De huidige participatieaanpak vertraagt de woningproductie

21 juli 2021

Stelling door Luuk van Dijk

Gemeenten staan onder hoge tijdsdruk om het enorme woningtekort aan te pakken. De benodigde megaproductie van woningen moet tegelijkertijd ook voldoen aan verschillende ambities op het gebied van klimaatadaptatie, duurzaamheid, programmatische- en ruimtelijke kwaliteit. Dit vraagt om een snel en doordacht deltaplan van onze juristen, planeconomen, planologen en stedenbouwkundigen.

En juist nu kunnen veel plannen niet op draagvlak in de buurt rekenen. Buurtbewoners en belangengroepen grijpen alle mogelijkheden aan om de planvorming te vertragen, met hoop op afstel. Bouwprojecten hebben een steeds langere doorlooptijd, tot soms wel 20 jaar. De proceskosten voor gemeente en ontwikkelaar lopen op en de plannen worden ingehaald door de tijd.

Dit terwijl de oververhitte woningmarkt een kookpunt nadert. Starters blijven onvrijwillig lang bij hun ouders wonen en jonge gezinnen zitten opgescheept met te dure huurwoningen. Huizenbezitters zitten er juist warmpjes bij want hun woningen worden meer waard. Als we deze groeiende tekorten en ongelijkheid op de woningmarkt willen bestrijden moet de aanpak dan niet radicaal anders?

Ten eerste is het nodig dat de participatie beter wordt afgestemd op de opgave. Bij elke doelstelling past een andere vorm van participatie. Overheden zijn op papier groot voorstander van participatie, maar slagen er vaak niet in om het middel ‘consultatie’ te ontstijgen. Bewoners reageren op voorgestelde plannen en hebben weinig invloed op de planvorming. Bovendien is bij participatie vaak slechts een deel van de maatschappij vertegenwoordigd, dus moeten planmakers op zoek naar meer inclusievere en daarmee succesvollere vormen van burgerparticipatie.

Tegelijkertijd moet de overheid de rug recht houden als het gaat om algemene belangen, ook als dat niet overeenkomt met specifieke belangen van bepaalde groepen. De gemeente beschikt over experts zoals planologen, stedenbouwkundigen en duurzaamheidsadviseurs die samen in staat zijn om tot prachtige plannen te komen, met oog voor de uiteenlopende algemene belangen. Al te vaak beweegt de politiek mee met uiteenlopende suggesties en bezwaren, bang voor publieke afrekening in (sociale) media of aankomende verkiezingen. Aan de andere kant houden overheden soms hun poot stijf voor kleinere en minder zwaarwegende belangen. Gevolg is dat beloften worden gemaakt die niet kunnen worden nagekomen, het vertrouwen tot een dieptepunt zakt of zelfs dat plannen van tafel verdwijnen door impasse in de planvorming.

Iedereen heeft de mond vol van participatie, maar nu is het vaak niet meer dan een feest der teleurstellingen. Voor politici, ambtenaren, ontwikkelaars én bewoners. En vooral de starters trekken aan het kortste eind.

Author profile
Luuk is redacteur van de Rooilijn Stellingredactie. Hij is werkzaam als projectmanager bij Omniplan Nederland. Luuk is in 2018 afgestudeerd als planoloog en jurist aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als interim project- en omgevingsmanager werkt hij aan gebiedsontwikkelingen en energie-infrastructuur.
Author profile
Michiel is universitair docent aan de Tilburg University en gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam op de rol van contracten in participatieprocessen.
Michiel Stapper reageert

De woningproductie wordt niet vertraagd door participatie, maar door slechte politieke keuzes. De productie van (betaalbare) woningen is onder andere laag wegens de verhuurdersheffing, het negeren van het stikstofprobleem en de liberalisering van de woningmarkt. Om de woningproductie op peil te houden is er een sterke overheidssturing nodig. De laatste decennia is er juist alles aan gedaan om deze sturing in te perken.

Daarnaast is er vaak verwarring rondom participatie. Participatie wordt als doel gezien, niet als een middel. Participatie kan gebruikt worden om de democratie te verdiepen, maar is op zichzelf niet democratisch. Participatie wordt gebruikt om legitimiteit te creëren voor bouwprojecten, maar plannen worden bijna nooit fundamenteel aangepast.

