De natuur dient steeds vaker als inspiratie voor klimaatoplossingen in de stad. Onder de noemer “nature-based solutions” zie je in steden onder andere groene daken, geveltuinen en getijdenparken ontstaan. In de wetenschap is het onderzoek naar nature-based solutions ook ontploft. Het boek Nature-based Solutions for Cities (uitgeverij Edward Elgar) brengt veel van deze inzichten samen. In zestien hoofdstukken presenteren Timon McPhearson (The New School, New York), Nadja Kabisch (Leibniz Universiteit Hannover, Duitsland) en Niki Frantzeskaki (Universiteit Utrecht) een introductie over nature-based solutions, met als beoogd publiek studenten, wetenschappers en professionals. Een mooie bijkomstigheid is dat het boek gratis te downloaden is als e-book, vanwege de aandacht voor open access in de universitaire wereld.
Het uitgangspunt van het boek is dat onze relatie met de natuur hersteld moet worden: “It is clear that transforming our cities to places that are inclusive, equitable, resilient, and sustainable requires rethinking our relationship to nature, and investing in urban development, design, and governance that brings nature into the center of our complex and complicated urban systems.” De vele milieu-crises, zoals klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit, versterken deze noodzaak: we moeten volgens de auteurs duurzame en veerkrachtige oplossingen ‘mainstream’ maken in stedelijke ontwikkeling.
In het introducerende hoofdstuk worden nature-based solutions gepresenteerd als dé remedie voor de grote uitdagingen van nu. De auteurs definiëren NbS als volgt: “actions to protect, sustainably manage, and restore natural or modified ecosystems, that address societal challenges effectively and adaptively, simultaneously providing human well-being and biodiversity benefits.” De auteurs merken hierbij op dat het soms om natuurlijke oplossingen gaat (het herstellen van een watersysteem), maar dat in veel gevallen natuur tot stand komt in een sterk gecontroleerde, vaak technologisch-gedreven omgeving (denk aan een groen dak). Het idee van nature-based solutions is een veelomvattend, inclusief containerbegrip dat partijen bij elkaar kan brengen. Daarom is volgens de auteurs het werken aan NbS per definitie multi-, inter- en trans-disciplinair.
Die veelomvattendheid wordt gereflecteerd in de vijf delen waar het boek uit bestaat. Deel 1 behandelt voor wie en voor wat nature-based solutions bedoeld zijn. Deel 2 beschouwt wat er ‘natuurlijk’ is aan het idee van nature-based solutions. In deel 3 worden de meervoudige voordelen besproken, zoals gezondheidsvoordelen en het beschermen tegen overstromingsgevaar. Deel 4 bespreekt vraagstukken van governance en ruimtelijke ordening, en hoe verschillende waardes kunnen worden geïntegreerd. Het transdisciplinaire karakter komt wellicht het beste bovendrijven in het vijfde deel, waar aandacht wordt besteedt aan de rol van de kunsten en ontwerp. Het slothoofdstuk vat de inzichten uit de verschillende hoofdstukken samen in een aantal uitgangspunten.
De redactie van het boek is in handen van drie gerenommeerde onderzoekers uit de Verenigde Staten en Europa. Voorbeelden komen uit zowel het mondiale Noorden als Zuiden. Met meer dan zestig (!) auteurs die een bijdrage hebben geleverd is het risico dat het boek alle kanten op springt. De redactie houdt de touwtjes gelukkig vrij strak in handen: auteurs presenteren in bondige hoofdstukken de inzichten uit hun deelgebied.
Doordat nature-based solutions als paraplu-concept zo breed inzetbaar zijn, zijn onderzoek en praktijk hierover breed uitgewaaierd. Dit boek brengt de belangrijkste inzichten beknopt samen en is daarom ideaal als eerste introductie en biedt volop inspiratie hoe we steden kunnen transformeren tot rechtvaardigere en duurzamere plekken. Voor professionals en onderzoekers die al langer bezig zijn met het onderwerp, of zoeken naar kritische kanttekeningen bij het gebruik van nature-based solutions, valt er hier wellicht minder te halen.
Als universitair docent planologie verzorgt Jannes (j.j.willems@uva.nl) onderwijs in de bachelors Sociale Geografie & Planologie en Future Planet Studies.
Centraal in zijn onderzoek staat de rol die infrastructuur- en waterbeheerders spelen in ruimtelijke transformaties. Jannes onderzoekt bijvoorbeeld hoe stedelijke waterbeheerders nieuwe blauwgroene infrastructuren realiseren om de stad klimaatbestendig te maken, en welke nieuwe samenwerkingen beheerders hiervoor opzetten met bedrijven, bewoners en andere organisaties. Daarnaast onderzoekt hij hoe de renovatie en vervanging van verouderde infrastructuur kan worden gecombineerd met andere ruimtelijke vraagstukken.
Eerder was Jannes werkzaam aan de Erasmus Universiteit als postdoc (afdeling Bestuurskunde). Hij promoveerde in 2018 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
0 reacties