De ondergrond terug op de ruimtelijke agenda

De aandacht voor de ondergrond was het afgelopen decennium tanende in ruimtelijke planning. Grootschalige milieuoperaties uit de jaren tachtig en negentig waren afgerond. Nieuw beleid was niet meer nodig. Bodemprofessionals zochten hun heil in andere thema’s. Urgente kwesties als klimaatverandering, vitale landbouw en de energietransitie brengen daar nu echter verandering in. Zelfs de milieuhygiënische kant van bodembeheer is met de vondst van PFAS en andere zeer verontreinigende stoffen weer helemaal terug in de bestuurlijk belangstelling. Dit artikel en de artikelenserie ‘Ruimte en ondergrond’ verkennen de uitdagingen en oplossingen voor het meenemen van de potentie van de ondergrond in ruimtelijke planning.

De ondergrond levert een essentiële bijdrage aan alles wat boven de grond wordt gepland en gebouwd. Niet alleen levert het grondstoffen als zand en klei voor allerhande bouwprojecten, we maken ook gebruik van de ondergrondse lagen om gebouwen te funderen, rioleringen en leidingen aan te leggen, ons van energie en drinkwater te voorzien en om water te bergen. De bovenste laag van de ondergrond, de bodem, is essentieel voor onze voedselproductie. Gek dus eigenlijk dat de ondergrond lang weinig aandacht heeft gehad in de ruimtelijke planning.

Potenties benutten vraagt afstemming

Met grote opgaven, zoals de energietransitie, het tegengaan van en omgaan met klimaatverandering en verstedelijking is het meenemen van kennis van de ondergrond in ruimtelijke planning onontbeerlijk geworden. Het omgaan met deze opgaven vraagt namelijk om ondergrondse ingrepen, bijvoorbeeld bij de afbouw van gaswinning of voor het winnen van duurzame bodemenergie, het benutten van de opslagcapaciteit van de bodem voor CO2 en het gebruik van ondergrondse infrastructuur voor warmtenetten (zie ook de Mulder, 2015 en Roovers, 2016). Dit vraagt ruimte in de ondergrond die niet gevonden kan worden zonder afstemming met de bovengrondse ruimte. Ruimte in de ondergrond wordt immers steeds schaarser en kent soms al meerdere claims. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de aanleg van warmtenetten in intensief gebruikt stedelijk gebied. Daar liggen al veel leidingen in de ondergrond waardoor een warmtenet er niet zomaar bij past. En de winning van aardwarmte kan bijvoorbeeld botsen met de winning van drinkwater als beide van dezelfde grondwatervoorraden gebruik willen maken. Om de potenties van de ondergrond voor bovengrondse wensen en uitdagingen te benutten, is afstemming tussen mogelijkheden en wensen in zowel ondergrond als bovengrond dus nodig.

Het verbinden van de domeinen van ruimtelijke ontwikkeling en ondergrond vraagt om planning en regie. De Nota Ruimte introduceerde daartoe al in 2004 de lagenbenadering, met een ondergrondlaag, netwerklaag en occupatielaag. De lagen interacteren met elkaar en lopen ‘door elkaar heen’ waarbij de onderliggende laag vaak condities stelt voor de lagen die erboven liggen. Omdat de activiteiten in de ondergrondlagen hun eigen dimensies, dynamiek, wettelijk kader en expertise kennen, versterken zij echter de verschillen tussen de lagen en daarmee een sectorale benadering. Het verbinden van boven- en ondergrond is niet alleen vanwege deze fragmentatie in sectoren, beleidsvelden en organisaties lastig. Ondergrondprofessionals en ruimtelijke professionals leven in verschillende werelden met verschillende talen (zie onder meer Bloemendal et.al. 2014, Osinga et. al., 2014 en Roovers, 2016). Dit zien we onder meer in de verschillende tijdschalen waarin processen boven de grond en in de ondergrond plaats vinden: de ondergrond en bodem veranderen maar langzaam van structuur. Eenmaal verontreinigd kan de ondergrond nog decennia lang beperkend zijn voor wat bovengronds mogelijk is, met het stopzetten van gaswinning verdwijnen aardbevingen niet onmiddellijk, terwijl veranderingen in de bovengrond in relatief korte tijd te realiseren zijn en meestal onmiddellijk effect hebben. De onzichtbaarheid van de ondergrond is extra belemmerend voor het verbinden ervan met bovengrondse opgaven en afwegingen. Tot slot is gebruik van de ondergrond sterk gepolariseerd, zie bijvoorbeeld de discussies over Groningen, schaliegas en CO2-opslag. (zie onder meer Brunsting, 2011). Het benutten van de potentie van de ondergrond is dan ook lastig.

