Emscher Park. In de jaren negentig moeten er busladingen vol Nederlandse bestuurders, ambtenaren en plandeskundigen naar zijn afgereisd. Hier en daar was van de organisatie van dit soort trips zelfs een verdienmodel gemaakt. Bij onze oosterburen viel te zien hoe je grootschalige postindustriële gebiedsvernieuwing oppakt middels een in tijd en ruimte samengebalde aanpak. Met een maximale ontwerpende, bestuurlijke en maatschappelijke betrokkenheid, voorbij de grenzen van het gangbare, sectorale en verkokerde. Een combinatie van experiment, ontwikkeling en evenement. Bestuurlijk Nederland maakte kennis met de Internationale Bauausstellung, beter bekend als ‘IBA’.
IBA Emscher Park duurde 10 jaar, van 1989 tot 1999. In die periode is het sterk vervuilde en verknipte industriegebied tussen Ruhr en Emscher getransformeerd tot een open, samenhangend, duurzaam parklandschap dat over de hele wereld tot de verbeelding sprak. Tot in het postindustriële ‘798 Dashanzi Art District’ van Beijing aan toe waren in die tijd, zo weet ik uit eigen ervaring, posters aan te treffen van het toonaangevende Zeche Zollverein.
Sinds ‘Emscher Park’ heeft het IBA-format, dat teruggaat tot het begin van de 20e eeuw, bij onze oosterburen verder furore gemaakt. Het is bovendien de grens over getrokken, richting Oostenrijk, Zwitserland, Luxemburg. Én dus ook naar Nederland. Tussen 2014 en 2022 was in het voormalige mijngebied in het zuidoostelijke puntje van Limburg ‘IBA Parkstad’ actief. Middels een fraai, rijk geïllustreerd overzicht, samengesteld onder redactie van Maurice Hermans, wordt in dit boek onder de treffende titel ‘Patchwork IBA Parkstad’ daarvan verslag gedaan. De titel refereert niet alleen aan de uitzonderlijke ruimtelijkheid van het gebied, in de publicatie aangeduid als ‘poly-centrische regiopolis’, als ‘Zwischenstad’, maar ook aan het open, meervoudige programma van IBA Parkstad én aan het samengestelde karakter van het verslag zelf.
De publicatie adresseert via een diversiteit van bijdrages, van fotoreportages (o.a. van Chris Keulen) tot richtinggevende essays (o.a. van Arnold Reijndorp, Harm Tilman en Dirk Sijmons), alle hoekpunten van het programma. Het typeert op treffende wijze het IBA format, plaatst IBA Parkstad in de historie van IBA; bespreekt de specifieke geschiedenis, ruimtelijkheid en maatschappelijk-ecologische opgaven van Parkstad; beschrijft de ingewikkelde organisatie van IBA Parkstad in een meervoudig en meerschalig bestuurlijk landschap; presenteert de uiteindelijk opgepakte vijftig projecten; trekt lessen uit het doorgelopen proces én werpt, tenslotte, een blik op een mogelijk vervolg: een Future Deal voor Parkstad.
Wat dat bestuurlijke landschap aangaat: denk aan een bestuurlijke familie van acht gemeentelijke boers en zussen (samen 255.000 inwoners), zeven klein tot heel klein (50.000-5.000), met één wat grote broer, Heerlen (90.000), die de achtertuin deelt met de Duitse naaste buur Aken (250.000). De familie wordt vanaf de andere kant van het Heuvelland nauwlettend in de gaten gehouden door de provinciale hoofdstedelijk grootheid, Maastricht (123.000) en het in die stad zetelende provinciebestuur. De politieke signatuur wijkt gevoelig af van zowel die van de hoofdstad als die van de provincie. De daaruit resulterende grondtoon laat zich raden: enerzijds is er de gevoelde noodzaak tot samenwerking, anderzijds moeten de verhoudingen beheersbaar blijven. IBA Parkstad BV kwam als samenwerkingsproject tussen regio en provincie los te staan van de Stadsregio Parkstad, het al langer bestaande intergemeentelijke samenwerkingsverband. Bestuurlijk roeien met de riemen die je hebt.
