Small wins tegen hype en hysterie

17 oktober 2023

Op 27 september jl. was ik aanwezig bij de lancering van het boekje ‘Ploeterend voorwaarts‘ waarin een bloemlezing van eigenzinnige stukjes van Friso de Zeeuw is opgenomen, die hij in de aflopen 25 jaar schreef over gebiedsontwikkeling, grondbeleid, ruimtelijke ordening, woningbouw en sturing en regelgeving. Dat Friso me hiervoor uitnodigde, geeft blijk van zijn sportieve inborst. Hij heeft tegenspelers nodig om te komen tot zijn columns en beschouwingen. Ook de opdracht in mijn persoonlijk exemplaar “Laten we blijven discussiëren over ‘Nieuwe Verdienmodellen’!” getuigt hiervan. In een in het boekje opgenomen bijdrage voor PropertyNL Magazine uit 2011 werd ik door De Zeeuw tot de voodoopriesters gerekend die dergelijke ‘nepinnovaties’ – waaronder cradle-to-cradle, stadslandbouw, gebiedsontwikkeling nieuwe stijl en organisch ontwikkelen – preekten. Hij schrijft hier nu in de inleiding op het deel gebiedsontwikkeling over: “We moeten openstaan voor innovaties, maar niet gaan ‘hyperen’ en elke verse niche tot structurele omwenteling bestempelen. En daar heeft ons vakwereldje chronisch last van.”

Dit is een interessante observatie en ik kan het er – zoals overigens met veel van de beschouwingen van Friso wanneer ontdaan de polemische directheid – ook mee eens zijn. Wel roept het bij mij de vraag op hoe we dan wel kunnen werken aan de grote slagen voorwaarts. Want anders blijft het inderdaad ‘ploeterend voorwaarts’ gaan. En hoe kun je dat in antwoord op De Zeeuw beter doen dan met een column? Bij deze.

Met het doorlezen van het boekje krijg ik toch vooral het beeld van De Zeeuw als ‘transitieontkenner’. Zo is Jan Rotmans een gewild mikpunt als ‘hogepriester van de Kantelkerk’, geeft hij ruiterlijk toe de impact van de energietransitie te hebben gemist en ziet hij grote belemmeringen in de verkokerde beleids- en regeldruk. Maar hij komt niet met voorstellen voor structurele veranderingen. Oplossingen zoals publiek-private samenwerking (Developing-Apart-Together), ‘ontslakken’ en regionale uitvoeringskracht lijken eerder manieren om het bestaande regime op te lappen in plaats van het te willen vervangen. Zijn er volgens De Zeeuw wel structurele veranderingen nodig, om bijvoorbeeld om te gaan met klimaatverandering, migratie, grondstofschaarste (inclusief grond), of kansengelijkheid?

Transitiehoogleraar John Grin laat in het boek ‘De kwetsbare welvaart van Nederland 1850-2050’ zien dat we in de jaren ’60 de balans in de ontwikkeling van welvaart en duurzaamheid zijn kwijtgeraakt en dat met de verdere groei van onze welvaart de exploitatie van het natuurlijk kapitaal is ontspoord. De vraag stellen of de verzorgingsstaat nog doet wat we er nu van verwachten, is deze beantwoorden. Er is roep om een Nieuw Sociaal Contract, niet alleen vanwege de uitkomsten van ons huidige bestel, maar ook door de wijze van handelen; zie de aardbevingsproblematiek in Groningen en de toeslagenaffaire. Nu zijn er zeker sporen van conservatisme bij De Zeeuw te vinden – hij schoof van PvdA richting VVD -, maar voor we het politiek maken, zie ik allereerst een gebrek aan kennis van of interesse in het jonge wetenschapsveld van de transitiekunde.

