De gevolgen van woonfuncties nabij het spoor

3 februari 2020

Stelling door Diederik de Koe

Dat straks honderd miljoen reizigers per jaar Utrecht Centraal kunnen aandoen is natuurlijk bewonderenswaardig. Maar als omwonende van een van de drukste treinstations van Nederland inclusief de aanzienlijke spooremplacementen kijk je wellicht toch anders tegen de ontwikkelingen aan. Verschillende redenen spreken voor het wonen in de buurt van een spoorwegstation. Bereikbaarheid staat uiteraard bovenaan deze lijst, maar daartegenover staan ook redenen om stationsbuurten te mijden.

In de negentiende eeuw draaide Nederland goed mee in de industrialisatie en tijden deze periode werd in ons land zowat elke stad of gemeente een spoorwegstation aangelegd, vaak omringd door een nieuwe stadsbuurt. Die stationsbuurten waren dan wel aangelegd aan de hand van detaillistisch uitgewerkte stedelijke plannen, maar ze hadden niet altijd de beste reputatie. Deze reputatie kwam dan ook doordat de stationsbuurt in de grotere steden vaak ook de uitgaansbuurt werd, met veel cafés, hotelletjes en minder koosjere etablissementen, vanwege de constante aanwas van nieuwe reizigers.

De laatste decennia is dit aan het veranderen. Het belang van stations in onze steden neemt, naar voorbeeld van andere landen, alleen maar toe. de grotere stations worden voorzien van enorme winkelcentra, kantoren, restaurants en recent ook steeds vaker woningen. Hier staat overigens tegenover dat kleinere stations in de periferie van de Nederlandse provincies teruggaan naar de basis en enkel transportknoop worden.

Naast de transportfunctie, die op de grotere stations imposante vormen aanneemt, is voor tal van faciliteiten de levendige omgeving van een station erg geschikt. maar in het geval van een woonfunctie is dit niet altijd even passend. Vanwege het treinverkeer rond het spoor maar ook het wegverkeer gerelateerd aan de OV-knoop speelt geluidsoverlast (trillingen) een significante rol. Daarnaast is de invloed van fijnstof ook relevant vor de gezondheid van omwonende van het spoor en stations-locaties in het bijzonder.

De afgelopen jaren zijn in Nederland verschillende frote ontwikkelingen voor wonen nabij het spoor en/of stations bekend geworden. Denk hierbij uiteraard aan Utrecht Centraal maar ook de Cartesiusdriehoek, in het verlengde van de Utrechtse emplacementen en de ontwikkelingen langs het spoor in Amsterdam zoals de transformatie van de Bijlmer Bajes naar een woonwijk. Wordt bij deze ontwikkelingen voldoende rekening gehouden met de mogelijke overlast, ook naar de toekomst toe?

Uiteraard zal bij nieuwe woningen altijd een bewustzijn bestaan over het feit dat men in de buurt van het spoor gaat wonen en ook bouwfysisch zullen de woningen ongetwijfeld gericht zijn op het beperken van overlast. Maar altijd zal een deel overblijven dat niet kan worden opgelost. Mede daarom adviseert het RIVM dan ook om tevens in te zetten op contextuele en persoonlijke factoren, zoals de angst voor versclechtering van de situatie. Transparantie over toekomstplannen kan dit mogelijk tegengaan, en door het gebruik van sociale media over wekelijke treinintensiteiten kunnen verwachtingen worden gemanaged. Maar gebeurt dit ook?