In de ‘projectencatalogus’ in het boek komt een imponerende diversiteit van projecten langs. Van de herbestemming van een enkel industrieel complex, via de herstructurering van stedelijke gebieden en de vernieuwing van maatschappelijk en religieus erfgoed, tot aan de herwaardering en herinrichting van landschapsparken, de aanleg van thematische routes, het circulaire hergebruik van hoogbouwflats, verduurzamingsprojecten in woonwijken en ondersteuningsprogramma’s voor startups. In tegenstelling tot IBA Emscher Park viel er bij IBA Parkstad niet veel industrieel erfgoed te benutten. Het merendeel van het gebouwde mijnverleden was immers eenvoudigweg na de mijnsluiting in een kortzichtige moderniseringsgolf opgeblazen, daarmee het gebied ook in ruimtelijk opzicht verweesd achterlatend. Hergebruik richt zich in het geval van IBA Parkstad vooral op het vele nog omliggende modernistische erfgoed van woonwijken, kerken, scholen en zorginstellingen. En op wat er na de verwijdering van de mijninfra weer aan gefragmenteerde landschapskwaliteit en netwerkstedelijkheid naar boven kwam, met inbegrip van de beekdalen én de steenbergen. Hoe daar weer een zekere samenhang aan te geven, mét oog voor de eigenheid van het gebied? Onderliggend is daarmee, eigenlijk net zoals bij IBA Emscher, de zoektocht naar een nieuw toekomstverhaal. Welke kansen biedt de caleidoscopische ruimtelijkheid van Parkstad, met z’n 250.000 inwoners tussen Aken-Keulen en Luik-Hasselt gelegen in één van de dichtstbevolkte regio’s van Europa? Vandaar de aandacht tijdens de IBA voor een nieuwe ruimtelijke samenhang en economische kansen in verband met hedendaagse opgaven als circulariteit, biodiversiteit, de energietransitie, waterveiligheid. De suggestie voor de Future Deal die zich naar voren dringt is duidelijk: van een ‘Patchwork’ naar een ‘Regiopolis’, die door zijn open verbinding van park en stad en de bijbehorende verknoping van landbouw, industrie, natuur, transport, bouw en kennis als geen ander in staat is om de duurzaamheidstransities het hoofd te bieden.
Wie het indrukwekkende geheel op zich laat inwerken kan niet anders dan het gevoel krijgen dat hier, opnieuw, lessen zijn te trekken voor de aanpak van samenhangende gebiedsvraagstukken. Tuurlijk, het IBA format kent een eigen dynamiek. In de publicatie wordt in dat verband gesproken over een ‘Ausnamezustand auf Zeit’; een aparte in tijd en ruimte samengeperste hogedrukpan, gericht op het afsluitende Expojaar. Maar wat let ons om van die ‘Ausnamezustand’ een meer reguliere planvorm te maken? Om zo samenhangende gebiedsopgaven niet op te pakken middels een aaneenschakeling van geïsoleerde projecten, maar middels een in tijd en ruimte geconcentreerd en samenhangend netwerk van projecten en maatregelen, voortgedreven door een op de toekomst gericht en door een brede betrokkenheid gedragen gebiedsverhaal. Mét de bijbehorende geconcentreerde organisatie en financiering, verbonden met tussentijdse publieke mijlpalen. Alle Nederlandse regio’s, zowel de meer landelijke als de stedelijke, staan de komende jaren voor de indringende opgave van een betere balans tussen klimaat, energie, natuur, landschap, grondstoffengebruik en verstedelijking. Dat krijgen we niet voor elkaar langs louter sectorale programmalijnen; dat leidt in het ergste geval tot veel maatschappelijk verzet en in het beste geval tot een situatie van ‘operatie-geslaagd-patiënt-overleden’. Nodig is een meervoudige balanceer-act, tussen opgaven en bestuurlijk schalen, tussen doelgerichtheid en betrokkenheid. Parkstad laat met IBA (en de doorstart daarvan) zien hoe een regio-politaan laboratorium dat kan bewerkstelligen. Lezen dus dat boek!
Hans Mommaas (prof. em. Tilburg University) is momenteel Voorzitter van de Commissie voor de Milieueffectrapportage (CieMER) en Voorzitter van de Ecologische Autoriteit. Bovendien is hij voorzitter van het Programmaberaad Brede Welvaart (in oprichting). Hiervoor was hij Directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
0 reacties