Ruimtelijke planning volgens de TU Delft

26 juni 2023

Roberto Rocco, Gregory Bracken, Caroline Newton en Marcin Dabrowski (red) (2022)

Teaching, Learning & Researching Spatial Planning

TU Delft Bouwkunde, Delft

304 p.

ISBN 978-94-6366-604-6

Gratis te downloaden

 

Vorig jaar bracht de afdeling Urbanism van de TU Delft een boek uit dat de onderwijs- en onderzoeksvisie van deze groep met de wereld deelt: Teaching, Learning & Researching Spatial Planning. Het voornaamste doel van het boek is om lezers te inspireren om een meer pluralistische en adaptieve benadering voor planning te gebruiken die inspeelt op veranderende behoeften en perspectieven. De auteurs zetten hoog in op een zo breed mogelijk publiek. Niet alleen door het boek digitaal open source toegankelijk te maken onder een creative commons licentie, maar ook omdat met de voorziene doelgroep van professionals, studenten, docenten, onderzoekers, en beginners, het net breed wordt uitgegooid. Het is prijzenswaardig dat een universiteit een algemeen publiek wil bereiken en een boek in zijn geheel gratis online beschikbaar stelt.

Het boek bestaat uit 19 hoofdstukken, verdeeld over drie secties. In sectie 1 worden concepten en theorieën behandeld, terwijl sectie 2 hedendaagse uitdagingen bespreekt. Sectie 3 beslaat planningsmethoden, instrumenten en onderwijs. Elk hoofdstuk is geschreven door onderzoekers verbonden aan de TU Delft of door een vaste partner van de afdeling. Deze diversiteit aan auteurs en bijdragen geeft een duidelijk overzicht van de centrale thema’s binnen de Delftse planningsschool over onder andere het Europees bestuur en beleid, hedendaagse planningsmethoden en ruimtelijke analyse en effectenbeoordeling.

Het aanstippen van zowel onderwijs als onderzoek in één boek is een ambitieus doel. Gelukkig bevat het boek een heldere introductie die de Delftse context van planning goed uiteenzet, waarbij een geïntegreerde benadering van ruimtelijke planning centraal staat. Deze context omvat het ontwikkelen en transformeren van de omgeving door middel van ruimtelijke vorm, compositie, patronen, structuren en netwerken. Hoewel het voorwoord essentieel is om de samenhang van het boek te illustreren, zijn de heldere introductie en het overzichtelijke voorwoord niet genoeg om voor eenheid te zorgen tussen de hoofdstukken. Dit komt doordat de hoofdstukken grote verschillen vertonen in structuur, schrijfstijl en benodigde achtergrondkennis.

Het boek begint erg sterk met een hoofdstuk over ruimtelijke rechtvaardigheid, waarin Roberto Rocco de essentiële rol van rechtvaardigheid in ruimtelijke planning benadrukt. Vele belangrijke namen en theorieën komen voorbij, variërend van Lefebvre en Harvey tot Sen en Nussbaum. Ook bespreekt het hoofdstuk het belang van participatie en communicatieve planning als vormen van procedurele rechtvaardigheid, zodat de focus niet te veel bij distributieve rechtvaardigheid blijft liggen.

De hoofdstukken uit sectie 2, die zich richten op actuele vraagstukken, lijken niet altijd even goed te passen bij het onderwerp van de sectie. Hoewel de hoofdstukken op zichzelf waardevol zijn, behandelen ze vaak geen hedendaagse planningsproblemen. Zo schreef Dominic Stead een hoofdstuk over een conceptueel raamwerk voor planningsinstrumenten en gaat de bijdrage van Merten Nefs over grootstedelijke landschappen. Een betere afstemming tussen de inhoud van deze hoofdstukken en de andere secties had de relevantie van deze onderwerpen binnen de context van het boek duidelijker naar voren kunnen brengen.

Sectie 3 biedt een kijkje in de onderwijskeuken van de TU Delft. Met name de hoofdstukken over visuele communicatie (Wil Zonneveld), studio-onderwijs (Caroline Newton), en visie en strategie (Lei Qu) zijn erg sterk en interessant. De auteurs leggen niet alleen uit hoe deze methoden worden gebruikt in het Delftse curriculum, maar benadrukken ook de mogelijke risico’s en wijzen op hoe de studenten kunnen worden beschermd tegen verkeerd gebruik van de onderwijsmethoden door docenten. Zo beschrijft Newton hoe studio-onderwijs een toxische werksfeer kan normaliseren door docenten en opdrachtgevers als experts boven de studenten te plaatsen (p. 267). Ze beschrijft hoe de nadruk van de studio op een ontwerpproces (niet alleen de uitkomst) zou moeten liggen waarin onderzoek, representatie, en toekomstige impacts een belangrijke rol spelen.