De komst van de Omgevingswet versterkt echter de noodzaak tot integratie van ondergrondse ingrepen in ruimtelijke afwegingen en tussen de lagen uit de Nota Ruimte. Reguliere vormen van ruimtelijke planning lijken echter steeds minder in staat om met de complexiteit van de hedendaagse maatschappij om te gaan en dus zeker niet met het duurzaam omgaan met ondergrond en het verbinden van de lagen (Hajer, 2003, Hajer et. al., 2010). We moeten op zoek naar nieuwe concepten die beter zijn toegerust. Denk daarbij bijvoorbeeld aan planning as persuasive storytelling. Storytelling kan ons helpen het verhaal van de ondergrond te verbinden met verhalen van de bovengrond. Ook kunnen we denken aan een creatief ontwerpproces, in een vroeg stadium (Hooimeijer & Maring, 2013). Beleidsmakers noemen zo’n planning een 3-D ruimtelijke benadering en zien dit als middel om de potentie van de ondergrond voor een aantal opgaven te realiseren. In de Rijksstructuurvisie Ondergrond uit 2018 stelt het Rijk dan ook dat een ’driedimensionale ruimtelijke ordening, als praktisch handvat voor duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van de ondergrond, is geboden.’ Echter, de wijze waarop zo’n planning concreet vorm krijgt, is veelal nog een vraagteken.

Rioleringswerkzaamheden in de Waalstraat, Amsterdam (foto: Melika Levelt)

Naar een 3d ruimtelijke benadering

In de artikelenreeks die wij de komende weken aan u presenteren verkennen wij zo’n ruimtelijke benadering. Drie vragen staan daarbij centraal. Allereerst de vraag wat de potentie en mogelijke functies van de ondergrond zijn voor onze ruimtelijke opgaven en hoe dit scherp en zichtbaar gemaakt kan worden. Marco Scheffers en Maarten Hogeweij schetsen de problemen met de informatievoorziening en daarmee inzicht in de potentiële oplossingen voor deze problemen, aan de hand van de casus Paasheuvelweg in Amsterdam. Hierbij ligt de nadruk het verbeteren van de data-governance en visualisatie van ondergrondse gegevens in 3d.

De tweede vraag is hoe deze potentie verweven kan worden met de ruimtelijke ontwikkeling: welke beelden en ideeën passen bij zo’n 3d ruimtelijke ontwikkeling en welke dilemma’s treden daarin op? Henk Puylaert neemt ons mee naar een aantal concrete pilots waarin Limburgse gemeenten de potentie van hun ondergrond voor de opgaven in een lerende omgeving hebben verkend. Hij schets daarmee een aantal bouwstenen die een 3d ordening vormgeven, zowel inhoudelijke, maar vooral een aantal personele en organisatorische.

De derde vraag die aandacht krijgt is wat ruimtelijke planning en ruimtelijke ontwikkeling die ondergrond en bovengrond met elkaar verbinden organisatorisch vragen van overheid en bedrijven. Joeri Naus laat bijvoorbeeld zien dat er grote governance vraagstukken spelen bij het beheer van de integrale leidingentunnel die als innovatieve oplossing is aangelegd op de Zuidas in Amsterdam om bovengronds een hoogwaardige stedelijke kwaliteit te kunnen realiseren. Erwin Biersteker presenteert enkele governance modellen om ondergrondse kennis te integreren in de verschillende ontwerpfasen. Evelijn Martinius onderzoekt hoe de samenwerking tussen organisaties bij het plannen, ontwerpen en bouwen van ondergrondse infrastructuur vorm krijgt als resultaat van een interactie tussen sociale processen en de materiële wereld van zaken als leidingen, kabels, techniek en protocollen.

