Een ontoegankelijke woningmarkt, gentrificatie, segregatie, marginalisering van kwetsbare groepen en het verdwijnen van maatschappelijk vastgoed en openbare ruimte. Is de stad nog wel voor iedereen en voor alle functies van het stedelijke leven? Dit essay schetst de gevaren van een te eenzijdige economische blik op het gebruik van de ruimte in onze steden, waardoor de waarde van het maatschappelijk gebruik wordt verdrongen. Dat is niet automatisch een pleidooi voor de inclusieve stad, omdat de stad juist gedijt bij verschil, contrast, conflict en complexiteit. Het is wel bedoeld als input voor een zoektocht naar een betere balans tussen economisch en sociaal rendement. Het gaat ook om de kwaliteit van het leven. Dit om tegenwicht te bieden aan de tendens om steden vooral te zien als beleggingsobject. Dit is mogelijk met behulp van een herwaardering van de publieke sector en publieke gebouwen. En door goede stedenbouw dat voor een diverse en open stad kan zorgen. Waar ruimtelijke vorm en maatschappelijke programma’s, wonen en werken, privaat en publiek, allemaal een rechtvaardig aandeel moeten hebben.
Gerben doet onderzoek naar het gebruik van de openbare ruimte, waaronder de manier waarop kinderen deze gebruiken en ervaren. Dit doet hij bij het lectoraat 'Gezonde leefstijl in een stimulerende omgeving' van De Haagse Hogeschool.
In het verleden was hij werkzaam als onderzoeker bij Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft), als adviseur bij KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing, als coördinator van Platform Stad en Wijk en als sociaal projectleider in de Haagse Schilderswijk, en als senior beleidsmedewerker en teamleider bij woningcorporatie Haag Wonen.
In zijn vrije tijd schrijft hij in diverse media en op zijn blog Stadslente over de relatie tussen de geplande en geleefde stad. Met daarbij speciale aandacht voor de manier waarop mensen de openbare ruimte gebruiken. Ook is hij redacteur bij Rooilijn waar hij meerdere jaren de rubrieken 'recensies en signalementen' en 'columns' coördineerde.
0 reacties