Donkere plekken zetten onze zintuigen op scherp. Geritsel in de bosjes klinkt ’s nachts bijvoorbeeld een stuk dreigender. Tegelijkertijd is het ’s nachts heerlijk sterren kijken op écht donkere plekken. Maar waar zijn die plekken nog te vinden? De magie van de donkerte wordt in haar volle breedte behandeld in Nightscapes – An ode to darkness, het tweede nummer van het internationale tijdschrift ‘scape. ‘scape behandelt in elke editie een ander onderwerp uit de landschapsarchitectuur en stedebouw. Het mooi vormgegeven tijdschrift bestaat uit fotografie, een aantal korte beschouwingen, en portretten van lichtontwerpers. Voor Nightscapes was de samenstelling in handen van Daphne de Bruijn en Harry Harsema.
Het openingsessay schets de problematiek van lichtvervuiling. De mens bracht letterlijk licht over heel de aardbol, met desastreuze gevolgen voor ecosystemen, klimaat en onze gezondheid. Als tegenreactie zien we organisaties ontstaan die de donkerte koesteren, zoals DarkSky International, en plekken die ons donkerte beloven, zoals in Nederland het nationaal park Lauwersmeer. In het tweede gedeelte van het tijdschrift komen veel lichtontwerpers aan het woord, die laten zien hoe de bebouwde omgeving er in het donker heel anders uit kan komen te zien. Uiteindelijk vertaalt Nightscapes dit naar een vijftal principes voor nachtlandschappen. Licht moet een duidelijk doel hebben en gericht worden op waar het daadwerkelijk nodig is.

Figuur 1: pagina’s uit Nightscapes
De voorbeelden in het tijdschrift tonen hoe ontwerpbureaus zich hebben gespecialiseerd in het spelen met donkerte en licht. De ideeën komen terug in gebouwen, straten, parken en pleinen. Hoe zorg je ervoor dat die prettig voor meerdere gebruikers (mensen, planten én dieren) zijn? Werken aan lichtontwerp wordt ook wel ‘light urbanism’ of ‘dark infrastructure methodology’ genoemd, termen die ontwikkeld zijn door het Franse bureau Concepto. Het doel is om lichtvervuiling te voorkomen en nachtelijke biodiversiteit te behouden. Een hele omschakeling in het denken en doen van planologen en stedebouwkundigen, want zij hebben de neiging juist meer licht in de nacht toe te voegen: voor vermaak (denk aan Las Vegas) of voor veiligheid (want we willen ’s nachts wel veilig over straat kunnen). Nightscapes laat op een inspirerende wijze zien hoe het ook anders kan, met voorbeelden uit heel de wereld. Korte teksten, kaarten en fotomateriaal verduidelijken de kracht van een goed lichtplan. De stad Fribourg (Zwitsersland) heeft bijvoorbeeld een lichtplan op stadsniveau ontwikkeld, zodat de nacht donker kan blijven. Ook Nederlandse steden werken hiermee; zo wordt de Rotterdamse Coolsingel behandeld.
Het is een hele kunst om de nacht goed te vatten op papier, maar Nightscapes slaagt er goed in. Het tijdschrift zet aan tot denken hoe de nacht donker te houden.
Als universitair docent planologie verzorgt Jannes (j.j.willems@uva.nl) onderwijs in de bachelors Sociale Geografie & Planologie en Future Planet Studies.
Centraal in zijn onderzoek staat de rol die infrastructuur- en waterbeheerders spelen in ruimtelijke transformaties. Jannes onderzoekt bijvoorbeeld hoe stedelijke waterbeheerders nieuwe blauwgroene infrastructuren realiseren om de stad klimaatbestendig te maken, en welke nieuwe samenwerkingen beheerders hiervoor opzetten met bedrijven, bewoners en andere organisaties. Daarnaast onderzoekt hij hoe de renovatie en vervanging van verouderde infrastructuur kan worden gecombineerd met andere ruimtelijke vraagstukken.
Eerder was Jannes werkzaam aan de Erasmus Universiteit als postdoc (afdeling Bestuurskunde). Hij promoveerde in 2018 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
0 reacties