Steden bestaan in vele soorten, maten en vormen. In dit boek worden handvatten aangereikt voor het kunnen analyseren en beschrijven van de vorm, structuur en evolutie van menselijke nederzettingen. Door steden op deze punten met elkaar te vergelijken ontstaat meer inzicht in ieders unieke karakter en tegelijkertijd meer inzicht in de overeenkomstige ontstaansgeschiedenissen, kenmerken en transformatieprocessen. Het is de Urban Morphology, een multidisciplinaire wetenschappelijke stroming die fysieke vormen als straten, gebouwen en de tussenliggende ruimten onderzoekt. Op zowel het schaalniveau van een kavel als dat van een wijk, stad of regio. De hoofdboodschap van het boek is dat de gebouwde omgeving niet op een normatieve manier – dat wat een individu zelf normaal en gewenst vindt – geanalyseerd moet worden. De drang om de gebouwde omgeving continu naar onze eigen hand te zetten moet worden onderdrukt. Door de ‘gekleurde bril’ af te zetten en juist met een open blik een buurt te analyseren en zo haar identiteit te ontrafelen en te leren hoe een bepaalde plek precies werkt. Aan de hand van tal van kernbegrippen, theorieën, figuren, diagrammen, foto’s, casestudies en analyse-instrumenten laat dit handboek in detail zien hoe deze inzichten opgedaan kunnen worden.
Sinds 2017 werkt hij enkele dagen per week als coördinator van het Platform Stad en Wijk. Een samenwerkingsverband van lectoraten van diverse hogescholen die zich door middel van praktijkgericht onderzoek bezighouden met maatschappelijke vraagstukken in stad en wijk.
Daarnaast werkt hij enkele dagen per week als kennismakelaar in Delft voor de gemeente, de Haagse Hogeschool, hogeschool Inholland en de TU Delft. Daar coördineert hij onder andere het opzetten en begeleiden van praktijkgericht onderzoek door studenten. Veelal in samenwerking met maatschappelijke partijen én wijkbewoners. Om zo onderzoek, beleid, onderwijs en praktijk met elkaar te verbinden en meer gebruik te maken van elkaars kennis en expertise.
Tevens doet hij onderzoek naar de openbare ruimte en dan met name naar de manier waarop kinderen deze ruimte gebruiken om buiten te spelen.
In het verleden was hij werkzaam als onderzoeker bij Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft), als adviseur bij KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing, als sociaal projectleider in de Haagse Schilderswijk en als senior beleidsmedewerker en teamleider bij woningcorporatie Haag Wonen.
In zijn vrije tijd schrijft hij in diverse media en op zijn blog Stadslente over de relatie tussen de geplande en geleefde stad. Met daarbij speciale aandacht voor de manier waarop mensen de openbare ruimte gebruiken. Ook is hij redacteur bij Rooilijn waar hij de rubriek 'recensies en signalementen' en 'columns' coördineert.
0 reacties