Interventies voor een inclusieve energietransitie

16 augustus 2023

Een transitie is pas geslaagd als deze iedereen bereikt. Er ontstaan wereldwijd steeds meer initiatieven voor een duurzaam energiesysteem, denk hierbij aan energiecoöperaties of lokale energie-initiatieven. Inclusiviteit is ook voor deze initiatieven een belangrijke voorwaarde voor succes. De energietransitie riskeert namelijk om sociale ongelijkheid te vergroten. De hoge investeringskosten van duurzame technologieën zijn niet voor iedereen te dragen. Het is daarom essentieel om te onderzoeken wat er nodig is om de energietransitie een inclusieve transitie te kunnen noemen.

Inclusie en exclusie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De United Nations (UN) definieert exclusie als volgt: ‘een staat waarin individuen niet in staat zijn volledig te participeren in de economie, het sociaal, politieke of culturele leven, net als het proces dat leidt tot zo’n staat’ (UN, 2016). Inclusie, daarentegen, is een proces dat actief werkt aan diversiteit. Wat betreft diversiteit bestaat er een verschil tussen diversiteit op het gebied van zichtbare en onzichtbare kenmerken. Denk hierbij aan gender, leeftijd en etniciteit als zichtbare kenmerken. Religie, normen, waarden en vaardigheden zijn voorbeelden van onzichtbare kenmerken. Beide aspecten zijn van belang om mee te nemen wanneer wordt gestreefd naar inclusie. In het proces naar inclusie staan de competenties en wensen van de uitgeslotenen centraal.

Lokale energie-initiatieven schieten in Nederland uit de grond. Verschillende stakeholders, van bedrijven, overheden, kennisinstituten tot burgers, werken samen aan verduurzaming en het tegengaan van netcongestie. Netcongestie ontstaat wanneer de vraag naar elektriciteit groter is dan de transportcapaciteit van het net. Lokale energie-initiatieven kunnen hier een goede uitkomst voor bieden als daarin energievraag en aanbod lokaal op elkaar worden afgestemd zodat minder energie-uitwisseling met het net nodig is. Het succes van deze initiatieven als onderdeel van de energietransitie op langere termijn is deels afhankelijk van de mate waarin deze initiatieven maatschappij breed gedragen worden. Wat is er nodig voor inclusiviteit bij lokale energie-initiatieven? In dit artikel wordt een aantal interventies beschreven die de inclusiviteit van de energietransitie benadrukken, verzekeren of stimuleren. Het zijn de belangrijkste uitkomsten uit een onderzoek naar het Local Inclusive Future Energy (LIFE)-project in Amsterdam Zuidoost. De zoektocht naar interventies voor het meer inclusief maken van de energietransitie en het LIFE-project stond centraal in het onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit artikel.

Het LIFE project

In het LIFE project wordt de energie, opgewekt door de zonnepanelen op het dak van de Amsterdam ARENA, tijdelijk opgeslagen in een grote batterij. Wanneer de energievraag toeneemt, bijvoorbeeld tijdens een evenement bij ArenApoort, wordt de energie vanuit de batterij gebruikt. Op deze manier voorkomt de batterij een piekbelasting op het energienet. Als de zon schijnt en er geen evenement is bij ArenApoort, en de batterij goed is opgeladen, leveren de zonnepanelen een energieoverschot. Het doel van het LIFE project is dat dit overschot wordt gedeeld met omwonenden van ArenApoort om zo energiearmoede terug te dringen.

