De entree als semi-publieke ruimte: een foto-essay

12 oktober 2023

Wat is daar aan de hand? Dat vroeg ik mij af toen ik op een avond – vlak bij mijn woning – langs een vernieuwde entree van een flat reed. Ik zag een kring met mensen zitten in de entree die aan het luisteren waren naar een persoon die voor de groep stond. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en belde de volgende dag naar Joke, een van de bewoonsters: “We willen in onze flat meer gaan mantelzorgen voor elkaar en we hadden een deskundige uitgenodigd om daar meer over te vertellen”. Dit was voor mij de aanleiding om hier als fotograaf verder in te duiken en te documenteren wat er allemaal gebeurt in deze semi-publieke ruimte. Beschutte plekken waar dagelijks contact realiteit is.

Het zichtbare stedelijk leven speelt zich grotendeels buiten af. Dat levert vooral in de zomer volop bruisende plekken op. In de wintermaanden is de ontmoeting en interactie tussen mensen minder duidelijk zichtbaar. Parken worden minder intensief bezocht, pleinen worden vaak enkel als verkeersruimten gebruikt, tuinen hebben minder zorg nodig, stoepen zijn koud en nat, terrassen zijn gesloten en speelplekken blijken met koude wind veel minder uit te nodigen tot contact. De entree of ontvangsthal van een flat of wooncomplex is echter wel een plek waar je het hele jaar door je buren (en soms hun relaties) tegenkomt en ziet, soms contact maakt en in enkele gevallen bijna letterlijk raakt. Het is een semi-publieke ruimte die zich ergens bevindt tussen privé en openbaar als je kijkt naar de toegankelijkheid en tussen publiek en privaat wat betreft eigendom (Ter Avest & Helleman, 2023).

De stad is bij voorbaat de omgeving waar veel mensen in gedeelde gebouwen wonen. In de toekomst zal dit alleen maar meer worden. Aan de ene kant omdat veel alleenstaanden of koppels geen interesse hebben in een grondgebondenwoning of deze niet kunnen betalen. Aan de andere kant zien we dat binnenstedelijk ‘verdichten’ het adagium is om meer woningen te realiseren, groen te besparen en bestaande voorzieningen optimaal te gebruiken. (Midden)hoogbouw zal de norm worden (en is dit al op sommige plekken). Samenleven in een intensieve stad is een kunst, een vaardigheid. Het portiek, de ontvangstruimte van het woongebouw is zo’n plek waar dit zichtbaar wordt.

Met wie woon ik eigenlijk?

Tijdens Corona werd dit samenleven binnen een aantal vierkante meters nog veel tastbaarder, toen iedereen thuis moest blijven en de bewegingscirkel van veel stedelingen tot aan de supermarkt werd beperkt. Het bleek tegelijk een aanleiding voor meer contacten in het eigen wooncomplex en de buurt. Dat gold al voor senioren en jonge kinderen die vaak al een kleinere cirkel hebben waarin ze rond hun huis bewegen. Maar nu kreeg de buurt voor iedereen weer betekenis. Om het met elkaar uit houden vraagt dit soms echter wel tact of op een gepaste manier afstand houden om het met elkaar uit te houden.

In een tijd waarin menselijk contact steeds meer virtueel wordt, is inzoomen op de locaties waar mensen elkaar onvermijdelijk fysiek en met regelmaat tegenkomen interessant. Het wordt immers ook steeds duidelijker dat fysiek mensen ontmoeten essentieel is voor gezond leven. De vergrijzing is inmiddels begonnen is en die zal nog veel hoger worden de komende decennia. Van ouderen is bekend dat hun bewegingscirkel steeds kleiner wordt naarmate ze ouder worden, evenals hun netwerk. Het kader van het portiek is tegelijk het decor waar de ontmoeting plaats vindt of juist soms dus niet, het moet of hoeft immers niet. Het is een plek waar vrijwel iedereen mee bekend is, doordat hij of zij in zo’n soort flat, complex of huizenblok woont, heeft gewoond of er wel eens op bezoek komt.

Samenleven op microniveau

In de publieke ruimte, de straten, parken en pleinen, zien we de afgelopen decennia al een enorme verandering van onderling contact door het gebruik van mobiele telefoons met al haar mogelijkheden. Je kunt je volledig afsluiten in je eigen bubbel. Een woning, ook in een gezamenlijk woongebouw, is er ook juist voor om je te kunnen afsluiten. Het portiek en de entree van een woongebouw zijn echter ruimten waar je regelmatig dezelfde mensen kan tegenkomen. Een ruimte die mogelijkheden beidt tot contact.

Lang woonde ik zelf in een flat in Amsterdam Slotervaart met een entree voor 43 woningen. Het was dé plek waar ik in en uit ging, de stad in, of was het niet juist het verlengstuk van de stad? Zeventien jaar, oneindig vaak moet ik er onze brievenbus hebben geleegd, ondertussen de deur openhoudend voor een buurman en de temperatuur van buiten voelend. De ruimte was al versleten toen ik er in 2000 kwam wonen. Echter onlangs, een ruime twintig jaar later, hoorde ik dat de flat en daarmee haar entree niet gerenoveerd wordt. Het geheel wordt gesloopt om plaats te kunnen maken voor nieuwbouw.

