Natuurbeleid mist handelingsperspectief

1 april 2020

Stelling door Maarten Markus

Het falende Programma Aanpak Stikstof (PAS) legt een grote zwakte van sectoraal gedreven natuurbeleid weer. Toenemende kennis over de negatieve effecten van verschillende industrieën leidt tot eendimensionale maatregelen die zich lijken op te stapelen. Het gevolg is dat een sector zoals de landbouw binnen een productiegedreven business model steeds meer compenserende maatregelen moeten nemen om de negatieve effecten te mitigeren. Dat leidt tot een impasse waarbij productie-gedreven landbouwondernemingen vanuit natuurbescherming geredeneerde normen klem worden gezet.

Om de negatieve externe effecten binnen de genormeerde aanvaardbare grenzen te krijgen worden drastische oplossingen genoemd. Bijzonder effectieve maatregel is het reduceren van de veestapel, zoals de Telegraaf 10 november 2019 berichtte, of nabij natuurgebieden emissieloos bouwen. De huidige industriële bouwsystemen gaan namelijk gepaard met veel (fossiele) logistiek en emissiegedreven bouwactiviteiten. De bouw heeft ook al laten weten dat dit niet ineens kan met een bouwvakkersprotest op het Malieveld tot gevolg. De gestelde normen laten enerzijds de destructieve effecten van de huidige landbouw- en bouwsector zien, maar zijn niet constructief in het veranderen van de productiesystemen.

Naast boerenprotesten en bouwprotesten zijn er ook partijen die proberen de stikstofuitstoot te verminderen binnen de huidige veeteelt- en bouwsystemen. Met innovaties trachten zij de huidige vormen van productie te kunnen behouden én de stikstofnorm te halen. Het business journaal RTL-Z heeft er 27 november 2019 een aantal uitgelicht. Van een varkens- en koeientoilet die ammoniakvorming tegengaat tot een koeienluier die urine en mest gescheiden opvangt. En ook de biochemie komt met oplossingen zoals een poedermix van DSM die het spijsverteringsproces van het vee verbetert. In de bouw wordt verder gesproken over de aanschaf van elektrische apparatuur en bouwvakkers met de trein te laten komen. Op zichzelf goede ideeën, maar een meer fundamentele verandering van het productiesysteem blijft uit.

Een verandering van het productiesysteem kan een nieuw handelingsperspectief bieden als natuurbeleid wordt gekoppeld aan het productielandschap, zeker van de landbouw. Dan is de vraag niet welke norm er nodig is maar wat voor productiesysteem past bij de ambities voor natuurontwikkeling en het verduurzamen van de industrie. Het intensiveren van de landbouw kan dan niet langer worden volgehouden met nog meer additionele compenserende maatregelen. Met de meest innovatieve landbouwsector in de wereld en alle kennis beschikbaar zoals op de Wageningen Universiteit zouden we de condities moeten kunnen scheppen om anders te produceren.

Deze transitie van productiegedreven landbouw naar een natuurvriendelijk productieproces kan een nieuw perspectief bieden voor natuurbeleid en agrariërs. Dat betekent ook dat natuurbeleid niet meer los kan worden ontwikkeld van economisch sectoraal beleid. En dat er ruimte geboden moet worden voor verandering. Of dat nu ruimte betreft binnen de bestaande normen of ruimte in de financiële mogelijkheden door de oprichting van een transitiefonds om het productielandschap te veranderen.

Author profile
Maarten is redacteur van de Rooilijn Stellingredactie. De stelling snijdt een actueel ruimtelijk thema aan waarop een passende auteur reageert. Hij is werkzaam als Projectmanager Duurzaamheid bij

Maarten is redacteur van de Rooilijn Stellingredactie en werkzaam als projectmanager Duurzaamheid bij gebiedsontwikkelaar AM. Hij is opgeleid als vastgoedkundige (HvA) en planoloog (UvA) en afgestudeerd in Urban Studies (UvA/Northeastern University) waar hij specialiseerde in de implementatie van duurzaamheid in gebiedsontwikkeling. Hij heeft gewerkt aan stedelijke vernieuwing bij de gemeente Amsterdam, het onderzoeksproject APRILab naar planningsdilemmas in ontwikkeling en werkt nu aan de strategie en implementatie van duurzame oplossingen voor gebiedsontwikkeling. Naast zijn werkzaamheden voor AM en Rooilijn is hij actief in de Nieuw Amsterdam Raad van Pakhuis de Zwijger en als Fellow betrokken bij het onderzoeksprogramma Urban Arenas for just and sustainable cities.

Author profile
Hens is buitengewoon hoogleraar aan de WUR en universitair hoofddocent bij het Copernicus Institute (Universiteit Utrecht).

Hens Runhaar (h.a.c.runhaar@uu.nl) is buitengewoon hoogleraar Beheer van biodiversiteit en agrarisch landschap. Zijn onderzoek richt zich op de vraag hoe boeren en andere bedrijven in agri-food ketens kunnen worden gestimuleerd om negatieve ecologische impacts te minimaliseren en de bijdrage aan natuur en landschap te maximaliseren. Aandachtspunten in zijn onderzoek zijn de evaluatie van sturingsarrangementen voor natuurbeheer door boeren; de rol van de 'framing' van natuur- en biodiversiteitsdoelen voor de sturing daarop; en de organisatie van kennisproductie die 'natuurinclusieve' landbouw maximaal ondersteunt. Daarnaast gaat zijn belangstelling uit naar nieuwe verdienmodellen voor 'natuurinclusieve' landbouw.

Op 22 september 2016 hield Hens Runhaar zijn inaugurele rede (video / boekje).

