Wereldwijd zijn er diverse steden die in de afgelopen decennia een snelle economische ontwikkeling hebben doorgemaakt, die gepaard is gegaan met een enorme bevolkingsgroei en verdichting. Het belang en de rol van de natuurlijke onderlaag waarop dit verstedelijkingsproces plaatsvindt, wordt meer dan eens genegeerd: bodemschatten worden (te) intensief gebruikt, zeegebieden worden drooggelegd en een onomkeerbare bodemdaling wordt ingezet. In combinatie met hevige weersomstandigheden kan dit onder andere voor overstromingen zorgen. De traditionele ruimtelijke ordening – die vooral gericht is op economische ontwikkeling – is niet flexibel genoeg om in te spelen op deze externe verstorende factoren en op de spanning tussen de natuurlijke omstandigheden en de snelle verstedelijking. Er is daarom behoefte aan een alternatieve benadering die beter inspeelt op de dynamische en onzekere toekomst van deze agglomeraties. Een plannings- en ontwerpstrategie die zich richt op veerkracht, zodat rekenschap wordt gehouden met de fragiele natuurlijke onderlaag en waarin de klimaatverandering (enorme neerslag en zeespiegelstijging) beter kan worden opgevangen.
In deze Engelstalige dissertatie staat de vraag centraal wat de theorieën en methoden zijn voor een dergelijke benadering. Hiervoor is een combinatie van theoretisch onderzoek en empirische validatie toegepast. Ten eerste zijn de voornaamste theoretische kenmerken, gedachtegangen en kerncapaciteiten die bij ‘ruimtelijke veerkracht’ worden nagestreefd onderzocht. Het gaat dan onder andere over begrippen en criteria als robuustheid, aanpassingsvermogen, samenwerkingsgericht, vooruitziend denken, regionaliteit, connectiviteit, diversiteit, multifunctionaliteit, redundantie en modularisering.
Vervolgens is die kennis toegepast bij verder empirisch onderzoek naar de ruimtelijke planning en ontwerp van de Parelrivierdelta in China. Daarnaast zijn vanuit het perspectief van zowel theorie als praktijk karakteristieke delta’s in de Verenigde Staten en Nederland bestudeerd, die als referentiecasus zijn gebruikt. Op basis van alle bevindingen worden de belangrijkste fases voor het ontwikkelen van ruimtelijke veerkracht gepresenteerd, zoals het vaststellen van targets, systeeminterpretatie, systeemprojectie, planning en ontwerp, en evaluatie en feedback. Daarnaast worden diverse strategieën, maatregelen en een potentieel nieuw schema voor landgebruik gepresenteerd.
Gerben doet onderzoek naar het gebruik van de openbare ruimte, waaronder de manier waarop kinderen deze gebruiken en ervaren. Dit doet hij bij het lectoraat 'Gezonde leefstijl in een stimulerende omgeving' van De Haagse Hogeschool.
In het verleden was hij werkzaam als onderzoeker bij Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft), als adviseur bij KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing, als coördinator van Platform Stad en Wijk en als sociaal projectleider in de Haagse Schilderswijk, en als senior beleidsmedewerker en teamleider bij woningcorporatie Haag Wonen.
In zijn vrije tijd schrijft hij in diverse media en op zijn blog Stadslente over de relatie tussen de geplande en geleefde stad. Met daarbij speciale aandacht voor de manier waarop mensen de openbare ruimte gebruiken. Ook is hij redacteur bij Rooilijn waar hij meerdere jaren de rubrieken 'recensies en signalementen' en 'columns' coördineerde.
0 reacties