In de Bijlmer leeft negentien procent van de huishoudens in energiearmoede. Landelijk ligt dit percentage op zeven procent. TNO gebruikt als definitie voor energiearmoede: huishoudens met een laag inkomen in combinatie met een hoge energierekening en/of een slecht geïsoleerd huis. Energiearmoede kan de fysieke en mentale gezondheid, sociaal leven en werkgelegenheid van de mensen die erdoor getroffen worden negatief beïnvloeden. Huishoudens die leven in energiearmoede kunnen bijvoorbeeld besluiten om hun eten niet op te warmen om energie te besparen. Tenslotte worden huishoudens die leven in energiearmoede zwaarder getroffen door extreme weersomstandigheden omdat het huis opwarmen of afkoelen, veel energie en dus veel geld kost. Huishoudens met energiearmoede zouden voor een kleine prijs energie kunnen ontvangen en zo profiteren van het lokale energieproject. Hoe dit precies bereikt kan worden, is echter niet duidelijk. Daarom is onderzocht hoe de bewoners van de aangrenzende buurt, Venserpolder, zodanig bij het project betrokken kunnen worden dat zij gebruik kunnen maken van het energiesysteem en het project daadwerkelijk gaat bijdragen aan de vermindering van energiearmoede.

De buurt in

Voor dit onderzoek zijn diverse bronnen geraadpleegd: literatuurstudie, analyse van interviews met sleutelfiguren uit de buurt en etnografisch onderzoek. Deze laatste methode wordt traditioneel gebruikt om andere culturen te begrijpen en leende zich daarom ook goed om de belangen, wensen en competenties van de buurt beter te leren kennen. Respect en privacy van de deelnemers zijn belangrijke voorwaarden voor etnografisch onderzoek. Het etnografische onderzoek heeft op een transparante wijze plaatsgevonden, de onderzoekers waren uitgesproken over hun rol. Het doel van de methode was om de belevingswereld van de inwoners van de wijk beter te begrijpen, zonder direct een oordeel te vellen.

Tijdens het onderzoek zijn de volgende organisaties bestudeerd in de Venserpolder en Amsterdam Zuidoost: een moestuingemeenschap voor vrouwen, diverse buurtcentra, een stichting die huiswerkbegeleiding aanbiedt voor jongeren en een leergemeenschap voor sociale duurzame initiatieven. Hieruit volgden een aantal diepte-interviews met actieve bewoners van Amsterdam Zuidoost met een groot netwerk die zich inzetten voor de buurt. Het antropologische onderzoek en de interviews zijn parallel verlopen aan de literatuurstudie. De uitkomsten van de literatuurstudie naar lokale energiesystemen, inclusiviteit en burgerparticipatie werden bevestigd in de uitkomsten van het antropologische deel van de studie.

Interventies voor een inclusieve energietransitie

Uit het literatuuronderzoek werd duidelijk dat het belangrijk is om te focussen op de kwaliteiten van een buurt in plaats van de gebreken. Dit was duidelijk terug te zien in de verschillende organisaties die zijn bezocht, mensen werden daar in hun kracht gezet. Bij deze organisaties hebben bewoners de kans om zich te ontwikkelen op diverse gebieden, ook dit was een belangrijke voorwaarde die uit het literatuuronderzoek kwam. Denk hierbij aan leren tuinieren, duurzaamheidslessen, naaien en nog veel meer.

Tenslotte werd integraliteit of koppelkansen veel genoemd in de literatuur, met andere woorden het combineren van opgaven in de wijk. Ook dit punt was terug te zien in de wijk. De geïnterviewde sleutelfiguren en de organisaties waren hier vaak, bewust of onbewust, al mee bezig. Zo gaat het niet alleen om tuinieren in de moestuin, maar ook om het tegengaan van eenzaamheid. Wanneer je meer leert over duurzaamheid, vergroot dit ook jouw kansen op de arbeidsmarkt waardoor er als gevolg van de training ook weer meer mensen aan het werk kunnen. Onderstaand volgen een aantal voorbeelden van interventies voor een inclusieve energietransitie.