De oplossing zit niet in minder participatie en meer top-down beleid. Er moet een oplossing worden gezocht in de verdere democratisering van het woonbeleid. Dat betekent dat politici duidelijke keuzes moeten maken over beleid. Zij zijn als volksvertegenwoordigers de aangewezen personen om uit te leggen welke zaken geregeld worden in het kader van het algemeen belang. Windmolens zijn in het algemeen belang wegens de klimaatcrisis. De productie van sociale woningen zijn in het algemeen belang wegens de wooncrisis. Het sluiten van agrarische bedrijven is in het algemeen belang wegens de stikstofcrisis. Te vaak verschuilen politici zich achter ambtenaren of overlegtafels voor dit soort beslissingen.

Daarnaast kunnen participatieprocessen ervoor zorgen dat buurtbewoners zeggenschap krijgen over plannen in hun omgeving. Deze participatie moet dan wel zo worden georganiseerd dat een brede dwarsdoorsnede van de omgeving gehoord wordt. Als de bewoners niet naar bijeenkomsten komen, dan moeten er creatieve manieren gevonden worden om toch iedereen te bereiken. Het is belangrijk om van mensen met een handicap te horen wat voor typen woningen en infrastructuur zij nodig hebben. Het is belangrijk om van buurtbewoners te horen of hun energiekosten stijgen door groene stroom. Het is belangrijk om gepast afspraken te maken met boeren over stikstofuitstoot. Een besluit kan in het algemeen belang zijn, maar het is ook een verantwoordelijkheid om er voor zorgen dat mensen daardoor niet in de problemen komen. Met name de problemen van kwetsbare mensen moeten niet vergroot worden. Daarom zijn duidelijke afspraken nodig over wat er gebeurt met de uitkomsten van participatieprocessen. Eindig het participatieproces met een lijst aan beloftes aan de omgeving, en monitor en evalueer of deze beloftes ook nagekomen worden. Maar weinig participatieprocessen worden geëvalueerd.

Politici formuleren het algemeen belang, buurtbewoners het omgevingsbelang. Hierdoor kan gebiedsontwikkeling gedemocratiseerd worden, wat ervoor zorgt dat politieke problemen ook daadwerkelijk opgelost worden. De uitdagingen van deze tijd zijn te groot voor experimenten, living labs of overlegtafels. Er moeten duidelijke politieke keuzes gemaakt worden. Zorg er wel voor dat kwetsbare groepen niet de dupe worden van deze keuzes. Alleen dan kunnen planmakers met de omgeving een betere samenleving bouwen.

Author profile
Luuk is redacteur van de Rooilijn Stellingredactie. Hij is werkzaam als projectmanager bij Omniplan Nederland. Luuk is in 2018 afgestudeerd als planoloog en jurist aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als interim project- en omgevingsmanager werkt hij aan gebiedsontwikkelingen en energie-infrastructuur.
Author profile
Michiel is universitair docent aan de Tilburg University en gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam op de rol van contracten in participatieprocessen.

Stelling gegevens:

21 juli 2021

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze stelling

2 Reacties

  1. Gerben Helleman

    Goede stellingen die mijn inziens beide waar zijn. De discussie doet me denken aan het digitale magazine ‘Participatiemoe(d)’ die onlangs beschikbaar kwam. Ook daar staat de vraag centraal wanneer en hoe burgers mogen, willen en kunnen participeren:
    https://sway.office.com/smyJ8icyfLfDmoNa?ref=Link

    Antwoord
  2. Mark Koelman

    Leuk om te lezen heren. Hierbij mijn overdenkingen.

    De afbakening van waar er over ‘geparticipeerd’ kan worden in een project helpt in het scheppen van duidelijkheid en helpt ook meteen de monitoring. Helemaal eens dat monitoring nodig is om uitspraken te kunnen doen over de nut en noodzaak van participatie.

    Verder viel mij op in de reactie van Dr. Stapper, dat na de zin “de oplossing zit niet in minder participatie en meer top-down beleid” daarna 3 oplossingen worden genoemd voor vraagstukken die in het algemeen belang zijn, waarbij politici top-down beleid of keuzes moeten maken.

    Misschien dat het al duidelijk wordt door mijn opmerking, maar ik ben voorstander van het maken van top-down keuzes en beleid voor grote en complexe vraagstukken en waar dit niet nodig is participatie de norm wordt. Ook hier moet de politiek weer de keuze maken hoe dat er uit komt te zien, maar als dit te lang duurt dan zullen ambtenaren dit zelf per project uitzoeken, er moet immers gebouwd worden. En dat leidt, denk ik, om dhr. van Dijk te citeren steeds vaker ’tot een feest van teleurstellingen’.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.