De haalbaarheid van een gasloos Nederland

1 juli 2018

Stelling door Diederik de Koe

Op 2 juli 1963 werden in Hilversum de eerste Nederlandse woningen aangesloten op het aardgasnetwerk. Dat werd destijds een ‘nieuw tijdperk’ genoemd. Tegenwoordig zijn zo’n 7 miljoen huishoudens afhankelijk van aardgas. Dankzij dit aardgas kunnen we elke vanochtend warm douchen, een eitje koken en is het warm in huis. Zo goed als alle Nederlandse huizen zijn aangesloten op gas dat vooral afkomstig is uit de  aardgas velden onder het Groningse Slochteren.

Door het stijgende aantal gaswinning gerelateerde aardbevingen in Groningen en de plannen van het kabinet om heel Nederland in 2050 ‘van het gas af’ te hebben is de discussie over het gasgebruik en de beoogde transitie naar een vervanger van gas in Nederland weer volop in het nieuws.

Vooralsnog is Politiek Den Haag het over één van ding eens; de gasproductie in de noordelijke provincie moet zo snel mogelijk worden teruggeschroefd om de bevingen in het gebied te verminderen. De vraag blijft echter hoe Nederland omgaat met de verminderde beschikbaarheid van gas. Zowel vanuit een financieel maar ook zeker vanuit een duurzaamheid perspectief is het inkopen van buitenlands gas niet wenselijk.

De oplossing zal daarom in het terugdraaien van de consumptie zitten. Niet in de laatste plaats vanwege het feit dat dit van grote invloed is op het halen van de doelen zoals beschreven in het Parijse Klimaatakkoord uit 2015. Het is nog niet duidelijk of men straks verplicht wordt van het gas af te gaan. Wel zeker is dat het steeds moeilijker zal worden op het gasnet te blijven. Recent heeft de overheid besloten dat alle nieuwbouw woningen een alternatieve energie-aansluiting moeten krijgen.

Maar welke alternatieven zijn er? Een veelgenoemde optie is de warmtepomp waarmee je je huis volledig kunt verwarmen op elektriciteit. De pomp gebruikt warmte uit de bodem, het grondwater of de lucht om water te verwarmen. Daarnaast is er Biogas, dit werkt hetzelfde als aardgas, alleen is de bron van biogas duurzaam. Het gas ontstaat bij de vergisting van mest of gft-afval. Tenslotte is er met name voor de stedelijke omgeving het Warmtenet. Als je woning is aangesloten op een warmtenet komt je warme water van een warmtebron uit de buurt. In de meeste gevallen gaat het om restwarmte, zoals van een nabijgelegen fabriek.

Naast de vraag op waardoor het aardgas vervangen kan worden is er ook onduidelijkheid over wie het dichtdraaien van de gaskraan betaalt, terwijl de uitgaven naar verwachting in de honderden miljarden zullen lopen. Volgens de experts mogen bewoners niet alleen voor alle kosten opdraaien. Zij pleiten dan voor een door de overheid gesubsidieerd transitiefonds, maar ook dat fonds moet gefinancierd worden.

In het licht van de technologische ontwikkelingen, de politieke agenda en de publieke opinie over gasloos wonen rijst de vraag waar te beginnen. Afzonderlijke huizen, hele wijken of volledige gemeentes tegelijk. Ook hier zal de mate van publiek-private samenwerking in ieder geval een belangrijke rol spelen. De politiek is in ieder geval van mening dat het mogelijk is en recent heeft ook installatiebrancheorganisatie UNETO-VNI zich positief uitgelaten over de plannen van de overheid.

Author profile
Diederik is redacteur van de Rooilijn Stellingredactrie. De stelling snijdt een actueel ruimtelijk thema aan waarop een passende auteur reageert.
Author profile
Tijmen is Renewable Energy Consultant bij Sweco
Tijmen Klip reageert

Gas is makkelijk. Men slaat een gat in de grond, legt een netwerk van leidingen aan naar woningen en industrie. Ketels installeren en er kan warmte geproduceerd worden. Geen wonder dat sinds de ontdekking van de Nederlandse gasvoorraad we in een decennium iedereen aan het Gronings Goud hebben geholpen.