Fransje Hooimeijer en Mike Duijn en anderen schetsen in hun artikelen de planvorming in ruimtelijke ontwikkeling en governance bij ingrepen voor de energietransitie en verkennen de randvoorwaarden waaronder deze succesvol plaats zouden kunnen vinden. Ook hun aanbevelingen geven bouwstenen voor de 3d ordening waarnaar we zoeken en leggen een duidelijke link naar verbeteringen in de governance. Fransje Hooimeijer schetst de noodzaak van een gezamenlijke taal en verbeelding, Mike Duijn en zijn medeauteurs schetsen de impact van en het omgaan met verschillende schaalniveaus in de governance van ondergrond en bovengrond.

Rioleringswerkzaamheden in de Maasstraat, Amsterdam (foto: Melika Levelt)

De ondergrond actueel maken

Nu is het niet helemaal waar dat bodem en ondergrond de afgelopen jaren geen aandacht hebben gehad. Deze maand sluit het Uitvoeringsprogramma bodem en ondergrond 2016-2020 af dat de uitvoering van de convenanten Bodem en ondergrond tussen Rijk en decentrale overheden en Bodem en bedrijfsleven tussen Rijk en bedrijfsleven ondersteunde evenals de Structuurvisie Ondergrond. Ook werden onlangs het Praktijkfestival ondergrond en het symposium Bodem breed gehouden. Rotterdam organiseert dit jaar zelfs voor de tiende keer de Maand van de ondergrond. De ondergrond leeft, zou je kunnen zeggen. Tegelijkertijd laten de artikelen in de reeks zien dat dit nog niet altijd vanzelfsprekend betekent dat deze ook een actueel thema is of zichtbaar voor ruimtelijke professionals. En omgekeerd geldt ook dat voor ruimtelijke opgaven ondergronds binnen bestaande wet- en regelgeving en manieren van werken het nog maar al te vaak lastig blijkt oplossingen te realiseren, zelfs als dat technisch gezien mogelijk zou kunnen zijn. Met een serie artikelen en een dossier over dit thema hoopt Rooilijn bij te dragen aan het verbinden van ruimte en ondergrond in onderzoek, beleid, planning, ontwikkeling en debat. We nodigen lezers van harte uit om hieraan bij te dragen, bijvoorbeeld met een reactie onder een van de artikelen op de site. Een eigen artikel is uiteraard ook welkom. Neem daarvoor contact op met de redactie via info@rooilijn.nl.

Artikel 1 – Integrale Leidingen Tunnel Zuidas: onbeheer(s)baar? door Joeri Naus
Artikel 2 – Stedelijke ontwikkeling in een nieuwe dimensie door Marco Scheffers en Maarten Hogeweij
Artikel 3 – Ruimtelijke heroverweging van verontreinigde terreinen door Geert Roovers, Ron Nap en Peter Rood
Artikel 4 – Informatiestromen tussen boven- en ondergrond organiseren door Erwin Biersteker
Artikel 5 – 3D-ordening: lessen uit de praktijk door Henk Puylaert
Artikel 6 – Ruimtelijke scenario’s voor de Twentse ondergrond door Mark van der Poll
Artikel 7 – Integraal ontwerpen door routines en verbeeldingskracht door Evelijn Martinius
Artikel 8 – Is de Omgevingswet de katalysator van ontwerpen met de ondergrond? door Fransje Hooimeijer
Artikel 9 – Spanning tussen wettelijk kader en acceptatie van ondergrondse energieopslag door Eva Winters, Jitske van Popering-Verkerk, Hanneke Puts en Mike Duijn
Slotartikel – Ondergrondemancipatie in ruimtelijke planning: een agenda door Geert Roovers, Maarten Hogeweij, Melika Levelt en Astrid Druijff

Author profile
Geert is lector Bodem en Ondergrond bij Saxion hogeschool en adviseur bij Antea Group

Geert Roovers studeerde in 1993 af als Civiel Ingenieur aan de Technische Universiteit Delft. Roovers werkt bij Antea Group als senior consultant op het gebied van ruimtelijke besluitvormingsprocessen, water en infrastructuur. Daarnaast voerde hij wetenschappelijk onderzoek uit naar de bestuurskundige aspecten van besluitvorming in deze werkvelden. In 2012 promoveerde hij op de interactie tussen systeembenaderingen en besluitvorming in het rivierbeheer. Recent voerde Roovers onderzoek uit naar publieke organisaties en asset management.