Hardware en software

Terug naar de flats nabij mijn woning. Vanschagen Architecten renoveerde negen jaar geleden de drie flats. Alle drie de gebouwen kregen exact dezelfde ruime entree en een vrij te gebruiken ruimte bij de fietsbergingen. Toch heb je bewoners als Joke nodig die de kansen zien van deze ruimtes. Daar waar deze bij de andere flatgebouwen leeg blijft, verandert hier regelmatig de inrichting. De aanleiding kan de lente zijn, maar ook heb ik met Halloween wel eens vleermuizen voor het raam zien hangen en met kerst wordt er een kerstboom opgetuigd.

Maar er werden dus ook bijeenkomsten georganiseerd om over mantelzorg te praten. Met behulp van een budget van de gemeente konden ze een aantal informatieavonden organiseren. Deze kon ik helaas niet meer fotograferen, maar ik vroeg Joke of ze mij wilde inseinen wanneer er weer wat zou gebeuren. En dat was vrij snel. Het is wellicht voor de hand liggend, maar een bingo lag in het verschiet. Op de foto’s is goed het semi-publieke karakter te zien. Hoewel de entree enkel binnen te komen is door een sleutel of een toelating door een bewoner, kan je van buitenaf goed zien wat er binnen gebeurd en andersom. Daarnaast doen natuurlijk niet alle bewoners mee (er zijn 42 adressen per flat), maar ze lopen wel door de hal en zien de bingo en worden gezien door de andere bewoners.

Nog geen week later nodigde Joke mij weer uit, er zou een trouwerij plaats vinden en de avond daarvoor was gepland om de hal te versieren en de ballonnenboog te maken.

De ruimte die normaal gesproken enkel wordt gebruikt om de scootmobiels op te laden, diende als opbergplek voor de ballonnenboog en de inkopen voor de feestdag. De dag erna was het feest.

Ook buiten, waarbij de gasten de publieke ruimte tijdelijk toe-eigenen. Even is de straat van de feestvierders. Tegelijkertijd zorgt het voor welbekende discussies rondom overlast. Veel medebewoners gunnen hun buren een feestje, maar voor sommige buurtbewoners is het vuurwerkgebruik en het uitgebreid toeteren en ronken van de gehuurde auto’s iets te veel van het goede, mede omdat het soms tot gevaarlijke verkeerssituaties leidt als het machogedrag in de snelle auto’s de boventoon gaat voeren.

Joke en haar vriendinnen uit de flat hebben daar niet zo’n last van. Hoewel Joke al maar liefst vijftig jaar in de flat woont heeft ze, sinds de activiteiten een paar jaar geleden zijn gestart, veel beter contact met haar buren. “Het is veel leuker wanneer je mensen kent”, vertelt ze en nodigt me uit ook eens te komen kijken bij de taalavond. Deze vindt elke dinsdagavond plaats in de transparant gemaakte ruimte tussen de fietsenstallingen. Scrabbelen blijkt niet alleen voor veel spelplezier te zorgen, maar blijkt ook een hele goede manier te zijn om je taal te verbeteren. Het laat zien hoe een goed ontworpen semi-publieke ruimte letterlijk ruimte kan bieden aan diverse initiatieven die voor meer ontmoeting en contact tussen bewoners kunnen zorgen. Hopelijk wordt in de toekomst bij nieuwbouwprojecten ook voldoende nagedacht over de maatschappelijke waarde van dit soort betekenisvolle plekken en haar mogelijkheden voor de stad en haar bewoners.

Alle foto’s zijn gemaakt door Rufus de Vries.

 

Dit artikel is onderdeel van de themareeks ‘semi-publieke ruimte‘.

 

Author profile
Rufus is een fotograaf die onderzoekt, documenteert, scènes creëert en daarmee verhalen vertelt over de stad en haar bewoners.

Ik ben fotograaf en al decennialang ben ik gefascineerd door de stad en haar inwoners. Ik kwam er al wonende achter dat het beleven van je woonomgeving en je daar thuis voelen, voor een groot deel te maken heeft met de relaties die je hebt in je buurt, hoe oppervlakkig deze relaties ook kunnen zijn. Dit resulteerde in verschillende series Buurtbanden in Amsterdam, de afgelopen tien jaar, waarbij ik schakel via personen, door een afgekaderde buurt. Het portiek, de entree komt daarbij af en toe voorbij, zie www.buurtbanden.nl.

Literatuur

Author profile
Rufus is een fotograaf die onderzoekt, documenteert, scènes creëert en daarmee verhalen vertelt over de stad en haar bewoners.

Ik ben fotograaf en al decennialang ben ik gefascineerd door de stad en haar inwoners. Ik kwam er al wonende achter dat het beleven van je woonomgeving en je daar thuis voelen, voor een groot deel te maken heeft met de relaties die je hebt in je buurt, hoe oppervlakkig deze relaties ook kunnen zijn. Dit resulteerde in verschillende series Buurtbanden in Amsterdam, de afgelopen tien jaar, waarbij ik schakel via personen, door een afgekaderde buurt. Het portiek, de entree komt daarbij af en toe voorbij, zie www.buurtbanden.nl.

Artikel gegevens:
Auteur(s):Rufus de Vries
jaargang 56 /

12 oktober 2023

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op dit artikel

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.