 

Author profile
Diederik is redacteur van de Rooilijn Stellingredactrie. De stelling snijdt een actueel ruimtelijk thema aan waarop een passende auteur reageert.
Author profile
Jasper is Gebiedsontwikkelaar bij NS Stations - Verkoop & Transformatie.
Jasper van Emstede reageert

De afgelopen jaren is een enorme inhaalslag gemaakt met de vernieuwing of nieuwbouw van stations. Het zijn niet meer alleen plekken waar de reis begint of eindigt. Stations functioneren steeds meer als een schakel tussen de deur-tot-deur reis, waarin het verblijf in het station en haar omgeving steeds aangenamer wordt. Verbetering van deze schakels gaat verder dan het station zelf. Het biedt meestal aanleiding om de directe omgeving aan te pakken. Door andere modaliteiten (bus, fiets, wandelgebied) en het stadscentrum te verknopen met het station ontstaan kansen om een aantrekkelijk vastgoedprogramma rondom het spoor of knooppunt toe te voegen. Door het ruimtegebrek wordt het stapelen en combineren van functies steeds haalbaarder.

Het toenemende woningtekort, de groeiende populariteit van de deeleconomie, de verdere urbanisatie van steden en de groei van het openbare vervoer maken stationsgebieden en voormalige spooremplacementen steeds meer tot ideale plekken om te wonen. De ontwikkeling van deze plekken is complex. Naast ingewikkelde vergunningstrajecten en eigendomssituaties zijn de overlast van trillingen, gekuid en/of fijnstof een toenemend probleem. Het vraagt om ambitie en ondernemerschap van verschillende belanghebbenden zoals beleidsmakers, vastgoedeigenaren en ondernemers.

Om de (toenemende) overlast te reduceren of de kop in te drukken zullen belanghebbenden steeds vaker de handen ineen moeten slaan. Beleidsmakers zullen moeten inzetten op gezonde en duurzame verstedelijking. Vastgoed- en grondeigenaren moeten een goede balans vinden tussen opbrengst en leefbaarheid. Ontwikkelaars en bouwers dienen getriggerd te worden om te innoveren en technologische ontwikkelingen te omarmen. Het vastklikken van ruimtelijk kaders en ambities in visiedocumenten en het vaststellen van een globaal bestemmingsplan helpen daarbij. Hiermee kunnen in een later stadium toenemende eisen op het gebied van fijnstof, geluid en trillingen worden verankerd in woningbouwontwikkeling. Naast aangescherpte wet- en regelgeving om vastgoed-ontwikkelingen te verduurzamen en te bouwen met een lagere parkeernorm is het rekening houden met trillingen en geluid steeds meer vanzelfsprekend. Marktpartijen passen steeds meer innovaties toe om de woonkwaliteit in en rondom het spoor te veraangenamen. Ze zijn steeds beter in staat om verschillende technologische oplossingen te combineren. Hierbij valt te denken aan het vergroenen en verduurzamen (PV-panelen) van geluidsschermen. Deze oplossingen worden al toegepast in de wegenbouw. Voorbeelden zijn de A50 langs Uden en A348 nabij Velp.

De gebieden rondom knooppunten kennen vaker hogere vastgoedprijzen, waardoor met innovatieve en slimme oplossingen de overlast gereduceerd kan worden. Een bijkomend voordeel van deze maatregelen is dat ze meestal leiden tot een kwaliteitsimpuls voor de hele buurt. Door slim te ontwerpen en ruimtelijk in te passen wordt het spoor op een andere manier ervaren.

Ook technologische ontwikkelingen binnen spoorweginfrastructuur en -materieel dragen bij aan een gezonde woonkwaliteit. Het ontvlechten van sporen, reduceren van wissels, verlegen van de remweg en stiller worden van treinmotoren verlagen de geluids- en trillingsoverlast.

Kortom, het wonen bij en rondom het spoor bevordert juist de technologische vooruitgang, draagt bij aan een gezond en bereikbaar Nederland, en verbetert de leefbaarheid van bestaande en nieuwe woningen.

Author profile
Diederik is redacteur van de Rooilijn Stellingredactrie. De stelling snijdt een actueel ruimtelijk thema aan waarop een passende auteur reageert.
Author profile
Jasper is Gebiedsontwikkelaar bij NS Stations - Verkoop & Transformatie.

Stelling gegevens:

3 februari 2020

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze stelling

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

13385