarde en de gebruikswaarde. In een aantal hoofdstukken gaat Vandenbroucke in op vragen als waarom moet dit gebouw behouden blijven, waarom past deze functie hier goed, wat ga je herstellen en waarom en als laatste gaat zij in op het vergunningtraject. De methodiek wordt geïllustreerd met recente voorbeelden waar Vandenbroucke zelf aan heeft gewerkt.
0 reacties