Bij de meer technische hoofdstukken in sectie 3, zoals die over space syntax (Akkelies van Nes) en regressieanalyse (Arie Romein en Susanne van Rijn) is de toegankelijkheid van de tekst voor beginners en bachelorstudenten wisselend. Zo vereist het hoofdstuk over space syntax voorkennis over verschillende benaderingen in het ruimtelijk analyseren van de gebouwde omgeving. Daarentegen begint het hoofdstuk over regressieanalyse wel bij de basis en worden verschillende typen variabelen, causaliteit en het gebruik van databases op een heldere manier uitgelegd.

Als docent van vakken over planningstheorie, -methoden en -studio’s vind ik dit boek ontzettend waardevol. Het geeft interessante inzichten in hoe collega’s aan een andere instelling hun eigen draai geven aan planningsonderwijs. Daarnaast neemt het boek recente ontwikkelingen in het vakgebied mee, zoals digitale participatie en het meewegen van belangen van de natuur en toekomstige generaties. Dit laat het boek goed aansluiten op de huidige tijdgeest. Het verschilt wat betreft vorm en inhoud sterk van andere recente publicaties over ruimtelijke planning in Nederland. Zo behandelen bijvoorbeeld An Introduction to Spatial Planning in the Netherlands (Witte & Hartmann, 2022) en Ruimtelijke Ordening (Ries & van der Wouden, 2021) de context van planning in Nederland respectievelijk via een conceptueel raamwerk of chronologisch. Dit boek beperkt zich tot de Delftse benadering van ruimtelijke planning en ontleent structuur vooral aan de expertise van de onderzoekers en docenten van de afdeling die per hoofdstuk worden behandeld. Ook is het boek geen methodologisch handboek waarin het gebruik van methoden wordt omschreven, zoals dit wel wordt gedaan in Doing Research in Urban and Regional Planning: Lessons in Pratical Methods (MacCallum et al. 2019).

De soms overvloedige hoofdstuktitels maken het moeilijk voor lezers die niet bekend zijn met het werk van de auteurs om interessante hoofdstukken te selecteren. Uit de titel is niet altijd duidelijk op te maken wat er van een hoofdstuk verwacht kan worden, zoals bijvoorbeeld “Dimensions of socio-environmental approaches as a platform for local development under climate change: theoretical and practical considerations of transdisciplinarity” (p. 288). Een index of register zou hierbij kunnen helpen, zodat lezers gemakkelijker toegang hebben tot de rijkdom van de inhoud van de hoofdstukken. De zoekfunctie in de PDF-versie van het boek maakt veel goed.

Ik beveel dit boek van harte aan voor andere planningsdocenten, zowel in Nederland als daarbuiten. In bijna alle hoofdstukken delen de auteurs hun visie op planningsonderwijs door middel van duidelijke handvatten en inspirerende reflecties, zoals emeritus-hoogleraar Andreas Faludi bijvoorbeeld doet vanaf pagina 35. Ook voor masterstudenten met een andere academische achtergrond is dit boek een mooi startpunt voor hun instroom in ruimtelijke planning. Voor beginnende studenten en algemeen geïnteresseerden is dit boek echter te complex vanwege de beperkte context voor theorieën, concepten en methoden in sommige hoofdstukken.

Het boek biedt een mooie inkijk in de diversiteit aan expertise van de afdeling Urbanism van de TU Delft. Met zijn korte hoofdstukken en verschillende auteurs geeft het een helder overzicht van de centrale thema’s binnen de afdeling. Zo is hun onderzoek gericht op ruimtelijke rechtvaardigheid, de rollen en verantwoordelijkheden van belanghebbenden in planprocessen, en hoe besluitvormingsprocessen worden geïnformeerd door verschillende soorten data en analyses. Het is een waardevolle bron van inspiratie voor onderwijs en voor geïnteresseerde lezers is het een goed startpunt om dieper in de ruimtelijke planning te duiken.

Literatuur

de Klerk, L., & van der Wouden, R. (2021). Ruimtelijke ordening: geschiedenis van de stedelijke en regionale planning in Nederland 1200-nu. nai010 uitgevers.

MacCallum, D., Babb, C., & Curtis, C. (2019). Doing research in urban and regional planning: Lessons in practical methods. Routledge.

Witte, P., & Hartmann, T. (2022). An Introduction to Spatial Planning in the Netherlands. Routledge.

Author profile
Claudia Rot is junior docent en promovendus aan Wageningen University and Research. | Website

Claudia Rot is junior docent en promovendus bij de leerstoelgroep Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning bij Wageningen University and Research.

Author profile
Claudia Rot is junior docent en promovendus aan Wageningen University and Research. | Website

Claudia Rot is junior docent en promovendus bij de leerstoelgroep Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning bij Wageningen University and Research.

Recensie gegevens:
Auteur(s):Claudia Rot
56

26 juni 2023

De tekst en tabellen in deze bijdrage zijn gepubliceerd onder een CC BY-NC-ND licentie. Voor hergebruik van foto’s en illustraties dient u contact op te nemen met Rooilijn.
Whatsapp

Reageer op deze publicatie

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.