Dit boek, dat vooral fysisch geografen en aardwetenschappers zal aanspreken, gaat in op de menselijke impact van verstedelijking op natuurlijke landschappen en op de manier waarop landschappen stedelijke groei beïnvloeden. Dit zijn ook de kernvragen in de wetenschappelijke stroming die schuilgaat onder de naam anthropogeomorphology. Aan de hand van geologische, wiskundige, natuur-, milieu- en bouwkundige invalshoeken onderzoekt deze stroming de invloed van de mens op het landoppervlak in en rond steden. Denk hierbij aan termen als onteigening, verkaveling, aardverschuivingen, verwering en bodemerosie. Door middel van veel wetenschappelijke studies, afbeeldingen en foto’s laat in dit boek een groot aantal auteurs zien hoe landschappen zijn getransformeerd in onder andere Brazilië, Canada, Chili, Italië, Nepal, Polen en Zuid-Afrika. Landschappen die steeds kwetsbaarder worden door menselijke invloeden met diverse geomorfologische gevaren als gevolg, zoals sinkholes, landverzakkingen en overstromingen. Om deze gevaren in te dammen worden verschillende benaderingen en oplossingen aangedragen. De hoofdboodschap is daarbij dat een multidisciplinaire aanpak nodig is van geologen, natuurbeschermers, planners, architecten en ontwikkelaars. De vraag is of dit dure en specialistische boek ooit op de leestafel van deze partijen gaat komen.
Gerben doet onderzoek naar het gebruik van de openbare ruimte, waaronder de manier waarop kinderen deze gebruiken en ervaren. Dit doet hij bij het lectoraat 'Gezonde leefstijl in een stimulerende omgeving' van De Haagse Hogeschool.
In het verleden was hij werkzaam als onderzoeker bij Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft), als adviseur bij KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing, als coördinator van Platform Stad en Wijk en als sociaal projectleider in de Haagse Schilderswijk, en als senior beleidsmedewerker en teamleider bij woningcorporatie Haag Wonen.
In zijn vrije tijd schrijft hij in diverse media en op zijn blog Stadslente over de relatie tussen de geplande en geleefde stad. Met daarbij speciale aandacht voor de manier waarop mensen de openbare ruimte gebruiken. Ook is hij redacteur bij Rooilijn waar hij meerdere jaren de rubrieken 'recensies en signalementen' en 'columns' coördineerde.
Ik neem aan dat het boek voor het overgrote deel gaat over de invloed van de mens op het landschap en maar heel weinig over de invloed van het landschap op verstedelijking?