Natuur: van beheersen naar beheren

13 november 2023

Deze column is het laatste deel van een drieluik. Lees hier deel 1 en deel 2!

Wie de demonstraties van Extinction Rebellion ziet, raakt onder de indruk van de diepe overtuiging die bij steeds meer mensen groeit, vooral bij jongeren: onze toekomst staat op het spel, klimaatverandering maakt dat duidelijk. De urgentie is groot. In vorige columns heb ik er voor gepleit om natuur uit de hoek te halen van de hobby, zoals natuurbescherming toch door velen wordt gezien. Als we dit doen komt het werken met de natuur, met natuurlijke condities en natuurlijke processen, centraal te staan. Dat kan, en de goede voorbeelden zijn er, maar het gebeurt veel te weinig en het resultaat is klimaatverandering en grootschalige vervuiling van water, bodem en lucht.

Onze omgang met natuurlijke condities en processen wordt te vaak gedreven door het sterke verlangen de natuur te beheersen, of door de natuur te negeren in plaats van bewust te beheren. Beheersen en negeren, dat zijn diep gewortelde drijfveren die ons op de rand van de afgrond hebben gebracht. Hoe komen we van controle naar interactie, van beheersen naar beheren?

Het onderwerpen van de natuur

In zijn recente boek de Onderwerping geeft Philip Blom een indrukwekkende analyse van het idee dat mensen de natuur kunnen en zelfs moeten beheersen. Dat idee heeft verschillende dimensies: de technisch-wetenschappelijke droom van de natuur als machine waarvan wij alle radertjes kunnen ontdekken, zodat we die kunnen laten draaien zoals we willen. Er is ook de religieuze droom, vooral die van het Christendom, waarin het beheersen van de natuur een Goddelijke opdracht is. Waar Blom geen aandacht aan besteedt is de esthetische droom van de stad als mooie machine. En er is natuurlijk de economische droom: groei is heilig en de problemen lossen we wel op.

Technisch wetenschappelijke beheersing

Een van de droombeelden van technische beheersing is de stuwdam. Van de Assouan dam in de Nijl en de Hoover Dam in de Colorado River tot de Drie Kloven Dam in de Jangtse, in alle werelddelen zijn ze gebouwd. In de heftige discussies over de ingrijpende, moeilijk te beheersen neveneffecten wordt gesproken over damned big dams. De ramp met de stuwdam bij Derna in Lybië is het meest recente voorbeeld van wat er mis kan gaan: rampzalige overstromingen.

De drang tot technische beheersing gaat nog veel verder. In het nieuws van de afgelopen tijd kwam de Climate Overshoot Commission in beeld, een notabel gezelschap van wetenschappers en topfiguren uit overheden en NGO’s dat met voorstellen kwam om naast reductie van uitstoot, de volle aandacht te richten op opslag van CO2. Als dat niet voldoende werkt, moeten we hard werken aan technische oplossingen: zo kunnen we de warmte tegenhouden met windmolens die damp in de lucht brengen om zonnestraling tegen te houden: cloud seeding. In China werd door vliegtuigjes zilverjodide en andere chemicaliën in de lucht gebracht om waterdruppels te genereren die de lucht schoonspoelen. Zo kan bij grote festiviteiten zoals de Olympische Spelen de zon weer te zien zijn in Beijing dat, normaal gesproken, gehuld gaat in smog. Dergelijke technieken zijn voorbeelden van geo-engineering. Dat gaat ver, zo ver dat er technieken in ontwikkeling zijn om stoffen in de lucht te brengen die CO2 binden. De suggestie daarbij is dat we best CO2 kunnen blijven uitstoten als we het ook maar weer uit de lucht halen. De mens kan de natuur beheersen, dat is de diepe overtuiging die ook steeds meer omarmd wordt door het ecomodernisme. In de jaren 90 was dit nog een stroming die zocht naar een integratie van ecologie in wetenschappelijk-technische benaderingen. Na de eeuwwisseling kwam het idee van beheersing steeds meer op de voorgrond. Sommige wetenschappers en technici zijn er van overtuigd dat we op die manier de opwarming van de aarde en het smelten van ijskappen kunnen stoppen. Dat gaat nog veel verder dan de voorbeelden hier boven. In de afgelopen 10 jaar is er een heftige discussie gevoerd over dit technisch optimisme, maar het wordt tijd om de realiteit te zien: vooruit vluchten kan niet meer, er zijn grenzen aan de groei, begin bij de bron van klimaatverandering: beheersen in plaats van beheren.

Gij zult de natuur beheersen

Blom besteedt veel aandacht aan de sterke religieuze traditie, vooral van het Christendom, die het onderwerpen van de natuur ziet als goddelijke opdracht. Die bleef fier overeind in de tijd van de Verlichting, toen de wetenschappelijke ontwikkeling in een stroomversnelling kwam. Wie, zoals ik afgelopen zomer, Cambridge bezoekt, komt onder indruk van de college-gebouwen. Religie bepaalt de sfeer, maar tegelijkertijd zijn het tempels der wetenschap. Religie en wetenschap waren lang elkaars vijanden, maar in de tijd van de Verlichting vormen ze één front. Francis Bacon’s uitspraak: ‘we cannot command nature except by obeying her’, is een aanmoediging om te onderzoeken hoe de natuur werkt om haar beter te kunnen beheersen.

Er is overigens ook een andere Christelijke traditie, die van goed rentmeesterschap. God schiep de mens en God schiep de natuur. Wij moeten die goed beheren. Blom spreekt daar niet over, en evenmin over de onderwerping van de natuur als ideaal van ontwerpers. Ontwerpers van stedelijke landschappen zien zichzelf soms in de eerste plaats als kunstenaars die een groot gebaar willen maken: mooi is macht, controle staat centraal. In mijn vorige column heb ik die houding beschreven met de tegenbeweging: design with nature.