‘Silent wall’

Uit het onderzoek werd het belang van veilige plekken snel duidelijk. De bewoners kennen elkaar en dus ook een onderzoeker kan worden gezien als een bedreiging. Een veilige plek kan voor de één letterlijk een bekende plek zijn maar voor de ander de aanwezigheid van bekende gezichten betekenen. Een krachtig voorbeeld van een veilige plek voor een inclusieve interventie voor de energietransitie kan worden gevonden in Toronto, Canada. Dit project vond plaats in de San Romanoway Towers, hier woont 20 procent van de bevolking van de stad waaronder ook een groot deel van de sociaal kwetsbare groep. Voor dit energieproject zijn bewoners actief betrokken in de focus en uitvoering van het programma. De aftrap vond plaats in het park. Een grote witte rol papier was uitgehangen tegen een hek, op deze muur konden de bewoners hun dromen en wensen voor de San Romano Towers formuleren. In plaats van een presentatie van de gemeente of het projectmanagement, werd het project vanaf het begin gevormd door de bewoners zelf.

De belangrijkste thema’s die hieruit kwamen waren baangarantie, voedselzekerheid met een wens om voedsel te verbouwen op het terrein, verfraaiing van de buurt en veiligheid. Om het vertrouwen in het project te doen groeien werd er een focusgroep georganiseerd met de bewoners en een lokale NGO om te onderzoeken of voedsel lokaal verbouwd kon worden. Een gemeenschappelijke tuin is opgezet, en vanuit het netwerk dat ontstond middels de lokale initiatieven, zijn in een veel later stadium succesvol de Romano Way Towers verder verduurzaamd om energie te besparen. Hieruit blijkt het belang van vertrouwen en integraliteit, maar ook de realisatie dat de expertise over de wijk ligt bij de bewoners. Eigenaarschap van de bewoners heeft in dit project gezorgd voor een betrokkenheid op de lange termijn.

Figuur 1: Pop-up evenement in het park bij de Romano Way Towers in Toronto (foto: Uyterlinde et al., 2021)

Figuur 1: Pop-up evenement in het park bij de Romano Way Towers in Toronto (foto: Uyterlinde et al., 2021)

Sociale netwerken

Tijdens de bezoeken aan de wijk werd snel duidelijk dat mensen elkaar in de buurt goed kennen. Bewoners begroeten elkaar tijdens evenementen en delen veel met elkaar, deze observatie werd bevestigd tijdens de interviews. De sociale netwerken zijn een enorme kracht van de wijk. Als voorbeeld van het inzetten van deze kracht voor de energietransitie, kent Amsterdam meerdere ‘energiebrigades’. Dit zijn lokaal opgeleide bewoners met kennis over energie besparen in huis. Door mensen uit de buurt op te leiden wordt geïnvesteerd in hun toekomst wat kan bijdragen aan een betrokkenheid bij de energietransitie op lange termijn. Daarnaast is het een groot voordeel dat de bewoners de buurt al kennen. Zij gaan langs bij hun buren en bekenden met tips en advies over hoe energie bespaard kan worden in huis. Over het algemeen is het voor mensen gemakkelijker om een buurman, bekende of iemand die op je lijkt binnen te laten in huis dan een onbekende die niet op je lijkt.

Warmtefoto’s en slimme meters

Uit de interviews en het antropologische veldwerk werd duidelijk dat praktische voorbeelden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het meer inclusief maken van de energietransitie. Bewoners zijn bijvoorbeeld niet snel geneigd om lange brieven van de gemeente te lezen. De terminologie ‘energietransitie’ kan al een obstakel zijn voor mensen, en daardoor de inclusiviteit niet bevorderen. Warmte is, net als energie, niet direct te zien en daarom kunnen deze thema’s als abstract worden ervaren. Daarom maakt men in Amsterdam Zuidoost visualisaties van informatie of evenementen, flyers of bijvoorbeeld video’s met praktische voorbeelden. Warmtefoto’s kunnen zichtbaar maken waar veel energie het huis verlaat. Een warmtefoto kan iemand een beter beeld geven van waar winst te behalen valt op het gebied van duurzaamheid. Hetzelfde geldt voor een slimme meter, slimme meters maken inzichtelijk hoeveel energie wordt gebruikt in het huis. Een slimme meter kan het energiegebruik omzetten in een simpel overzichtelijk dashboard dat met kleuren het energieconsumptieniveau aangeeft. Onderzoek van Vringer et al. (2021) wijst uit dat slimme meters leiden tot een verminderd energieverbruik van het huishouden.