Hoewel we dat terugdraaien, blijft de warmte vraag met tal van uitdagingen. Er zijn vele bewezen technologieën, maar deze zijn zeker nog niet uit ontwikkeld. Het duurde immers ook even voor dat we hoog rendement ketels hadden, dezelfde ontwikkeling zal ook bij bijvoorbeeld warmtepompen moeten plaatsvinden.

Voordat we denken aan de investering in nieuwe oplossingen, is er een flinke kostenpost voor de bestaande infrastructuur. Gasleidingen worden voor 50 jaar in de grond gelegd. Veel oude, en vaak broze leidingen worden elk jaar vervangen. Als we in 2030 van het gas af willen, betekent dit een afschrijf termijn van maximaal 12 jaar. Dit geld niet alleen voor leidingen, maar voor alle infrastructuur rondom het gas. Logischerwijs zouden netbeheerders voor deze kosten opdraaien maar in het licht van de energietransitie is dat niet zondermeer een feit.

Ook het verduurzamen van gebouwen kost veel geld. Een transitiefonds kan helpen, maar dekt zeker niet de gehele transitie. Een woning energieneutraal maken kost gemiddeld ongeveer € 50.000,- bestaande uit isolatie, mechanische ventilatie, lage temperatuurverwarming en warmte opwekking. Maar de investering en exploitatie verschilt enorm per situatie. Door deze situationele verschillen, inkomens ongelijkheid en de stapsgewijze transitie is de warmte-transitie lastig eerlijk over elke burger te belasten. Binnen een gemeente zullen sommige wijken op (initieel) dure duurzame warmte zijn aangewezen, terwijl aangelegen wijken nog van het goedkope gas kunnen genieten. Door middel van bijvoorbeeld CO2 belasting kan de transitie gelijker verdeeld worden. Het vergt veel sociaal draagvlak om dit als maatschappij goed van de grond te krijgen. Op tijd informeren en ondersteuning bieden hierbij, vanuit publieke en private instellingen, speelt een enorm belangrijke rol.

Middels elektriciteit zal de warmtevraag veelal opgevangen kunnen worden. De zogenoemd all-electric oplossing. Hiervoor moet het net veel zwaarder worden uitgelegd. Kleinschalige energie voorziening, opslag en verbruik dienen de maat te worden. Lukt het niet, om met nog onontwikkelde smart-grids, dit op te lossen, dan zullen we enorme problemen ondervinden met grote pieken van vraag en aanbod die niet overeenkomen.

Daarnaast zijn er andere flinke inpassingsproblemen. Een lucht-warmtepomp vergt een flinke ventilator op de gevel wat de nodige geluidsoverlast geeft. Een grond warmtepomp vergt kilometers ondergrondse plastic leidingen waar we antivriesmiddel door heen pompen. En ook warmte-koudeopslag wekt nog de nodige vragen op qua invloed op het fysische en biologische milieu in de ondergrond.

Collectieve oplossingen zoals collectieve warmtekoudeopslag en geothermie gevoede warmtenetten zijn wellicht betaalbaar. Maar het vergt wel een goede organisatie tussen netbeheerder, exploitanten, gemeentes, woningbouwcorporaties en inwoners. Een complex organisatorisch vraagstuk vol uitdagingen.

De komende decennia kent dus enorm interessante en mooie uitdagingen. Technisch, financieel, organisatorisch, politiek als wel sociaal die we collectief het beste kunnen oplossen.

Author profile
Diederik is redacteur van de Rooilijn Stellingredactrie. De stelling snijdt een actueel ruimtelijk thema aan waarop een passende auteur reageert.
Author profile
Tijmen is Renewable Energy Consultant bij Sweco

Stelling gegevens:

1 juli 2018

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze stelling

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.