De circulaire economie is in opkomst, dit maakt het een veel gezien onderwerp van onderzoeken en analyses. Hierbij is het opmerkelijk dat de meeste onderzoeken zich voornamelijk richten op de theorie en dat er nauwelijks onderzoek wordt gedaan naar de toepassing in de praktijk.
Hetzelfde geldt voor circulair bouwen (en slopen). Nu de overgang naar een circulair economische bouwsector steeds dichterbij komt is er vanuit de praktijk grote vraag naar informatie op dit vlak, omdat praktische en objectieve kennis beperkt is. Hierdoor lijkt de ontwikkeling van een circulaire bouwsector onbedoeld te blijven hangen in de theorie.
De markt is nu voornamelijk nog lineair, maar gaat meer circulair worden waardoor er op de langere termijn problemen ontstaan. Op dit moment zijn marktpartijen er vaak van overtuigd dat de huidige lineaire methodes financieel aantrekkelijker zijn dan circulaire bouwmethodes. Hierdoor is er weinig incentive om circulair te gaan bouwen.
Inbrengen van circulariteit in een bouwproces kost tijd, zowel bij de voorbereiding als in de uitvoering. Wordt die extra tijd niet gefaciliteerd dan kunnen de circulaire ambities het onderspit delven aan typische drijfveren zoals deadlines en kosten.
Er zijn ook andere redenen waarom circulariteit in de bouw langzaam op stoom komt. Zo conflicteren ontwikkelingen uit het recente verleden zoals standaardisatie en prefabricage vaak met, voor de circulaire bouw vereiste aspecten als, improvisatie en flexibiliteit.
Ook het feit dat een bouwobject juridisch pas waarde heeft als het opgeleverd is, maakt het lastig om leaseconstructies of verplaatsing van eigendom toe te passen terwijl dit juist zo belangrijk is voor circulariteit. Dit opgeven van eigenaarschap en toegeven aan gebruiksrecht of een ‘gebouw als service’ is sowieso iets dat in onze maatschappij moeilijk van de grond komt zolang ‘huisje, boompje, beestje’ nog de maatstaf van succes is.
0 reacties