Massatoerisme kan ontwrichtend werken voor natuur en maatschappij. En veel van de uitgaven van toeristen komen lang niet altijd terecht bij de lokale gemeenschap. De Corona-crisis heeft het toerisme wereldwijd een halt toegeroepen. Deze disruptie kan ook een kans zijn om toerisme-intensieve economieën te veranderen naar een meer veerkrachtige en duurzame economie.
De Caribische eilanden zijn een concreet voorbeeld van relatief kleine eilanden die normaal veel toeristen mogen verwachten. Met name de cruiseschepen zorgen voor grote pieken toeristen en een piekdruk op voorzieningen, afvalverwerking en toeristische hotspots zoals koraalriffen. Het wegvallen van vakantiestromen naar deze eilanden door COVID-19 kan positief uitpakken voor de lokale natuurwaarden en biodiversiteit. En de vermeden uitstoot van de vele vliegreizen en cruiseschepen is goed voor het klimaat.
Het wegvallen van toeristen legt tevens bloot hoe afhankelijk de eilanden zijn van inkomsten uit toerisme, zeker na het sluiten van de lokale olieraffinaderij op Curaçao. Circa 50% is werkeloos aldus de premier van het eiland. Door de coronacrisis zijn duizenden bewoners werkeloos en verkeren veel van de Caribische eilanden in economische donkere tijden. Een financieel noodpakket uit Nederland is hard nodig om de eilanden overeind te houden. De vraag is hoe de eilanden post-corona hun economie weer opbouwen.
De Corona crisis kan namelijk een kans zijn om een nieuwe lokale economie op te bouwen. Een economische en ecologische transitie van olie en toerisme naar een nieuw perspectief voor natuur en mens. Bijvoorbeeld door te sturen op positieve ecologische en financiële impact van toerisme. Zo heeft het Canadese reisbureau G-Adventures een ‘ripple score’ ontwikkeld die weergeeft hoeveel van de uitgaven van toeristen ook echt terecht komt bij de lokale gemeenschap. Door het meten van de daadwerkelijke inkomsten en banencreatie wordt de economische kwaliteit van toerisme zichtbaar. Zo kunnen minder maar andere toeristen meer bijdragen aan de lokale economie. De grote bijvangst: minder ecologische druk en een meer fijnmazige economie.
Het dilemma tussen natuurbescherming en inkomsten uit toerisme zal ook na Corona blijven bestaan. De eilanden hebben hard inkomsten uit toerisme nodig. Het gevaar is groot dat post-corona het eiland terugvalt in de oude economie terwijl de huidige crisis juist de disruptie biedt die nodig is om na te denken welke toeristen het eiland écht verder helpen. De transitiewetenschap spreekt van disrupties als kans voor een systeemverandering. Corona kan de disruptie zijn die leidt naar een meer duurzame economie waar economische én natuurontwikkeling meer dan voorheen samengaan.
Maarten is redacteur van de Rooilijn Stellingredactie en werkzaam als projectmanager Duurzaamheid bij gebiedsontwikkelaar AM. Hij is opgeleid als vastgoedkundige (HvA) en planoloog (UvA) en afgestudeerd in Urban Studies (UvA/Northeastern University) waar hij specialiseerde in de implementatie van duurzaamheid in gebiedsontwikkeling. Hij heeft gewerkt aan stedelijke vernieuwing bij de gemeente Amsterdam, het onderzoeksproject APRILab naar planningsdilemmas in ontwikkeling en werkt nu aan de strategie en implementatie van duurzame oplossingen voor gebiedsontwikkeling. Naast zijn werkzaamheden voor AM en Rooilijn is hij actief in de Nieuw Amsterdam Raadvan Pakhuis de Zwijger en als Fellow betrokken bij het onderzoeksprogramma Urban Arenas for just and sustainable cities.
Hoewel een een economische en ecologische transitie van olie en toerisme naar een nieuw perspectief voor natuur en mens een kans kan zijn voor de Carribean, zullen basisbehoeften eerst moeten zijn voorzien.
Maar ook wanneer er in basisbehoeften is voorzien, zal er een sluitend beleid moeten zijn om natuurontwikkeling te stimuleren. Momenteel is de verantwoordelijkheid om beleid op te stellen een verantwoordelijkheid van het Openbaar Lichaam van de eilanden. Natuurlijk zijn er diverse projecten die zich bezig houden met behoud en bescherming van natuurgebieden. Maar een groot risico voor natuur en biodiversiteit is natuurlijk ook habitatverlies door bouw en landbouw. Een Caribische versie van de Wet Natuurbescherming kan handvaten bieden om een integrale aanpak op het gebied van natuurbescherming en ontwikkeling te stimuleren.