Het gebrek aan een exacte definitie van de Randstad weerhield Wil Zonneveld en Vincent Nadin er niet van een volledig boek te wijden aan het polycentrisch gebied rond en tussen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht in het westen van Nederland. Integendeel misschien, want hoewel de Randstad oorspronkelijk geïntroduceerd werd als neutraal stedenbouwkundig concept in de jaren vijftig van de vorige eeuw (maar dus niet precies geografisch gedefinieerd werd), blijkt het vandaag meerdere ladingen te dekken. De redacteuren durven dan ook kritisch te zijn over de Randstad, dat vaak beschouwd wordt als model van ‘succesvolle’ verspreide verstedelijking.
In de introductie stellen Zonneveld en Nadin zich vier hoofdvragen: (1) in welke mate is de Randstad een bewuste menselijke constructie, (2) is de Randstad meer dan een opsomming van zijn delen, (3) wat zijn de voor- en nadelen van deze verspreide ruimtelijke configuratie, en (4) hoe ziet de toekomst van de Randstad eruit? Tijdens het doorploegen van dit 361 pagina tellend naslagwerk krijg je hier als lezer uitgebreid antwoord op. Dit weliswaar voornamelijk vanuit stedenbouwkundig en beleidsmatig standpunt, aangezien het boek voornamelijk lessen wil trekken uit de Randstad als strategisch planningsconcept. Deze top-down benadering is mogelijks een gemiste kans om een volledig en genuanceerd beeld van de Randstad te schetsen. Anderzijds is het misschien een mogelijkheid voor een volgende editie met bottom-up benaderingen.
Naast de introductie en conclusie is het boek opgedeeld in drie delen. Het eerste deel omvat The Origins of the Randstad en laat ruimte voor vier hoofdstukken die met een historische bril de Randstad ontleden. Verrassend genoeg herhalen de auteurs elkaar geenszins, aangezien ze het gebied in verschillende periodes of vanuit verschillende thema’s behandelen. Naast het te verwachten perspectief van Nederland als deltagebied, krijgen we bijvoorbeeld ook inzichten over hoe de petroleumindustrie de Randstad mee vorm gaf. Hoewel dit deel zeer rijke beschrijvingen omvat over het ontstaan van het polycentrisch gebied en daarom ook een degelijk kader vormt voor de rest van het boek, ontbreekt er hier en daar ondersteunend grafisch (kaart)materiaal.
Het tweede deel, The Dynamics of a Complex Metropolitan Region, vervult in alle opzichten de verwachtingen die de titel schept. De verschillende hoofdstukken behandelen niet alleen formele politieke en economische agenda’s, maar beschrijven ook sociale en culturele dynamieken die spelen in de Randstad. Waar Meijers et al. zich vooral afvragen of de Randstad als coherente functionele entiteit beschouwd kan worden, ontleden Van Eck en Van der Wouden de rol van ruimtelijke planning in het vormen van de stedelijke structuur in het westen van Nederland aan de hand van onder andere mobiliteitsnetwerken en -patronen. Boelens en Jacobs bespreken dan weer de gedwongen economische schaalvergroting van de afgelopen decennia en durven het concept Randstad binnen deze globalisering dan ook kritisch in vraag te stellen: “Confronted with the fuzzy, fragmented, cross-scaling and hardly predictable firm- or actor-network constellations, the Randstad concept has become redundant or even hopelessly outdated” (p. 181). De twee overige hoofdstukken behandelen de impact van het Nederlandse sociale huisvestingsmodel en de clustering van verschillende soorten publieke ruimten.
Het derde deel omvat teksten gerelateerd aan Governance, Planning and Design. Zoals te verwachten, ligt de focus hier sterk op beleidsvorming, zowel op lokaal en regionaal, als nationaal en Europees niveau binnen een breder politiek en maatschappelijk klimaat. Naast beschrijvingen van het huidige beleid wordt er ook een blik geworpen op de toekomst en de mogelijkheden van de Randstad hierin. De regio staat namelijk voor grote uitdagingen wat betreft bijvoorbeeld voldoende woningaanbod en een duurzame energietransitie. Geografisch gezien worden er weinig uitspraken gedaan, maar zoals later in de conclusie samengevat door de redacteuren zou er in ieder geval een grote rol weggelegd zijn voor strategische planning in een scenario-benadering op verschillende ruimtelijke schalen (p. 342).
Op het einde van het boek komen Zonneveld en Nadin terug op de vier vragen die ze zich in de inleiding stelden. Bij het beantwoorden hiervan verwijzen ze uitgebreid naar verschillende bijdragen, wat resulteert in boeiende, gefundeerde, maar ook genuanceerde conclusies. Het is duidelijk dat de redacteuren in The Randstad: a polycentric metropolis een divers oeuvre aan historische én toekomstgerichte literatuur over de Nederlandse verspreide verstedelijking wilden verzamelen. De verschillende bijdragen verwijzen regelmatig naar elkaar, en de volgorde bouwt op van de geschiedenis naar de toekomst van de Randstad als planningsconcept. Het is nog maar de vraag of het boek daarom ook altijd even relevant is voor andere metropolitane polycentrische gebieden, zoals de Città diffusa in Noord-Italië, de Desakota in Azië of de Vlaamse Banlieu Radieuse. De bijdragen focussen – logischerwijs – vooral op de specifieke Nederlandse context en bespreken nauwelijks internationale voorbeelden. Het Randstad-concept is, net zoals voorgenoemde voorbeelden, zodanig specifiek en tijdsgebonden dat het moeilijk is om overkoepelende uitspraken en aanbevelingen te doen voor deze regio’s. Desalniettemin is The Randstad: a polycentric metropolis een uitgebreid en up-to-date verzamelwerk over de polycentrische Randstad dat niet mag ontbreken in de boekenkast van de Nederlandse stedenbouwkundige.
Noot redactie: blader hieronder door een deel van het boek:
Sophie Leemans obtained a Master’s in Architecture at KU Leuven Sint-Lucas Brussels campus where she graduated summa cum laude and was laureate of the master’s programme. Her thesis Adaptive architecture and flood permitting cities emphasised the positive impact of water infrastructure on daily life and received several awards. After gaining practical experience in the Berlin based architecture and urban planning office TSPA, she is now a full-time PhD researcher at the Department of Architecture at KU Leuven. Her research is part of the All City/All Land Research Cell and focuses on the design potential of infrastructural network nodes to shape a more qualitative and sustainable dispersed urbanisation in the Eurometropolis region (Kortrijk – Tournai – Lille).
Nieuw boek over de Randstad –> 70 jaar oud, “hopelessly outdated” volgens één auteur. Niks over de “new kid on the block” Brainport. Niks over de Eurodelta Het is 2021! Tijd voor een nieuwe realiteit, the “multi layered polycentric eurodelta” NW Europa is de nieuwe Randstad!