Author profile
Maarten is promovendus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen

Maarten is promovendus bij de afdeling Geografie, Planologie, en Milieu aan de Radboud Universiteit. Hij studeerde sociale geografie en planologie aan de Universiteit van Amsterdam en deed een master in GIS aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek gaat over het gebruik van groenblauwe infrastructuur in klimaatadaptatie, met name op het gebied van hittestress.  Hij is te bereiken op maarten.hogeweij@ru.nl

Author profile
Melika is hoofdredacteur van Rooilijn en senior onderzoeker bij het onderzoekscentrum Urban Technology van Hogeschool van Amsterdam

Melika Levelt (m.levelt@hva.nl) is senior onderzoeker bij het onderzoeksprogramma Urban Technology van Hogeschool van Amsterdam en sinds oktober 2018 hoofdredacteur van Rooilijn. In 2010 is ze aan de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op een onderzoek naar de inbedding van wederuitvoer van kleding, snijbloemen en high-tech consumentenproducten in Nederland. Daarna deed ze aan de UvA als postdoc onderzoek naar regionale samenwerking van gemeenten op het gebied van woningbouw en woonruimteverdeling. Sinds 2012 is zij verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam, eerst als programmamanager van het onderzoek Logistiek en vanaf 2015 als projectleider van het onderzoek naar duurzame stedelijke voedselsystemen. In 2020 rondde zij het door NWO-SIA gefinancieerde onderzoek R-LINK af naar maatschappelijke initiatieven op het gebied van groen en stadslandbouw.

Author profile
Astrid is planoloog en werkt als vastgoedanalist bij Dura Vermeer

Literatuur

Author profile
Geert is lector Bodem en Ondergrond bij Saxion hogeschool en adviseur bij Antea Group

Geert Roovers studeerde in 1993 af als Civiel Ingenieur aan de Technische Universiteit Delft. Roovers werkt bij Antea Group als senior consultant op het gebied van ruimtelijke besluitvormingsprocessen, water en infrastructuur. Daarnaast voerde hij wetenschappelijk onderzoek uit naar de bestuurskundige aspecten van besluitvorming in deze werkvelden. In 2012 promoveerde hij op de interactie tussen systeembenaderingen en besluitvorming in het rivierbeheer. Recent voerde Roovers onderzoek uit naar publieke organisaties en asset management.

Author profile
Maarten is promovendus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen

Maarten is promovendus bij de afdeling Geografie, Planologie, en Milieu aan de Radboud Universiteit. Hij studeerde sociale geografie en planologie aan de Universiteit van Amsterdam en deed een master in GIS aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek gaat over het gebruik van groenblauwe infrastructuur in klimaatadaptatie, met name op het gebied van hittestress.  Hij is te bereiken op maarten.hogeweij@ru.nl

Author profile
Melika is hoofdredacteur van Rooilijn en senior onderzoeker bij het onderzoekscentrum Urban Technology van Hogeschool van Amsterdam

Melika Levelt (m.levelt@hva.nl) is senior onderzoeker bij het onderzoeksprogramma Urban Technology van Hogeschool van Amsterdam en sinds oktober 2018 hoofdredacteur van Rooilijn. In 2010 is ze aan de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op een onderzoek naar de inbedding van wederuitvoer van kleding, snijbloemen en high-tech consumentenproducten in Nederland. Daarna deed ze aan de UvA als postdoc onderzoek naar regionale samenwerking van gemeenten op het gebied van woningbouw en woonruimteverdeling. Sinds 2012 is zij verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam, eerst als programmamanager van het onderzoek Logistiek en vanaf 2015 als projectleider van het onderzoek naar duurzame stedelijke voedselsystemen. In 2020 rondde zij het door NWO-SIA gefinancieerde onderzoek R-LINK af naar maatschappelijke initiatieven op het gebied van groen en stadslandbouw.

Author profile
Astrid is planoloog en werkt als vastgoedanalist bij Dura Vermeer

18 november 2020

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op dit artikel

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.