In de LinkedIn-post van De Zeeuw over zijn boekje schrijft hij: ”Vraagstukken zijn redelijk samengesteld en complex. Er is in Nederland een soort gewoonte die complexiteit te kwadrateren. Wat dan ontstaat noemen we een ’wicked problem’ en wordt buiten de politiek geplaatst. Zoals bij de energietransitie, waarbij de Regionale Energiestrategieën nu via de vluchtstrook alsnog zaken mogelijk moeten maken. Waarbij je ziet dat het spaak loopt met de ruimtelijke planning. Dat moet en kan anders.” Dus geen weerstand op veranderen, maar wel op de wijze van problematiseren van de actuele ruimtelijke opgave als wicked, waarbij je met een deeloplossing een volgend probleem elders triggert. Deze wickedness bedenken we niet zelf, maar komt voort uit de toenemende genetwerkte structuur van onze maatschappij. Wie had ooit bedacht dat er een directe link tussen landbouw en woningbouw zou zijn via stikstof? Is waterkwaliteit de volgende duivelse verbinder? Genetwerkte structuren zijn niet alleen het probleem, maar ook de oplossing. Het kunnen organiseren in netwerken is de driver van de huidige transitie, met het internet als meest in het oog springende exponent. De huidige vaak hiërarchische structuren staan effectief omgaan met het ‘genetwerkte’ in de weg. Het omvormen of vervangen van deze structuren is de kern van de transitie en zouden daarmee – in de woorden van De Zeeuw – juist kern van het politieke debat moeten zijn.

Ik kon recent voor het eerst een masterscriptie aan de Amsterdam School of Real Estate met een negen beoordelen. Isaac Roeterink – overigens werkzaam bij hetzelfde BPD waar Friso ook werkte – geeft antwoord op de vraag op welke wijze er binnen de context van de huidige wicked problems van de nationale doelstellingen voor de fysieke leefomgeving kan worden gestuurd op meervoudige gebiedsontwikkeling. Hij dook in de literatuur en vond een derde transitiebenadering: de methode van small wins. Deze biedt meer perspectief dan de door De Zeeuw gewraakte weg van incrementeel veranderen vanuit experimenten, waarbij het veelal ontbreekt aan opschaling, en die van radicale verandering.

Hoogleraar Katrien Termeer beschrijft small wins als kleine diepgaande veranderingen met tastbare resultaten voor direct betrokkenen, die stapsgewijs bijdraagt aan het verloop van een transitie. Concrete resultaten houden actoren nauw betrokken bij de transitie en gemotiveerd om verder te gaan. Daarbij biedt de schaal houvast voor betrokkenen en voorkomt dat men verloren raakt in de complexiteit. Het zijn dus nadrukkelijk geen theoretische resultaten maar nieuwe praktijken waarbij radicaal andere waarden, inzichten en modellen van toepassing zijn. Het scriptieonderzoek toont aan dat in de regio Foodvalley en omstreken vier aanpakken van ruimtelijke opgaven te identificeren zijn als small wins richting een transitie naar een meervoudige gebiedsontwikkelingen. Het gebeurt dus gewoon al!

Het scriptieonderzoek laat zien dat de transitiekunde zich steeds verder ontwikkelt – weg van de dichotomie tussen niche en regime – en dat we manieren vinden om in de praktijk om te gaan met de uitdagingen die onze verdergaand genetwerkte maatschappij stelt. Het heeft dus geen zin om je hier tegen te verzetten. Beter is het op zoek te gaan naar waar concrete voortgang wordt geboekt en dat te delen. Zo worden columnisten in plaats van ploeterende meestribbelaars voor(t)gangers… van welke (kerk)gemeenschap dan ook…

In dat licht heeft Isaac natuurlijk moeten beloven dat we over zijn vindingen zullen publiceren.

Author profile
Gert-Joost Peek is lector gebiedsontwikkeling & transitiemanagement aan de Hogeschool Rotterdam. Daarnaast is hij research fellow bij ASRE, eigenaar van SPOT-ON Consulting, en voorzitter van Stichting I’MBINCK | Website

Column gegevens:
Auteur(s):Gert-Joost Peek
jaargang 56 /

17 oktober 2023

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze column

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.