Rotterdam heeft de meeste platte daken van Nederland: 14,5 miljoen vierkante meter dat smachtend ligt te wachten op invulling. Met 37 voorbeelddaken laat Het Rotterdamse Dakenboek: nieuw gebruik van dak en stad zien hoe je meer en beter gebruik kan maken van de bovenkant van gebouwen. Een nog redelijk onontgonnen terrein dat kansen biedt voor de steeds verder verdichtende steden en voor de opgaven rondom klimaatadaptatie. Het boek maakt een onderscheid in het gebruik van daken voor wonen, werken en recreëren (rood), opvang van regenwater (blauw), natuur (groen) en voor het opwekken van duurzame energie (geel). Het is een mooi vormgegeven salontafelboek om lekker door te bladeren en het biedt inspiratie door wat er allemaal gedaan wordt met platte daken in Rotterdam. De voorbeelddaken worden schitterend weergegeven met behulp van beeldende foto’s. Vergezeld met korte beschrijvingen vanuit het oogpunt van de eigenaren. Tevens komen zeventien visionairs met verschillende specialismen kort aan het woord over de rol van het dak voor steden. Daarmee is dit boek meer dan alleen een Rotterdams verhaal. De mogelijkheden van daken zijn immers wezenlijk voor alle grote steden in de wereld. Een Engelse vertaling is daarom ook al in de maak en bestaan plannen voor een Amsterdams Dakenboek.
Sinds 2017 werkt hij enkele dagen per week als coördinator van het Platform Stad en Wijk. Een samenwerkingsverband van lectoraten van diverse hogescholen die zich door middel van praktijkgericht onderzoek bezighouden met maatschappelijke vraagstukken in stad en wijk.
Daarnaast werkt hij enkele dagen per week als kennismakelaar in Delft voor de gemeente, de Haagse Hogeschool, hogeschool Inholland en de TU Delft. Daar coördineert hij onder andere het opzetten en begeleiden van praktijkgericht onderzoek door studenten. Veelal in samenwerking met maatschappelijke partijen én wijkbewoners. Om zo onderzoek, beleid, onderwijs en praktijk met elkaar te verbinden en meer gebruik te maken van elkaars kennis en expertise.
Tevens doet hij onderzoek naar de openbare ruimte en dan met name naar de manier waarop kinderen deze ruimte gebruiken om buiten te spelen.
In het verleden was hij werkzaam als onderzoeker bij Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft), als adviseur bij KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing, als sociaal projectleider in de Haagse Schilderswijk en als senior beleidsmedewerker en teamleider bij woningcorporatie Haag Wonen.
In zijn vrije tijd schrijft hij in diverse media en op zijn blog Stadslente over de relatie tussen de geplande en geleefde stad. Met daarbij speciale aandacht voor de manier waarop mensen de openbare ruimte gebruiken. Ook is hij redacteur bij Rooilijn waar hij de rubriek 'recensies en signalementen' en 'columns' coördineert.
0 reacties