Figuur 2: Warmtefoto van een huis (foto: Milieu Centraal, 2022)

Figuur 2: Warmtefoto van een huis (foto: Milieu Centraal, 2022)

Vertrouwen

Dit artikel presenteert een aantal interventies om de inclusiviteit van de energietransitie te bevorderen. Deze interventies komen voort uit de literatuurstudie dan wel antropologisch onderzoek en de uitkomsten bekrachtigen elkaar. Het is te verwachten dat het toepassen van één van de interventies minder effectief is dan het combineren van verschillende interventies. Om de brede groep van bewoners in Venserpolder te bereiken zou zowel een silent wall ingezet kunnen worden om te achterhalen wat de bewoners beweegt, als contact gezocht moeten worden met bestaande sociale netwerken om aanknopingspunten te vinden en creëren om met bewoners de energietransitie in Venserpolder te realiseren. Een terugkerend thema in bijna alle interventies is het element vertrouwen. Vertrouwen in instituties en in andere stakeholders is een belangrijk ingrediënt voor een transitie. Vertrouwen maakt namelijk een dialoog en samenwerking mogelijk tussen verschillende belanghebbenden. Het opbouwen van vertrouwen kost tijd maar kan worden gestimuleerd door bevlogen professionals en bewoners in de buurt. Zoals het Nederlandse spreekwoord luidt: “Vertrouwen komt te voet en gaat te paard”.

Author profile
Alisa van Gent is trainee bij ingenieurs- en adviesbureau TAUW. Ze schreef haar masterthesis over een inclusieve energietransitie.

Literatuur

Harrison, D. A., Price, K. H., & Bell, M. P. (1998). Beyond Relational Demography: Time and the Effects of Surface- and Deep-Level Diversity on Work Group Cohesion. The Academy of Management Journal, 41(1), 96–107. https://doi.org/10.2307/256901
Heffron, R.J. (2021). Inclusive Energy Transition. Commonwealth Sustainable Energy Transition Series 2021/01, Commonwealth Secretariat, London
Milieucentraal. (2023). Warmtebeelden: warmtefoto van jouw huis. https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/isoleren-en-besparen/warmtebeelden/. geraadpleegd op 07-08-2023.
Mulder, P., Dalla Longa, F., & Straver, K. (2021). De feiten over energiearmoede in Nederland: Inzicht op nationaal en lokaal niveau.
TNO (2022) Hoe voorkomen we energiearmoede? | TNO. https://www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/energietransitie/roadmaps/systeemtransitie/de-sociale-aspecten-van-de-energietransitie/energiearmoede/. Geraadpleegd op 22-02-2022.
Toronto and Region Conservation Authority. (2021). Effective Neighbourhood and Business Zone Models for Low Carbon Mobilization [Ebook].
UN (2016). Leaving no one behind: the imperative of inclusive development (pp. 17-32). United Nations publication.
Uyterlinde, M., Kunst, A., & van Hal, A. (2021). Inspiratieboek: Opgaven Verbinden in de Wijk.
Vringer, K., M. Boomsma & D. van Soest (2021). Energieverbruiksmanagers in Nederland. Energie besparen met de slimme meter. PBL

Author profile
Alisa van Gent is trainee bij ingenieurs- en adviesbureau TAUW. Ze schreef haar masterthesis over een inclusieve energietransitie.
Artikel gegevens:
Auteur(s):Alisa van Gent

16 augustus 2023

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op dit artikel

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.