De klimaatverandering was de afgelopen zomer met zijn heftige hittegolven wederom voelbaar. Warmterecords werden verbroken en stedelingen zochten massaal verkoeling buiten de stad. Volgens het Koninklijke Nederlandse Meteorologisch Instituut (KNMI) zullen hittegolven komende jaren vaker voorkomen en heviger zijn. Dit geeft een belangrijke aanleiding om de gehele inrichting van onze steden te herzien. Immers, we willen onze steden ook bij hoge temperaturen leefbaar houden.
Om gebieden versneld klimaatbestendig te maken trekken gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk samen op. Met hun gezamenlijke plan Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) voerden ze in 2019 stresstesten uit om de impact van hitte op de gezondheid en het welzijn in kaart te brengen. Het is in lijn met de toenemende aandacht voor de gevaren van hitte voor de gezondheid en in het bijzonder van kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen en zieken. Het KNMI kondigt tegenwoordig bij tropische temperaturen code oranje af en het RIVM stelt het Nationale Hitteplan in werking.
Dit jaar zijn de overheden vanuit het DPRA voornemens om voor het voeren van risicodialogen aan tafel te gaan met ‘alle relevante partijen’, al vraagt dit voornemen nog om nadere uitwerking. Het zou zonde zijn als die dialogen beperkt blijven tot het aanpakken van gezondheidsrisico’s van hitte. Wij doen hier de oproep om breder te kijken naar ook de impact van hitte op de lokale economie en de leefbaarheid van de stad.
Het belang om te kijken naar de stedelijke inrichting blijkt uit onderzoek in het project Cool Towns. Samen met Europese regio’s en gemeenten analyseren we de hittestress in hun gebieden en worden hittemaatregelen op het niveau van de straat ontwikkeld. De discussie rondom de inventarisatie van hittekwetsbaarheden in de deelnemende regio’s en gemeenten is na verloop van tijd verbreed van kwetsbare groepen naar plekken in de stad waar de leefbaarheid en economische activiteiten door hitte onder druk staan.
Zo blijkt uit ons onderzoek in Breda dat hitte een negatief effect heeft op de bezoekersaantallen van winkelgebieden. Ov-knooppunten, zoals in Middelburg, blijken grotendeels te bestaan uit snel opwarmende verharding en kan voor mensen op een zomerse dag een barrière betekenen. En dat geldt ook voor fiets- en wandelroutes. Al in 2013 wees Böcker er in Rooilijn op dat fietsers boven de 25° eerder de auto induiken. Het laat zien dat vastgoedeigenaren en winkeliers belangrijk zijn om te betrekken om hittebestendige winkelgebieden te realiseren en ov-gerelateerde bedrijven om de infrastructuur thermisch comfortabel te maken.
Het versneld nemen van maatregelen voor hittebestendigheid is onvermijdelijk om de economische vitaliteit en leefbaarheid van steden te behouden in een veranderend klimaat. Het vraagt erom dat bij de lokale risicodialogen een verbreding plaatsvindt waarbij behalve voor gezondheid en welzijn ook aandacht is voor de aantasting van de leefomgeving waarin mensen wonen, werken, winkelen, ontspannen en reizen. Dan komen ook hele andere partijen in beeld die relevant zijn om te betrekken.
Gideon (g.spanjar@hva.nl) is als Lector Innovatie & Groenstedelijke Ruimte verbonden aan Aeres Hogeschool Almere. Het Lectoraat houdt zich bezig met het vormgeven van de groenstedelijke ruimte met drie aandachtsgebieden: transitie biobased economy, rewilding cities en versnellen klimaatadaptatie voor een hoogwaardige leefomgeving nu en in de toekomst.
Gideon is ook als projectleider en senior onderzoeker verbonden aan de lectoraten Bouwtransformatie en Water in en om de Stad van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Als projectleider van het Europese project Cool Towns werkt Gideon aan het klimaatbestendig maken van steden en als projectleider van Sensing Streetscapes hoe eye-tracking technologie ingezet kan worden om ontwerp-oplossingen voor binnenstedelijk bouwen met een menselijk maat te testen.
Gideon is gepromoveerd aan de universiteit van Essex op het gebied van Urban Ecosystem Services Assessments (UESA) – governance en inrichting van een gezonde groene leefomgeving. Van 2016 tot de zomer 2020 was hij als kwartiermaker belast met het mede opzetten van het thema Inclusieve Gebiedsontwikkeling voor het HvA Centre of Urban Governance and Social Innovation (UGSI). Daarnaast werkte hij als senior onderzoeker samen met de gemeente Amsterdam aan integrale aanpak van opgaven en innovatie van participatietrajecten bij de planvorming van de 32 Ontwikkelbuurten.
Op dit moment is Gideon ook als associate fellow werkzaam voor Centre for Econics and Ecosystem Management – een onderzoeksinstituut op het gebied van adaptief management van 'Natuurlijke' ecosystemen. Daarnaast was hij in het verleden lid van de redactie van Rooilijn – een Nederlands platform voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening.
0 reacties