Neveneffecten van de economie

In onze wereld is er een hoofdrol voor de economische drijfveren van beheersing. De belangrijkste druk wordt uitgeoefend door bedrijven. Zakenlieden en zeker aandeelhouders zien vaak vooral de kortetermijnwinst als hoogste doel. Natuur en milieueffecten zijn dan ondergeschikte bijverschijnselen. Een reactie hierop is het uitrekenen van ecosysteemdiensten waardoor ecologie een waarde krijgt op de balans. Het blijft een moeilijke keuze: wie profiteert van de ecosysteemdiensten, en wie betaalt ze? Om ze onderdeel te maken van de bedrijfsvoering en van de prijs van het eindproduct zijn zeker twee dingen nodig. Ten eerste internationale overeenkomsten die voorkómen dat bedrijven uitwijken naar landen waar de milieueisen en vaak ook de sociale randvoorwaarden laag zijn. En ten tweede langetermijnplanning die voorkòmt dat de kortetermijnbelangen van aandeelhouders zonder binding met de productiewijze beslissen. In dit verband is het een hoopvolle eerste stap dat op de agenda van de Europese Commissie staat om van lange termijn bedrijfsplannen een voorwaarde te maken voor het werken in de EU.  Het devies is “from shareholder primacy to stakeholder pluralism”.

Het roer om

Vanaf begin jaren 80 is in Nederland, net als in de meeste andere landen, een Milieu Effect Rapportage een plicht voor de makers van plannen boven een bepaalde omvang. Zij moeten zelfs een meest milieuvriendelijk alternatief aangeven. Dat dit bestaat is een goede zaak maar het werkt onvoldoende. Vaak gaat het vooral om het beperken van de milieuschade. Wat niet meewerkt is dat voor het maken van MER-studies en innovatieve plannen meestal externe adviesbureaus worden ingehuurd. Het leidt niet tot anders denken aan de directietafels en bij de uitvoerende diensten.
Dat het anders kan, leert bijvoorbeeld het programma Voorbeeldplannen bij de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening uit de jaren 90. We zien bij voorbeeld dat ideeën voor watercirculatie uit Morra Park in Drachten en de wadi’s uit Ruwenbosch in Enschede zijn doorgedrongen tot de grote praktijk zoals het watersysteem in de Utrechtse VINEX-wijk Leidsche Rijn. Helaas zijn veel mooie voorbeelden in schoonheid gestorven zonder dat het idee doordrong tot de gangbare praktijk. Het kan anders, maar het roer om is moeilijk.

Het waarom hiervan is onder meer onderzocht door Anke van Hal in haar proefschrift uit 2000. Een belangrijke rol speelt een goede informatie-overdracht, mogelijk met inzet van een change agent. Daarnaast is de financiële haalbaarheid een kernpunt. Hier kan het eisen van een langetermijnplanning zoals de EU nu aangeeft een grote rol spelen. Dat schept voorwaarden.

Het is zeer begrijpelijk dat jongeren èn ouderen actie voeren om de machtige multinationale spelers van koers te laten veranderen. Toch zijn voor een echte omslag veranderingen nodig tot in de haarvaten van de samenleving. De weerstanden zijn zeer groot, zowel uit de technisch-wetenschappelijke, als uit de religieuze hoek en van de kant van ontwerpers. En de moeilijkste omslag is waarschijnlijk die in het economisch denken. Toch klamp ik me vast aan een beetje hoop: het doorwerken van goede voorbeelden in de praktijk, dichtbij huis, dichtbij en mét de mensen, bewoners en bedrijven. Zien dat het anders kan. Het leerproces is taai en we zullen ook, zoals in de Europese regelgeving, voorwaarden moeten stellen die meer dwingend richting geven aan de ontwikkelingen.

Natuur uit de hoek, van beheersen naar beheren

De kernproblemen zoals die van klimaat en energie, van overstromingen, droogte en zeespiegelstijging, van afval en milieuverontreiniging vragen dringend om een bevrijding van natuur uit het hoekjesdenken, om samen te werken met de natuur in de dagelijkse praktijk van het gewone menselijk handelen. Ruimtelijke ordening is weer terug van weggeweest, dat is belangrijk maar niet voldoende. Het gaat niet alleen om de vraag wáár activiteiten kunnen plaatsvinden maar vooral ook hóé we daarbij werken met de natuur die een basisvoorwaarde vormt voor het menselijk leven op aarde. Er bestaan veel goede voorbeelden die duidelijk maken wat kàn. Zo gaan we van beheersen naar beheren.

Author profile
Sybrand studeerde biologie in Utrecht en heeft gewerkt als onderzoeker bij de RU Utrecht (landschapsonderzoek), TU Delft (bouwkunde), en Alterra Wageningen.

Sybrand studeerde biologie in Utrecht en was in zijn werkzame leven actief als onderzoeker bij de RU Utrecht (landbouwonderzoek), TU Delft (bouwkunde) en Alterra Wageningen. Daarnaast heeft hij als gastdocent gewerkt in Venetië en Brussel.

Author profile
Sybrand studeerde biologie in Utrecht en heeft gewerkt als onderzoeker bij de RU Utrecht (landschapsonderzoek), TU Delft (bouwkunde), en Alterra Wageningen.

Sybrand studeerde biologie in Utrecht en was in zijn werkzame leven actief als onderzoeker bij de RU Utrecht (landbouwonderzoek), TU Delft (bouwkunde) en Alterra Wageningen. Daarnaast heeft hij als gastdocent gewerkt in Venetië en Brussel.

Column gegevens:

13 november 2023

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze column

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.