Hens Runhaar reageert

Het spanningsveld tussen natuur en landbouw is niet nieuw, maar het debat over de relatie tussen beiden is door de stikstofcrisis wel weer opgelaaid. Tegelijkertijd lijkt in toenemende mate het besef door te dringen dat landbouw en natuur elkaar kunnen versterken en dat het en-en in plaats van of-of kan zijn. ‘Natuurinclusieve landbouw’ of, de meer algemene term ‘agroecologie’ zijn gebaseerd op het idee dat de natuur ecosysteemdiensten kunnen leveren die het gebruik van chemische middelen als kunstmest en bestrijdingsmiddelen kunnen verminderen. Voorbeelden zijn organische stofopbouw in de bodem en bodemleven, natuurlijke plaagbestrijders zoals zweefvliegen en bestuivende insecten zoals (wilde) bijen. Dat soort landbouwsystemen kunnen op hun beurt bijdragen aan niet-functionele vormen van natuur en aan maatschappelijke doelen zoals schoner water, vastlegging van broeikasgassen in de bodem en een aantrekkelijker landschap.

Een omschakeling naar een meer natuurinclusieve landbouw is daarmee nog steeds niet eenvoudig te implementeren. Er zijn tenminste twee belangrijke complicerende factoren: 1) Onvoldoende kennisbasis van natuurinclusieve landbouw en 2) een lock-in effect in de huidige productieketen.

In de eerste plaats is de kennisbasis voor een meer natuurinclusieve landbouw nog niet compleet. Zo weten we nog niet goed wáár natuur wel en niet betere resultaten oplevert in termen van productie, plaagonderdrukking en uiteindelijk de marge voor de boer dan de conventionele, intensieve landbouw die sterk leunt op niet-natuurlijke inputs. Ook weten we nog niet het fijne af van mogelijke trade-offs tussen de ecosysteemdiensten die natuurinclusieve landbouw kan leveren. Zo is er voorzichtig bewijs dat kruidenrijker grasland beter bestand is tegen weersextremen en meer bijdraagt aan biodiversiteit, maar onder gunstige omstandigheden minder droge stof produceert. Welke kruidenmengsels overall beter presteren is nog onduidelijk.

In de tweede plaats zijn grootschalige veranderingen in landbouwproductiesystemen verre van eenvoudig te realiseren door de afhankelijkheden in de huidige productieketens. De doorontwikkeling van onze landbouw heeft daar tot een soort lock-in effect geleid. Hiervoor zijn verschillende redenen. De mogelijke kosten en baten van meer natuurinclusieve landbouw vloeien niet automatisch terug naar de boer. Ketens, beleid, onderwijs en onderzoek zijn nu sterk toegesneden op de huidige landbouw en verandering is lastig, zeker als partijen hun verdienmodel op die landbouw hebben gebaseerd. Bovendien zijn deze partijen van elkaar afhankelijk en is het risicovol als boer, toeleverancier of verwerker de eerste stap te nemen.

Een transitie naar een meer natuurinclusieve landbouw is daarmee een gezamenlijke opgave, waarbij nog veel onderzocht moet worden maar bovenal regie nodig is om te komen tot een gemeenschappelijke visie. Een taak die bij uitstek past bij een institutie die voor dit soort grote maatschappelijke vraagstukken die individuele partijen te boven gaan is uitgevonden: de Rijksoverheid.

Author profile
Maarten is redacteur van de Rooilijn Stellingredactie. De stelling snijdt een actueel ruimtelijk thema aan waarop een passende auteur reageert. Hij is werkzaam als Projectmanager Duurzaamheid bij

Maarten is redacteur van de Rooilijn Stellingredactie en werkzaam als projectmanager Duurzaamheid bij gebiedsontwikkelaar AM. Hij is opgeleid als vastgoedkundige (HvA) en planoloog (UvA) en afgestudeerd in Urban Studies (UvA/Northeastern University) waar hij specialiseerde in de implementatie van duurzaamheid in gebiedsontwikkeling. Hij heeft gewerkt aan stedelijke vernieuwing bij de gemeente Amsterdam, het onderzoeksproject APRILab naar planningsdilemmas in ontwikkeling en werkt nu aan de strategie en implementatie van duurzame oplossingen voor gebiedsontwikkeling. Naast zijn werkzaamheden voor AM en Rooilijn is hij actief in de Nieuw Amsterdam Raad van Pakhuis de Zwijger en als Fellow betrokken bij het onderzoeksprogramma Urban Arenas for just and sustainable cities.

Author profile
Hens is buitengewoon hoogleraar aan de WUR en universitair hoofddocent bij het Copernicus Institute (Universiteit Utrecht).

Hens Runhaar (h.a.c.runhaar@uu.nl) is buitengewoon hoogleraar Beheer van biodiversiteit en agrarisch landschap. Zijn onderzoek richt zich op de vraag hoe boeren en andere bedrijven in agri-food ketens kunnen worden gestimuleerd om negatieve ecologische impacts te minimaliseren en de bijdrage aan natuur en landschap te maximaliseren. Aandachtspunten in zijn onderzoek zijn de evaluatie van sturingsarrangementen voor natuurbeheer door boeren; de rol van de 'framing' van natuur- en biodiversiteitsdoelen voor de sturing daarop; en de organisatie van kennisproductie die 'natuurinclusieve' landbouw maximaal ondersteunt. Daarnaast gaat zijn belangstelling uit naar nieuwe verdienmodellen voor 'natuurinclusieve' landbouw.

Op 22 september 2016 hield Hens Runhaar zijn inaugurele rede (video / boekje).

Stelling gegevens:

1 april 2020

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze stelling

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.