Wonen in de binnenstad is structureel een opgave voor steden en daardoor onderwerp politieke discussie, beleid en onderzoek. Jeroen Singelenberg heeft in zijn doctoraalscriptie uit 1974 trends in gemeentelijke doelstellingen en beleid onderzocht en toekomstscenario’s verkend voor wonen in de Amsterdamse binnenstad. Duidelijk is dat in de jaren ’70 de binnenstad er anders voorstond dan nu. Toen was er bevolkingsdaling door een afname van het aantal woningen en een sterke verhuisbeweging van gezinnen de stad uit. Opvallend is wel een toename van kleine huishoudens zonder kinderen, een trend die ook nu zichtbaar is.
Het gemeentelijk beleid van Amsterdam richt zich in de periode 1971 – 1974 op de kwaliteit en differentiatie van woontypen. Zo is er de doelstelling dat in wijken als de Jordaan de woonoppervlakte moet toenemen ten behoeve van grotere huishoudens. Tevens maakte de gemeente Amsterdam de keuze een aantal gebieden te vrijwaren van wonen en zo meer ruimte voor werk- of culturele functies te creëren in de stad. Een voorzichtige continuering van de stadsvernieuwing is tevens uitgangspunt van de gemeentelijke strategie. Singelenberg signaleert dat het verdringen van woningen door andere functies afneemt in het in voorbereiding zijnde Struktuurplan (1974). Wonen wordt dus weer prominenter in het beleid van toen.
Singelenberg ziet een grote inconsistentie tussen de gemeentelijke doelstellingen en haar beleid. Dit geeft de lastige rol van de gemeente aan: als publiek orgaan kan het niet allesbepalend zijn in de woningmarkt, tegelijkertijd is zij wel probleemeigenaar van een onevenwichtige woningmarkt in de binnenstad. Een voorbeeld is het stadsvernieuwingsbeleid waarbij bewoners in eigen buurt mogen blijven wonen. Dit beleid conflicteert met de doelstelling van differentiatie. Zonder nieuwbouw is die laatste doelstelling niet haalbaar, toch waren er in 1974 weinig ontwikkellocaties in voorbereiding.
De vraag is hoe het verder moet met de Amsterdamse binnenstad en de opgave van de gemeente om te differentiëren en een meer evenwichtig woonaanbod te creëren. Singelberg geeft drie opgaven aan voor het stadsbestuur. Allereerst de bevolkingsdaling die mede door het samenvoegen van woningen doorzet. Ten tweede het accommoderen van verschillende typen huishoudens door woningdifferentiatie. Ten derde het verbeteren van de woningvoorraad en met name het tempo waarin dit moet gebeuren.
De woningmarkt van Nederlandse binnensteden, met Amsterdam als extreem voorbeeld, blijft onevenwichtig.
Sociaaleconomische veranderingen, de trek naar de stad, mondialisering en toerisme maken dat de leefbaarheid en betaalbaarheid van binnenstedelijke wijken onder druk staan. Tegelijkertijd is er een grote woonbehoefte voor starters en gezinnen in de stad. Verschil met de jaren ’70 is dat er inmiddels een grote bouwproductie op gang is gekomen. Grote overeenkomst is dat de gemeente Amsterdam blijft zoeken naar haar rol. Enerzijds intervenieert zij sterk via grondbeleid zoals met gronduitgifte specifiek voor middeldure huur, anderzijds is het onmogelijk de krachten op de woningmarkt vanuit toerisme, Airbnb en speculatie in de vastgoedmarkt volledig te kunnen sturen. Daarmee zijn we anno 2017 terug bij de vraag: Wat is de toekomst van wonen in de binnenstad?
Jos Gadet (1959) is stadsgeograaf en publicist over stedelijke ontwikkelingen. Vrijwel direct na zijn afstuderen in 1986 trad hij in dienst bij de gemeente Amsterdam, achtereenvolgens als onderzoeker, beleidsmedewerker en uiteindelijk hoofdplanoloog bij de Dienst Ruimtelijke Ordening, sinds 2015 Ruimte en Economie.
Ambtenarij saai? Allesbehalve. In de Amsterdamse ruimtelijke ordening staan de uitdagende debatten tussen planologen en ontwerpers, intense contacten met de academische geografie en stedenbouw, grote bestuurlijke opgaven en een kritische bevolking garant voor een dagelijks spektakel op burelen en ….. in het veld.
De grote inspiratiebron voor Jos Gadet is Jane Jacobs. Haar methode, met een gedegen kennis van economie, geografie en sociologie de stad intrekken en de ontwikkeling van plekken duiden, is door Jos Gadet en Koos van Zanen verder ontwikkeld in de ‘schouwen’. Schouwen is een ‘visit by experts’, een vergadering op locatie, waarin niet alleen de kennis van de deelnemers de discussie bepaalt, maar ook de locatie zelf, die zich ten volle maar ook in details aan de deelnemers manifesteert.
Door de stad in te trekken raak je snel bevlogen. Jos Gadet promoveerde in 1999 op het proefschrift Publieke ruimte, parochiale plekken en passantenopenbaarheid, heeft tal van publicaties achter zijn naam staan (Archined, ROmagazine), en is medeauteur van verscheidene boeken over de stad. Jan Blokker noemde hem ooit ‘dè stadsgeograaf van Amsterdam’. In 2011 publiceerde hij het controversiële boek Terug naar de stad. Geografisch portret van Amsterdam, waarover Het Parool vermelde: Waarom sommige buurten opleven en anderen niet….Na lezing van zijn boek kijk je anders tegen die dingen aan. Fascinerend.
Hoe controversieel het boek ook is, vriend en vijand roemden de bevlogenheid van de auteur. Een bevlogenheid die hij ook buiten zijn werk als ruimtelijke ordenaar graag deelt in lezingen en excursies. Dat kan in het Nederlands, maar ook Duits en Engels.
0 reacties